Op 3 mei 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf, ingediend door het CIZ. De zaak is aangehouden op verzoek van de cliënt om een passende plek te vinden, omdat hij zich verzette tegen opname. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 maart 2022 werd besproken dat de cliënt meer zorg nodig had dan hij thuis kon krijgen, en dat zijn echtgenote overbelast was. De cliënt wilde zelf invloed hebben op de keuze van de plek waar hij zou gaan wonen, met specifieke wensen zoals de mogelijkheid om te biljarten en een goede klik met medebewoners.
Na samenwerking tussen de behandelaars, de advocaat en de familie is er een geschikte plek gevonden voor de cliënt, waar hij vrijwillig mee heeft ingestemd. Op 19 april 2022 heeft de rechtbank vernomen dat de cliënt inmiddels woont bij Aafje Schiehoven, en dat hij geen verzet meer biedt tegen deze opname. Hierdoor was de noodzaak voor een rechterlijke machtiging niet langer aanwezig. De rechtbank heeft het verzoek van het CIZ afgewezen en complimenteerde de betrokkenen met het bereikte resultaat. De beschikking is gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier.