ECLI:NL:RBROT:2022:3874

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
9019900 \ CV EXPL 21-5934
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en geschillen over onduidelijke prijsafspraken en ondeugdelijk werk tussen onderaannemers en Randstad All-In-Bouw B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben twee eiseressen, [eiseres 1] en [eiseres 2], vorderingen ingesteld tegen Randstad All-In-Bouw B.V. naar aanleiding van onbetaalde facturen voor werkzaamheden die zij hebben verricht in het kader van onderaannemingsovereenkomsten. De eiseressen hebben facturen ingediend voor respectievelijk € 19.691,84 en € 15.000,00, die door Randstad onbetaald zijn gelaten. Randstad heeft in reconventie gevorderd dat de overeenkomsten als ontbonden worden verklaard, en heeft schadevergoeding geëist wegens tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomsten door de eiseressen.

De procedure is gestart met een dagvaarding op 23 december 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 juni 2021 en een vervolg op 13 april 2022. Tijdens deze zittingen zijn de partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden, waarbij de kantonrechter kennis heeft genomen van diverse processtukken en verklaringen van de betrokken partijen. De eiseressen hebben gesteld dat Randstad hen onterecht heeft beschuldigd van tekortkomingen en dat zij recht hebben op betaling van de openstaande facturen. Randstad heeft echter betwist dat de werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd en heeft schadevergoeding geëist.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de exacte afspraken die zijn gemaakt tussen partijen, met betrekking tot de aard en omvang van de werkzaamheden en de prijsafspraken. De rechter heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten nader toe te lichten en bewijsstukken over te leggen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de rechter heeft aangegeven dat de partijen hun argumenten en bewijsstukken moeten onderbouwen. De uitspraak is gedaan op 13 mei 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9019900 \ CV EXPL 21-5934
uitspraak: 13 mei 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van

1..[eiseres 1]

[eiseres 1],
2. [eiseres 2]
.,
beiden gevestigd te [vestigingsplaats eiseressen],
eiseressen in conventie, verweersters in reconventie,
gemachtigde: mr. C.A.M. Jansen te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Randstad All-In-Bouw B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. G.T. Poot te Rotterdam.
Eiseressen in conventie/verweerster in reconventie zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als “[eiseressen]”, dan wel ieder afzonderlijk als “[eiseres 1]” en “[eiseres 2]”. Gedaagde zal hierna worden aangeduid als “Randstad”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • het exploot van dagvaarding van 23 december 2020, met producties;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
  • het tussenvonnis van 3 mei 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermindering en wijziging van eis in conventie, met producties;
  • de e-mail van Randstad van 31 augustus 2021, met één productie.
1.2.
Op 21 juni 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens [eiseressen]. zijn daarbij verschenen [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door de gemachtigde mr. C.A.M. Jansen. Namens Randstad zijn verschenen [naam 3] en [naam 4] , bijgestaan door de gemachtigden mr. G.T. Poot en mr. N. van Deinsen. Partijen hebben ieder het eigen standpunt (nader) toegelicht, waarbij beide partijen zich hebben bediend van de door hun gemachtigden overgelegde spreekaantekeningen. Van hetgeen ter zitting is besproken is aantekening gehouden door de griffier.
1.3.
De mondelinge behandeling is, in overleg met partijen, voortgezet op 13 april 2022. Namens [eiseressen]. zijn daarbij wederom verschenen [naam 1] en [naam 2] , ditmaal bijgestaan door hun gemachtigde mr. Th.C. Visser. Namens Randstad zijn wederom verschenen [naam 3] en [naam 4] , bijgestaan door de gemachtigden mr. G.T. Poot en mr. J.I. Dane. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht, waarbij Randstad zich heeft bediend van de door haar gemachtigden overgelegde spreekaantekeningen. Van hetgeen voor het overige ter zitting is besproken is aantekening gehouden door de griffier.
1.4.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
Project ‘ [plaatsnaam 1] ’
2.1.
Tussen [eiseres 1] en Randstad is een onderaannemingsovereenkomst tot stand gekomen, er uit bestaande dat [eiseres 1] in opdracht van Randstad zou zorgdragen voor het realiseren van een dakopbouw met betrekking tot een hoekpand aan de [adres 1] / [adres 2] (hierna te noemen: ‘ [project 1] ’).
2.2.
Randstad heeft zowel op 19 augustus 2020 als op 31 augustus 2020 per e-mail diverse stukken met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden aan [eiseres 1] gezonden.
2.3.
In de periode van 28 september 2020 tot en met 16 november 2020 heeft [eiseres 1] de navolgende facturen aan Randstad gezonden:
Factuurnummer Datum Bedrag
2020-182 28-09-2020 € 849,80
2020-186 02-10-2020 € 3.263,92
2020-192 13-10-2020 € 1.823,24
2020-195 18-10-2020 € 4.116,54
2020-197 26-10-2020 € 4.282,50
2020-198 03-11-2020 € 3.568,60
2020-205 07-11-2020 € 3.430,50
2020-210 16-11-2020 € 3.444,00
2.4.
Randstad heeft op 20 november 2020 een email aan [eiseres 1] gezonden met - voor zover thans van belang - de volgende inhoud:
“(…) Wij, (Randstad All-in Bouw BV en [naam bedrijf 1]) zijn een samenwerking aangegaan met betrekking tot het project "dakopbouw [straatnaam] te [plaatsnaam 1] .
De afspraken die destijds zijn gemaakt, waren heelhelderenduidelijk. Jij zou dit project gaan leiden. Dit hield in, dat jij de betreffende (door jouw toegewezen) medewerkers zou aansturen en het project volledig zou begeleiden en coördineren.
Dit uiteraard in goed overleg met Randstad All-in Bouw BV ( [naam 5] ).
Helaas hebben wij al diverse malen geconstateerd dat het niet liep zoals afgesproken. Dit is dan ook al een aantal keer zowel telefonisch als op ons kantoor aan de [adres 3] met jou besproken.
Geconstateerde feiten: medewerkers worden niet of nauwelijks door je aangestuurd. Men weet over het algemeen niet wat ze moeten doen of kunnen niet verder omdat er geen (of te laat) materiaal is geregeld is door jou.
