Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker
de burgemeester van Capelle aan den IJssel, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
19 april 2022. De hond heeft mogelijk de tussendeur geopend of deze had verzoeker misschien niet goed afgesloten waardoor de hond via de bergingsdeur buiten op zoek was gegaan naar zijn baasje. De hond is op appel direct naar verzoeker toegekomen en hij heeft de hond gelijk naar binnen gebracht. Er was geen sprake van een verstoring van de openbare orde. Op 19 april 2022 ging van de hond geen enkele dreiging uit. Het ging om een eenmalig incident, voor zover daarvan al kan worden gesproken. Verzoeker wijst er verder nog op dat in het besluit van 10 maart 2022 expliciet is opgenomen dat bij een nieuw bijtincident zal worden overwogen de hond in beslag te nemen. Van een nieuw bijtincident is in dit geval echter geen sprake, dus verweerder had de hond niet in beslag mogen nemen.
[persoon C] van Dierenartsenpraktijk Bodegraven ingebracht waarin staat dat de hond geen agressief gedrag vertoont.
19 april 2022 tezamen met het bijtincident op 26 januari 2022 zeer ernstige vrees veroorzaakt voor het ontstaan van een zeer ernstig bijtincident, in bezwaar stand zal houden. Verder heeft verweerder na de zitting schriftelijk laten weten dat de hond pas op 2 juni 2022 - en niet medio mei - zal worden getest en dat de uitkomst van deze test op 6 juni 2022 bekend zal zijn. Gelet op de twijfel aan de rechtmatigheid van het gegeven bevel en gelet op het feit dat de test en de uitslag daarvan nog enige weken op zich laten wachten, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het bestreden besluit te schorsen tot zes weken nadat verweerder een beslissing op bezwaar zal hebben genomen. Dit betekent dat verweerder de hond direct aan verzoeker moet teruggeven. Het verzoek van eiser heeft geen betrekking op het door verweerder opgelegde aanlijn- en muilkorfgebod, dat daarom na teruggave van de hond aan eiser onverkort geldt.