Aansturing, begeleiding, coördinatie
Wij hebben al een aantal maal onze twijfels naar jou geuit en bijvoorbeeld gevraagd waarom de medewerkers eerst van hun woonadres naar jouw kantoor moeten rijden. Jij gaf aan dat, dat juist jouw moment van aansturing was/ is. Onzes inziens en ook op voorhand met jou besproken, behoort aansturing en coördinatie op een dergelijk project plaats te vinden op betreffende locatie en zeker niet bij jou op kantoor, via de telefoon of watts app.
(…)
Daarnaast betekent dit dat, omdat men zich eerst bij jou moet melden op kantoor, er kortere dagen worden gemaakt doordat men pas tussen 08:30-09:00 in [plaatsnaam 1] arriveert en dan ook van jou voor de file uit moeten rijden (15:00).
Er wordt dan ook maar 6 uur per dag effectief gewerkt terwijl we voor 8 uur belast worden. Je eigen medewerkers hebben bevestigd dat ze geen aansturing kregen maar koffie moesten komen drinken.
(…)
Als wij echt specifiek afspreken met jou om op een bepaalde dag en tijdstip op het project aanwezig te zijn, verwachten we ook van jou dat je dit serieus neemt en daar dan aanwezig bent. Het negeren hiervan is niet acceptabel.
Wij nemen als voorbeeld het leveren van het staal met kraan en het plaatsen van het portaal. Het was jou, ons en de staal leverancier ruim va tevoren bekend dat de kraan vrijdag 6 november om 07:00 het staal het dak op zou hijsen en dat daarna het portaal erin gemaakt zou worden. Enkele dagen voor deze datum is dit nog duidelijk met jou op kantoor aan de [adres 3] gecommuniceerd. Jij zou daar met twee medewerkers zijn. Het leveren en hijsen van het staal en het maken van het portaal is een cruciaal en belangrijk onderwerp in dit hele project.
Eveneens was deze datum per email bevestigd.
Vrijdag, 6 november om 07:15, hebben wij moeten constateren dat alleen de leverancier van het staal en van de kraan er stonden. Doordat de ruimte niet vrij was, jij niet aanwezig was, het bij de medewerkers niet duidelijk was wat er gedaan moest worden en uiteindelijk ook niets was voorbereid zoals besproken en daarnaast het ook een grote troep was, is uiteindelijk het portaal niet geplaatst. Een verloren dag. Foto's hebben we je laten zien en zullen wij per we transfer sturen. De staal leverancier heeft uiteindelijk vrijdag middag alles voorbereid en heeft afgelopen maandag onder zijn leiding samen met jouw medewerkers het portaal erin gemaakt.
In één van de gesprekken met jou is ook besproken dat bepaalde vragen, neergelegd bij de bouwkundige van dit project, geen of niet een snelle opvolging kregen. Het kan en mag niet de bedoeling zijn om dagen af te wachten totdat je een reactie krijgt.
(…)
Gezien het feit dat wij dit project bij jou hadden neergelegd om alles in goede banen te leiden en we tot op heden niet in zagen dat jij de verantwoording hiervoor pakte hebben wij je dinsdag 10 november uitgenodigd voor een gesprek en eerdergenoemde punten doorgenomen. Na dit gesprek hebben we twee opties voorgelegd met het verzoek daarover na te denken:
1. Oppakken van de werkzaamheden per direct zoals afgesproken en besproken en naar verwachting waarbij jij op een regelmatige basis, dat wil zeggen dagelijks, op dit project aanwezig zal zijn voor coördinatie en (aan)sturing.
2. Je stopt met alle werkzaamheden op dit project en legt het bij ons terug. Zelf kwam je met de oplossing dat je aan je eigen medewerkers hebt aangegeven hebt dat zij rechtstreeks voor ons mogen gaan werken onder onze leiding of een ander aan te wijzen persoon. Dit siert je echter hebben wij gezegd dat het zelf aan jouw medewerkers is welke keuze zij maken. Dit kunnen wij niet voor ze doen.
Uiteindelijk ben je woensdag 11 november wederom bij ons op kantoor geweest en heb je aangegeven graag door te willen gaan met optie 1.
Je hebt aangegeven dat je tijd en energie in een van je eigen projecten was gaan zitten en daardoor ons project op een lager pitje was komen te staan en dat je je nu kon focussen op de dakopbouw.
Echter, donderdag 12 november is er geen contact tussen jou en de medewerkers is geweest, noch ben je wederom op het project geweest voor de betreffende aansturing en coördinatie.
(…)
Schade
Enkele weken geleden is er zoals jij weet een lekkage geweest doordat het dak niet dicht gemaakt was. Ook is er in diezelfde woning schade ontstaan in de badkamer. Een van de zaken heeft de huurder bij haar verzekering neergelegd en hebben wij al een eerste bericht gekregen. De andere schade hebben wij afgewikkeld of zullen we nog moeten afwikkelen met de huurders. Zoals eerder afgesproken zullen wij deze posten aan jou doorbelasten.
Als uiteindelijk blijkt dat de staalleverancier ons een factuur zal sturen voor deze extra werkzaamheden met betrekking tot het plaatsen van het portaal wegens onvoldoende voorbereiding, zullen wij deze factuur door sturen/ in rekening brengen bij [eiseres 1].
Per maandag 16 november jl. ben je, noch jouw eigen medewerkers, zonder mededeling op het project verschenen. Het project is daarom per direct door onszelf opgepakt en begeleid. De afgelopen week hebben we meerdere zaken geconstateerd die niet goed zijn verwerkt en-/of volgens, in overeenstemming met de tekeningen. Consequentie is dat dit nu door andere hersteld moet worden en-/of de afgelopen dagen al is hersteld. Dit is voor ons ook een schadepost. (…)”
2.5.
Bij brief van 30 november 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres 1] Randstad gesommeerd de openstaande facturen ten bedrage van in totaal € 24.779,00 uiterlijk 2 december 2020 aan [eiseres 1] te voldoen, bij gebreke waarvan [eiseres 1] aanspraak zal maken op een bedrag van € 1.022,79 aan buitengerechtelijke kosten en er overgegaan zal worden tot het nemen van rechtsmaatregelen.
[project 2]
2.6.
Tussen [eiseres 2] en Randstad is een onderaannemingsovereenkomst tot stand gekomen, er uit bestaande dat [eiseres 2] in opdracht van Randstad zou zorgdragen voor het realiseren van een tuin voor de woning aan de [adres 4] (hierna te noemen: ‘ [project 2] ’). De eigenaar van de woning, [naam 6] , zou zorgdragen voor de bij de werkzaamheden benodigde materialen.
2.7.
Randstad heeft op 20 november 2020 een email aan [eiseres 2] gezonden, waarvan de inhoud - voor zover thans van belang - als volgt luidt:
“(…) Randstad All-in Bouw BV (hierna te noemen Randstad) en [eiseres 2], onderdeel van de [naam bedrijf 1] (hierna te noemen [naam bedrijf 1]), zijn een samenwerking aangegaan met betrekking tot het maken van een complete fundering voor het bijgebouw (tekening [naam 7] d.d. 12- 04-2019) en de aanleg van een tuin volgens, in overeenstemming met tekening [naam bedrijf 2] d.d. 15-10-2018 aan de [adres 4] .
Concreet hebben wij naar aanleiding van de tekeningen destijds de volgende afspraken gemaakt:
Tuinaanleg
  • Graafwerkzaamheden (exclusief levering zand en huur shovel)
  • Bestraten van de oprit, achtertuin en zij-tuin
  • Het aanleggen van diverse grindvakken/ grindstroken
  • Het leggen van staptegels
  • Het plaatsen van houten schutting
  • Het plaatsen van beplantingsvakken verhoogd +20 cm
  • Het plaatsen van diversen plantenbakken
  • Het plaatsen van een pergola 15 x 15 palen
  • Plaatsen buitenhaard en haardhok
  • Plaatsen vlonder van composiet hout delen
  • Het beplanten volgens, in overeenstemming met tekening
  • Het leggen van graszoden
  • Aanleggen vijver
  • Wateringsgoot
Bijgebouw
-
Het maken van een complete fundering voor het bijgebouw
Rond 2 juni zijn jullie gestart aan het project de [adres 4] . Door een aantal veranderingen en het te laat bestellen van de materialen door de opdrachtgever en de zomervakantie s er een vertraging ontstaan in de planning en dus ook de werkzaamheden.
Na de zomervakantie is de start gemaakt en zijn we tegen een aantal zaken aangelopen die aandacht nodig hadden.
Daarna is er vanwege veel onduidelijkheden door Randstad de opdrachtgever op kantoor uitgenodigd om alles te bespreken. Dit gesprek heeft plaatsgevonden op 23 oktober jl.
Naar aanleiding van dit gesprek zijn er herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
Maandag 9 november, heeft er, naar aanleiding van de herstelwerkzaamheden, een visuele opname door Randstad aan de [adres 4] gedaan en heeft men geconstateerd dat:
1) Er wederom herstelwerkzaamheden bestrating dienen te worden gedaan. Gelegde tegels zijn niet naar behoren geplaatst, dat wil zeggen; er liggen tegels los, niet gelijk, meerdere verzakkingen, snij/zaagranden zijn duidelijk te zien en er zijn niet overal stud randen geplaatst
2) Er grote verschillen in voegen zijn. Jullie geven aan dat dit komt doordat de tegels B keuze zijn en niet dezelfde maat hebben.
3) Voegsel is te poreus of er is niet het juiste voegsel gebruikt; het laat namelijk onkruid door en dit mag niet.
4) Vloerlampen liggen niet gelijk en afwerking bepaalde plekken laat te wensen over.
5) In en rondom de tuin lag wederom weer veel puin/afval. Eerder is al de afspraak gemaakt om puin/afval zoveel mogelijk af te voeren via de container danwel op 1 plaatst (bijvoorbeeld onder overkapping bijgebouw) te centraliseren en af te voeren.
Gemaakte afspraken d.d. 10 & 11 november
Naar aanleiding van de visuele opname op 9 november hebben wij hierover, en ook in vervolg op de eerdere gesprekken, een gesprek gehad op 10 en 11 november aan de [adres 3] te [plaatsnaam 1] . Hierbij waren van Randstad [naam 5] en [naam 8] aanwezig en van [naam bedrijf 1] [naam 1] . Ook hebben wij tijdens dit gesprek u de foto's laten zien welke gemaakt zijn op 9 november. De 25 foto's zullen wij per we transfer toezenden. Aan de hand van de foto's en het gesprek hebben wij afspraken gemaakt welke u in de bijlage (afspraken die gemaakt zijn met [naam bedrijf 1].pdf) kunt vinden.
Gemaakte afspraken tussen [naam bedrijf 1] en onze opdrachtgever, [naam 6]
Verder heeft u een aantal zaken zelf met de opdrachtgever geregeld. Deze kunt u vinden in de bijlage (afspraken gemaakt door [naam bedrijf 1] en de opdrachtgever.pdf)
Tijdens het gesprek d.d. 23 oktober heeft [naam 6] aangegeven dat hij in opdracht van opdracht van [naam bedrijf 1] te veel m2 aan tegels heeft besteld. We hebben toen afgesproken dat [naam 6] zou gaan vragen aan zijn leverancier of hij betreffende tegels terug kan nemen. Als dit niet mogelijk was zou [naam 6] het bedrag in mindering brengen op de factuur van Randstad en deze laatstgenoemde zal dit in mindering brengen op de factuur van [naam bedrijf 1]. Zoals al bekend neemt de leverancier de tegels niet terug en zullen deze door [naam bedrijf 1] worden meegenomen zoals bevestigd per watts app.
Dan zijn er een aantal veranderingen geweest c.q. meerwerk/minderwerk. Onderstaand een overzicht hiervan.
Meerwerk
1) Het plaatsen van betonnen schuttingen i.p.v. houten schuttingen
2) Doorvoeren maken in fundering (elektra en riolering). Dit zal nader besproken/bekeken worden aangezien een complete fundering was besproken
3) Arbeid extra aangelegde goten (de extra goten zijn al gefactureerd door [naam bedrijf 1] aan [naam 6] )
4) 105 m3 zand
5) Huur shovel 1,5 week
6) Elektra gaten boren in de tegels (al gefactureerd door [naam bedrijf 1] aan [naam 6] )
7) Hoeken geslepen uit vierkante tegels voor andere verlichting (al gefactureerd door [naam bedrijf 1] aan [naam 6] )
De prijzen van [naam bedrijf 1] voor het meerwerk 1 tm 5 zijn ons bekend
Minderwerk
- Het niet meer hoeven in te bouwen van de watertafel, buitenhaard en haardhok. [naam 6] gaat dit zelf plaatsen
- De vonder in vak X komt te vervallen daar de opdrachtgever het graag tot onder de overkapping wilt hebben. Wij zullen dat zelf oplossen met de opdrachtgever
- Beplanting. U heeft [naam 6] gezegd dat u dit in februari komt verzorgen.
Verder zullen wij voor wat betreft het leggen van extra of minder tegels en grindvlakken nadat de tuin is aangelegd met uitzondering van de beplanting bekijken wat het verschil is met tekening. Hiermee zullen we ook rekening houden met de tegels die onder de vlonder X komen te liggen. Hierna zullen wij een volledig overzicht aanleveren van de facturatie, betalingen en het meer en minderwerk verrekenen. (…)”
2.8.
Op 21 november 2020 heeft [eiseres 2] een factuur aan Randstad gezonden ten bedrage van € 15.000,00, waarin als omschrijving is vermeld ‘Aanneemsom Arbeid’.
2.9.
Op 27 november 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres 2] een e-mail aan (onder meer) Randstad gezonden, waarvan de inhoud - voor zover thans van belang - als volgt luidt:
“(…) Oorspronkelijk heeft [eiseres 2] in dat kader een offerte opgesteld op 20 mei 2020 (zie bijlage) voor Randstad. Voorts is door de opdrachtgever van Randstad, [naam 6] , besloten dat hij zelf voor de materialen zorg zou dragen. Er bleef dus over de arbeid van [eiseres 2]
Terzake deze arbeid is er op 30 mei 2020 afgesproken dat dit een totaalprijs zou bedragen van € 15.000,- exclusief BTW.
(…)
Van voornoemd bedrag is tot op heden nog nul euro voldaan, ondanks de gestuurde factuur (zie bijlage). Ondertussen zijn de werkzaamheden ver gevorderd.
In de afgelopen periode heeft er veel communicatie plaatsgevonden met betrekking tot onderhavig project, met name via What’sApp. Het lijkt er voor cliënten steeds vaker op, voor hun gevoel althans, dat Randstad zaken op [eiseres 2] 'afschuift'. Cliënten zouden afspraken niet nakomen, hun werk niet goed doen, enzovoorts.
Dit terwijl, hetzij herhaald, Randstad aan cliënten, tot op heden, nog nul euro heeft voldaan.
(…)
Alle voorgaande heeft er toe geleid dat cliënten ertoe hebben besloten dat zij hun werkzaamheden vanaf heden zullen opschorten. Van hen kan niet (langer) worden verwacht dat zij voor niks werken. Voor de goede orde; cliënten willen de overeenkomst graag nakomen, maar niet als de andere partijen zich zo blijven opstellen. (…)”
2.10.
Bij brief van 30 november 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres 2] Randstad gesommeerd de openstaande factuur ten bedrage van in totaal € 15.000,00 uiterlijk 2 december 2020 aan [eiseres 2] te voldoen, bij gebreke waarvan [eiseres 2] aanspraak zal maken op een bedrag van € 925,00 aan buitengerechtelijke kosten en er overgegaan zal worden tot het nemen van rechtsmaatregelen.
2.11.
[naam bedrijf 3] heeft in opdracht van Randstad de door [eiseres 2] uitgevoerde werkzaamheden beoordeeld en naar aanleiding daarvan een expertiserapport opgesteld. De inhoud van dat rapport luidt - voor zover thans van belang - als volgt:
“(…) Tegels en bestrating
  • De tuin is aangelegd op onbewerkte bouwgrond. Er is op de onbewerkte grond los ophoogzand (het verkeerde soort zand) gestort, zonder voorbewerking van de grond. De grond zat vol met begroeiing in de vorm van onkruid, gras en was bezaaid met divers bouwafval. Hier is los ophoogzand over uitgereden. Vervuiling en begroeiing had vooraf verwijderd dienen te worden, want begroeiing gaat verteren en laat ruimte achter voor eventuele verzakkingen.
  • Met name bij de zwaarder belaste delen van de bestrating (opritten en delen waar de auto’s zouden komen, had de ondergrond als volgt opgebouwd dienen te worden.
1. Ophoogzand tot ca. 30 cm. onder opritniveau.
2. Vervolgens tenminste 10-20 cm. gebroken puin. Aftrillen ter stabilisatie.
3. Minimaal 4 cm. straatzand waar voldoende cementmortel doorheen is geharkt.
  • Wat wij concluderen is dat het op een aantal fronten verkeerd is gegaan met de ondergrond waardoor een instabiele ondergrond is gemaakt die niet geschikt is om op te tegelen. Zie onderstaande foto's.
  • Het los gestorte zand is ophoogzand. Ophoogzand is opgebouwd uit een fijne korrelstructuur vermengd met leem of schelpen (afhankelijk van herkomst), waardoor het goed geschikt is om oppervlakten op te hogen of op te vullen. Het is ongeschikt als zand onder straatwerk.
(…)

Bestrating is rechtstreeks aangebracht op het ophoogzand. Dit is onjuist.
De tegels zijn niet op gestabiliseerd straatzand gelegd waardoor deze nu kantelen en verschuiven. Bovendien bestaat het risico op beschadiging van tegelranden (al geconcludeerd) en verder volledig breken van wiebelende tegels. Foutief gelegde tegels dienen dus met urgentie verwijderd te worden om meer schade te voorkomen.
(…)

Straatwerk is in onvoldoende cementgebonden zand gelegd. Om de tegels 'vast' te leggen dient een gestabiliseerde zandlaag van 20-35cm. (afhankelijk van de belasting) straatzand vermengd met cement te worden aangebracht. Dit is niet gebeurd.
Schutting
  • Schutting staat uit het lood en is ongelijk qua hoogte.
  • Geconstateerd is dat de buren gelijksoortige schuttingen hebben. Het type schutting is dus plaatsbaar, echter de schutting is verkeerd geplaatst, o.a. door het storten van onvoldoende beton.
  • Schutting voorzijde rechts beschadigd en mist een afdek profiel
Gootwerk bestrating

Gootwerk in bestrating ligt los, niet verzonken en verspringt
Plantenbakken
  • Plantenbakken zijn op losse niet gestabiliseerde betonbanden gelijmd. Dit is niet correct. Er is bovendien geen bekisting/geraamte gemaakt, wat waarschijnlijk de oorzaak is van onderstaande.
  • Door het lijmen is herstel zonder beschadiging van de stapelblokken bijna niet mogelijk. Deze kunnen dan niet meer worden hergebruikt in verband met breken en voortdurende zichtbaarheid van beschadigingen.
  • Plantenbakken hellen naar voren en staan niet haaks
  • Aansluiting schutting straatwerk ongelijk
  • Verlichting in de het terras scheef ingezaagd en verlichting ligt ongelijk
Fundering bijgebouw

De fundering van het bijgebouw is niet waterpas. Dit is wel te corrigeren in de verdere (op)bouw en hoeft niet opnieuw gedaan te worden.
Conclusie en omvang van herstel
Onze conclusie is dat de betreffende partij die de werkzaamheden heeft uitgevoerd, hiertoe kennelijk niet in staat is. Dringend advies is dan ook om de opvolgende werkzaamheden door een meer geschikte partij te laten uitvoeren om verdere schade te voorkomen.
Teneinde de geconstateerde tekortkomingen te herstellen dienen onderstaande acties uitgevoerd te worden:
  • Opnemen volledig straatwerk
  • Verwijderen van de gelijmde plantenbakken
  • Ontmantelen van de bestaande schuttingen
  • Opnemen van de ingegraven verlichting en elektra
  • Afgraven van het ophoogzand
  • Stabiliseren van de oorspronkelijke bouw/tuingrond
  • Opbouwen ondergrond : zandbed; mengranulaat fundering ; drainage mortel; tegelafwerking
Onder het deel voor de oprit dient de fundering voldoende te zijn om de belasting aan te kunnen (ca. 25 cm.)
  • Op fundering plaatsen van plantenbakken en schutting
  • Vervangen van beschadigde / gezaagde en niet te reinigen tegels ca. 40%
  • Vervangen van beschadigde niet te hergebruiken schutting elementen beton ca. 40%
  • Vervangen van beschadigde niet te hergebruiken schutting elementen composiet ca. 75%
  • Vervangen beton stapelblokken en opsluitbanden ca. 100%
  • Vervangen niet herbruikbaar grind ca. 30%
Herstelbegroting
Bij het begroten van de herstelkosten zijn wij uitgegaan van de prijzen zoals deze zijn geoffreerd en conform de facturen voor de geleverde materialen. In overleg met gedupeerde hebben wij het herstel schade als volgt begroot:
Materialen
• Materialen gekocht niet herbruikbaar € 15.143,00
• Materialen niet geleverd: € 4.988,00
Herstel tuin
• Sloopwerkzaamheden/afvoeren afval € 14.900,00
• Schoonmaakwerkzaamheden tegels € 2.100,00
• Opnieuw aanleggen tuin conform architect plan € 19.081,00
• Kosten sanitair en logistieke voorzieningen€ 1.000,00
Subtotaal, exclusief BTW€ 57.212.00
BTW 21% € 12.014,52
Totaal, inclusief BTW€ 69.226,52(…)”
2.12.
[eiseressen]. hebben op 17 december 2020 ten laste van Randstad conservatoir (derden)beslag gelegd onder [naam 6] en [naam bedrijf 4]

3..Het geschil

In conventie
3.1.
[eiseressen]. hebben, na eiswijziging, gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Randstad te veroordelen om aan [eiseres 1], te voldoen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 19.691,84, te vermeerderen met de wettelijke
handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
II. Randstad te veroordelen om aan [eiseres 2] te voldoen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 15.000,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
III. Randstad te veroordelen in de kosten die gepaard zijn gegaan met de door [eiseres 1] en [eiseres 2] gelegde derdenbeslagen, te weten de kosten voor beslaglegging en overbetekening;
IV. Randstad te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de kantonrechter redelijk geachte termijn, na het in deze te wijzen vonnis, alsmede in de nakosten.
3.2.
Aan hun vorderingen hebben [eiseressen]. - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd. [eiseressen]. hebben uit hoofde van de twee met Randstad gesloten overeenkomsten van onderaanneming diverse facturen aan Randstad gezonden, die door Randstad onbetaald gelaten zijn.
3.3.
Uit hoofde van het [project 1] heeft Randstad de door [eiseres 1] verzonden facturen in de periode van 28 september 2020 tot en met 16 november 2020 ten bedrage van in totaal € 19.691,84 onbetaald gelaten. Het niet betalen van de facturen door Randstad heeft een nadelig effect gehad op de voortgang van de werkzaamheden, omdat [eiseres 1] geen spullen bij de groothandel kon halen, aangezien Randstad ook bij de groothandel een schuld had. Randstad heeft er voor gekozen om, zonder [eiseres 1] (deugdelijk) bij deze beslissing te betrekken, [eiseres 1] per 16 november 2020 van het project te halen. Per laatstgenoemde datum ontbrak alleen het kozijn in de dakopbouw nog, de overige werkzaamheden waren nagenoeg afgerond. Randstad heeft weliswaar gesteld dat er schade zou zijn, ontstaan door de werkwijze van [eiseres 1], maar welke schade Randstad exact heeft geleden, heeft zij - ondanks verzoeken van [eiseres 1] om een overzicht van de schade - onbenoemd gelaten.
3.4.
Uit hoofde van het [project 2] heeft Randstad de door [eiseres 2] verzonden factuur van 21 november 2020 van € 15.000,00 onbetaald gelaten. Randstad heeft zich op het standpunt gesteld dat tal van zaken ten aanzien van de uitgevoerde werkzaamheden niet goed zouden zijn, maar [eiseres 2] heeft deze zaken allemaal weerlegd in haar e-mail aan Randstad van 27 november 2020. Er zijn nog enkele dagen werk nodig om het werk volledig af te ronden. [eiseres 2] heeft de gerechtvaardigde vrees dat ook na voltooiing van de werkzaamheden betaling zal achterblijven door een geschil tussen [eiseres 2] en Randstad, om welke reden [eiseres 2] haar werkzaamheden met betrekking tot dit project heeft opgeschort.
3.5.
Randstad heeft de vorderingen van [eiseressen]. betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd. De reden dat Randstad de facturen van [eiseressen]. niet hebben betaald, is gelegen in het feit dat [eiseressen]. hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten van onderaanneming niet zijn nagekomen en schade hebben aangericht, om welke reden Randstad gerechtigd was haar betalingen aan [eiseressen]. op te schorten.
3.6.
Ten aanzien van [project 1] was overeengekomen dat [eiseres 1] het project volledig zou gaan leiden, onder meer bestaande uit het aansturen van de medewerkers en het coördineren van de werkzaamheden. [eiseres 1] (in de persoon van [naam 1] ) heeft op geen enkele wijze voor begeleiding gezorgd. [eiseres 1] heeft veel minder werkzaamheden uitgevoerd, dan waarvoor zij factureerde. Partijen zijn meermaals in overleg geweest om de nalatigheden van [eiseres 1] te bespreken, maar dit heeft er niet toe geleid dat [eiseres 1] haar verplichtingen alsnog naar behoren is nagekomen. [eiseres 1] is zonder aankondiging gestopt met het project door meermaals - en laatstelijk op 16 november 2020 - niet meer te verschijnen op het project, zodat Randstad het project zelf heeft moeten oppakken. Het weinige dat is uitgevoerd, is niet juist uitgevoerd. Randstad heeft een groot aantal facturen wel degelijk betaald. De staat van de werkzaamheden rechtvaardigt geen verdere betaling. Voorts dient ten aanzien van een drietal facturen nog een creditering plaats te vinden. Het juiste openstaande (maar terecht opgeschorte) bedrag bedraagt dan ook € 19.595,84.
3.7.
Met betrekking tot [project 2] bleek reeds kort na aanvang van de werkzaamheden dat [eiseres 2] (in de persoon van [naam 2] ) over onvoldoende kennis en ervaring beschikte om het project naar behoren af te ronden. Ten aanzien van de uitgevoerde werkzaamheden is veel mis gegaan, in het kader waarvan partijen meerdere malen gesprekken hebben gevoerd. Tijdens een visuele opname op 9 november 2020 zijn diverse gebreken geconstateerd. Er dienden met betrekking tot diverse punten herstelwerkzaamheden te worden uitgevoerd. [eiseres 2] heeft de werkzaamheden echter per 25 november 2020 stilgelegd en is niet meer bij het project verschenen. Als gevolg van de niet verrichte werkzaamheden heeft Randstad (en opdrachtgever [naam 6] ) schade geleden. Het door [eiseres 2] overgelegde financiële overzicht is bovendien onjuist. Randstad heeft reeds een totaalbedrag van € 22.600,00 voldaan. [eiseres 2] heeft voorts wel allerlei meerwerk in rekening gebracht, maar heeft geen rekening gehouden met het minderwerk. Het juiste openstaande (maar terecht opgeschorte) bedrag bedraagt dan ook geen € 15.000,00, maar € 2.604,30.
In reconventie
3.8.
Randstad heeft, na eiswijziging, in reconventie gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomsten betrekking hebbende op [project 1] en [project 2] rechtsgeldig buitengerechtelijk zijn ontbonden, althans de overeenkomsten (gerechtelijk) te ontbinden;
II. te verklaren voor recht dat - zelfs indien wel juist zou zijn nagekomen door [verweerster 1] (quod non) - het aan haar te betalen (opgeschorte) bedrag geen
€ 24.779,00 zou bedragen, maar slechts € 19.595,84 in verband met reeds betaalde facturen;
III. te verklaren voor recht dat - zelfs indien wel juist zou zijn nagekomen door [verweerster 2] (quod non) - het aan haar te betalen (opgeschorte) bedrag geen
€ 15.000,- zou bedragen, maar slechts € 2.604,30 in verband met juiste verrekening meer- en minderwerk;
IV. [verweerster 1] en [verweerster 2] primair hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, subsidiair als volgt, te veroordelen tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Randstad van:
a. hetgeen reeds aan [verweerster 1] is betaald, voor een totaal van (ten minste)
€ 2.239,66 door [verweerster 1];
b. betaling door [verweerster 1] van de [project 1] Schadeposten voor een
totaalbedrag van € 22.760,37;
c. hetgeen reeds aan [verweerster 2] is betaald, voor een totaal van (ten
minste) € 22.600,- door [verweerster 2];
d. betaling door [verweerster 2] van de [project 2] schadeposten voor
een totaalbedrag van (ten minste) € 47.179,11.
V. althans, subsidiair, [verweersters]. zo veel mogelijk hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot vergoeding van alle schade die Randstad heeft geleden, lijdt en nog zal lijden ten gevolge van de tekortkoming in de nakoming van de verbintenissen met Randstad en de ontbinding van voornoemde overeenkomst, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente rente, althans wettelijke rente;
VI. [naam bedrijf 1] zo veel mogelijk hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van het geding, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bovenvermelde termijn voor voldoening.
VII. een en ander voor zover mogelijk te vermeerderen met wettelijke handelsrente, althans wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening.
3.9.
Aan haar reconventionele vorderingen heeft Randstad ten grondslag gelegd hetgeen zij in conventie heeft gesteld (r.o. 3.5 t/m 3.7). In aanvulling daarop heeft Randstad het volgende aangevoerd. Nu [verweersters]. zijn tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomsten is Randstad gerechtigd de overeenkomsten te ontbinden op grond van artikel 6:265 BW.
3.10.
Ten aanzien van het [project 1] is door Randstad ten onrechte een bedrag van € 2.239,66 aan [verweerster 1] betaald, welk bedrag aan Randstad dient te worden terugbetaald. Daarnaast heeft Randstad schade geleden als gevolg van de gebrekkige werkzaamheden door [verweerster 1] ten bedrage van in totaal € 22.760,37. Deze schade ziet onder meer op lekkageschade van € 3.069,84 ten gevolge van het niet goed dichtmaken van het dak door [verweerster 1] en schade die is ontstaan doordat [verweerster 1] op 6 november 2020 niet is komen opdagen bij een afspraak met de staalleverancier. Daarnaast heeft [naam bedrijf 1] structureel meer uren voor haar medewerkers aan Randstad gefactureerd dan door de betreffende medewerkers zelf aan [verweerster 1] is gefactureerd, hetgeen tot een schade post van € 1.776,00 heeft geleid. Daarnaast heeft [verweerster 1] vele ineffectieve uren bij Randstad ten onrechte in rekening gebracht ten bedrage van € 3.168,00 Tevens is ten onrechte een bedrag van € 3.906,00 aan begeleidingsuren in rekening gebracht, nu er van geen enkele begeleiding sprake was. Ten slotte heeft Randstad kosten moeten maken om herstelwerkzaamheden aan het dak uit te voeren ten bedrage van
€ 10.840,53.
3.11.
Ten aanzien van het [project 2] heeft Randstad een onafhankelijk rapport laten opstellen door een expert, [naam bedrijf 3], die heeft geconcludeerd dat de werkzaamheden door [verweerster 2] niet op de juiste wijze zijn uitgevoerd. De expert heeft geconcludeerd dat er veel herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd en heeft de herstelkosten begroot op € 44.868,01 exclusief materiaalkosten. Randstad maakt aanspraak op betaling van dit bedrag alsmede op de gemaakte expertisekosten van
€ 2.311,10 en terugbetaling van het reeds aan [verweerster 2] betaalde bedrag van € 22.600,00.
3.12.
[verweersters]. hebben de reconventionele vorderingen van Randstad betwist en hebben daartoe - kort samengevat - het volgende aangevoerd. [verweerster 1] heeft de aansprakelijkheid voor de lekkageschade geenszins erkend. Zij heeft aantoonbaar maatregelen genomen om lekkageschade te voorkomen. Daarnaast is [verweerster 1] niet verzocht om op 6 november 2020 mankracht te leveren met betrekking tot de afspraak met de staalleverancier, nog daargelaten dat de medewerkers van [naam bedrijf 1] die dag al om 07:15 uur aanwezig waren. Van frauduleuze doorfacturatie van uren van medewerkers is geen sprake. Randstad baseert deze stelling op onvolledige overzichten. [verweerster 1] betwist voorts dat zij ineffectieve uren aan Randstad heeft doorberekend. De door Randstad genoemde herstelkosten van € 10.000,00 zien op de volledige afbouw van de dakopbouw, inclusief aanleg van elektra en dergelijke. Er is echter nimmer afgesproken dat [verweerster 1] dergelijke werkzaamheden zou verrichten. Er is voorts geen sprake van schade, nu deze kosten ook zouden zijn gemaakt als [verweerster 1] de werkzaamheden wel volledig zou hebben kunnen verrichten. Ten slotte stelt [verweerster 1] zich op het standpunt dat er wel degelijk begeleiding heeft plaatsgevonden, zodat die uren terecht in rekening zijn gebracht.
3.13.
Ten aanzien van het [project 2] betwist [verweerster 2] de in het rapport van [naam bedrijf 3] opgenomen constateringen en conclusies op diverse punten. [verweerster 2] heeft de werkzaamheden correct uitgevoerd. Daarnaast zijn diverse gebreken te wijten aan het door [naam 6] geleverde materiaal en het feit dat hij adviezen van [verweerster 2] in de wind heeft geslagen. Ten aanzien van het meer- en minderwerk haalt Randstad diverse zaken door elkaar en haalt zij er facturen bij die betrekking hebben op werkzaamheden door [verweerster 1] of zelfs facturen ten aanzien van een geheel ander project. Van een door Randstad betaald bedrag van € 22.600,00 is geen sprake. De schadepost van € 47.179,11 lijkt ten slotte gebaseerd op een vrijwel complete sloop van de tuin en een complete ‘do-over’, hetgeen niet nodig was geweest. Bovendien is Randstad niet de schadelijdende partij, maar de eigenaar van de tuin, [naam 6] .

4..De beoordeling

4.1.
Gelet op de samenhang tussen het in conventie en in reconventie gevorderde zullen die vorderingen hierna gezamenlijk beoordeeld worden. Wel zullen in het navolgende de vorderingen uit hoofde van respectievelijk het zogenaamde ‘ [project 1] ’ en het ‘ [project 2] ’ afzonderlijk worden behandeld.
[project 1]
4.2.
[eiseres 1] en Randstad zijn het erover eens dat de overeenkomst die zij zijn aangegaan kwalificeert als aanneming van werk. [eiseres 1] vordert in conventie betaling van de uit hoofde van die overeenkomst aan Randstad gezonden facturen. Randstad op haar beurt vordert in reconventie ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van de reeds door Randstad betaalde bedragen en vergoeding van door Randstad geleden schade. Zij baseert haar vorderingen op de stelling dat [eiseres 1] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Voor zowel de beoordeling van de vordering in conventie als de beoordeling van de vordering in reconventie is dan ook van belang dat eerst wordt vastgesteld wat partijen exact met elkaar zijn overeengekomen, dat wil zeggen welke werkzaamheden er door [eiseres 1] dienden te worden uitgevoerd en welke prijsafspraken daarbij zijn gemaakt.
4.3.
Tussen partijen is in elk geval niet in geschil dat [eiseres 1] een dakopbouw zou maken. Welke werkzaamheden daar wel of niet onder verstaan moeten worden is evenwel tot op heden niet duidelijk geworden, nu partijen de door hen gemaakte afspraken niet schriftelijk hebben vastgelegd. Partijen staan in dit verband bovendien lijnrecht tegenover elkaar. Randstad stelt zich op het standpunt dat [eiseres 1], in de persoon van [naam 1] , het hele project zou begeleiden en coördineren, waaronder dient te worden begrepen het uitvoeren van de werkzaamheden conform de aan [eiseres 1] gezonden bouwtekeningen. [eiseres 1] stelt dat overeengekomen was dat de werkzaamheden zouden worden verricht op basis van regie, waarbij [eiseres 1] slechts mankracht zou leveren, [naam 1] er voor zou zorgdragen dat het bij de werkzaamheden benodigde materiaal aanwezig was en de kosten voor dat materiaal voor rekening van Randstad zouden komen.
4.4.
Ten aanzien van de vraag welke werkzaamheden er exact door [eiseres 1] dienden te worden uitgevoerd is ter mondelinge behandeling van 21 juni 2021 door Randstad gesteld dat zij op 19 augustus 2020 een e-mail aan [eiseres 1] heeft gestuurd - ten aanzien waarvan vaststaat dat deze door [eiseres 1] is ontvangen en gesteld noch gebleken is dat [eiseres 1] tegen de inhoud daarvan heeft geprotesteerd -, waarbij Randstad als bijlage de bouwtekeningen heeft meegezonden alsmede een uitwerking van alle werkzaamheden die (door [eiseres 1]) dienden te worden uitgevoerd. Randstad heeft de hiervoor genoemde uitwerking echter nog niet in het geding gebracht, hoewel deze wel van belang kan zijn voor de vaststelling van de exacte omvang van de door [eiseres 1] uit te voeren werkzaamheden. Randstad zal alsnog bij akte in de gelegenheid worden gesteld deze stukken in het geding te brengen.
4.5.
Naast het hiervoor genoemde zullen beide partijen in de gelegenheid worden gesteld bij akte op duidelijke wijze uiteen te zetten welke specifieke afspraken er nu exact tussen partijen zijn gemaakt over de aard en omvang van de door [eiseres 1] uit te voeren werkzaamheden in het kader van [project 1] en op welk moment die afspraken zijn gemaakt. Datzelfde geldt voor de prijsafspraken die gemaakt zijn in het kader van de te verrichten werkzaamheden. Daarbij geldt dat partijen hun standpunten zo veel mogelijk met stukken dienen te onderbouwen en, voor zover zij daartoe niet in staat zijn en vooruitlopend op eventuele bewijslevering op dit punt, dienen aan te geven of, en zo ja op welke wijze zij anderszins bewijs van hun stellingen zouden kunnen leveren.
4.6.
Gelet op de grote onduidelijkheden met betrekking tot hetgeen voor aanvang van de werkzaamheden tussen partijen is overeengekomen is op de mondelinge behandelingen nog niet inhoudelijk gesproken over de stelling van Randstad dat [eiseres 1] haar werkzaamheden bouwkundig niet juist en niet conform de bouwtekeningen heeft uitgevoerd, waardoor er voor een totaalbedrag van € 10.840,53 aan herstelwerkzaamheden dienden te worden verricht. Uit de ter onderbouwing van laatstgenoemd bedrag door Randstad overgelegde facturen van [naam bedrijf 5] van 22 november 2020 en 29 november 2020 volgt evenwel niet welke werkzaamheden door [eiseres 1] (bouwkundig) niet juist zouden zijn uitgevoerd en wat er exact hersteld dan wel opnieuw uitgevoerd moest worden. Randstad heeft daaromtrent tot dusver ook geen nadere toelichting op gegeven in haar processtukken. Zij zal daarom alsnog in de gelegenheid worden gesteld ook op dit punt haar stellingen nader toe te lichten en van een deugdelijke onderbouwing te voorzien.
[project 2]
4.7.
Niet ter discussie staat dat tussen [eiseres 2] en Randstad een overeenkomst tot stand gekomen is, die kwalificeert als aanneming van werk. Voor de beoordeling van de over en weer door partijen ingestelde vorderingen dient ook ten aanzien van dit project eerst vastgesteld te worden wat partijen exact zijn overeengekomen ten aanzien van de aard en omvang van de door [eiseres 2] te verrichten werkzaamheden en de daarvoor door Randstad verschuldigde prijs. In dat verband heeft ook in dit geval te gelden dat partijen de door hen gemaakte afspraken niet vooraf schriftelijk hebben vastgelegd.
4.8.
Uit hetgeen ter mondelinge behandeling van 13 april 2022 is besproken leidt de kantonrechter echter af dat partijen het er thans over eens zijn dat afgesproken is dat [eiseres 2] (in de persoon van [naam 2] ) zou zorgdragen voor aanleg van de tuin op basis van de door Randstad aan [eiseres 2] verstrekte tekeningen, met dien verstande dat [naam 6] zelf voor alle voor de aanleg benodigde materialen zou zorgen. In haar e-mail van 20 november 2020 heeft Randstad gesteld dat de in dit kader door [eiseres 2] te verrichten werkzaamheden bestonden uit de volgende werkzaamheden:
- Graafwerkzaamheden (exclusief levering zand en huur shovel)
- Bestraten van de oprit, achtertuin en zij-tuin
- Het aanleggen van diverse grindvakken/ grindstroken
- Het leggen van staptegels
- Het plaatsen van houten schutting
- Het plaatsen van beplantingsvakken verhoogd +20 cm
- Het plaatsen van diversen plantenbakken
- Het plaatsen van een pergola 15 x 15 palen
- Plaatsen buitenhaard en haardhok
- Plaatsen vlonder van composiet hout delen
- Het beplanten volgens, in overeenstemming met tekening
- Het leggen van graszoden
- Aanleggen vijver
- Wateringsgoot
4.9.
Gesteld noch gebleken is dat [eiseres 2] op enig moment na ontvangst van de e-mail van 20 november 2020 heeft betwist dat de door [eiseres 2] uit te voeren tuinaanleg bestond uit de hierboven bij r.o. 4.8 opgesomde werkzaamheden. Dat betekent dat er vooralsnog van zal worden uitgegaan dat partijen het eens zijn over het feit dat [eiseres 2] de hierboven genoemde werkzaamheden diende uit te voeren.
4.10.
Uit de e-mail van 20 november 2020 volgt daarnaast dat ook het maken van de complete fundering voor het bijgebouw - door partijen ook wel aangeduid als het tuinhuis - tot de uit te voeren werkzaamheden behoorde. Uit het ter mondelinge behandeling van
13 april 2022 besprokene is in voldoende mate gebleken dat het de bedoeling van partijen was dat laatstgenoemde werkzaamheden door [eiseres 1] zouden worden verricht, meer in het bijzonder door [naam 1] .
4.11.
Uit hetgeen ter mondelinge behandeling is besproken leidt de kantonrechter vooralsnog af dat partijen het er over eens zijn dat voor de door [eiseres 2] te verrichten werkzaamheden (de aanleg van de tuin) een door Randstad te betalen bedrag van € 14.000,00 (exclusief meerwerk) is overeengekomen en dat voor de door [eiseres 1] te verrichten werkzaamheden (de fundering van het tuinhuis) een door Randstad te betalen bedrag van € 12.000,00 is afgesproken.
4.12.
Ten aanzien van de prijsafspraak tussen [eiseres 1] en Randstad zijn partijen het bovendien eens dat het genoemde bedrag van € 12.000,00 ‘zwart’ betaald zou worden door Randstad, in die zin dat dit bedrag niet in de officiële boekhouding zou worden opgenomen. Vast staat dat door [naam 3] namens Randstad op 18 juni 2020 contant een bedrag van € 6.000,00 aan [eiseres 1] is betaald, ten aanzien van welke betaling partijen het eens zijn dat deze betrekking heeft op de door [eiseres 1] te verrichten werkzaamheden aan de fundering van het tuinhuis.
4.13.
Daarnaast heeft [eiseres 1] echter ook facturen van € 6.000,00 exclusief btw (€ 7.260,00 inclusief btw) en € 4.000,00 exclusief btw (€ 4.840,00 inclusief btw), beide gedateerd op 19 augustus 2020, aan Randstad verzonden, op welke facturen door [eiseres 1] is vermeld dat deze betrekking hebben op werkzaamheden te Baarn. Randstad heeft deze facturen op 20 augustus 2020 voldaan. Bij de betaling daarvan is door Randstad geen omschrijving opgenomen anders dan het factuurnummer. Door Randstad is evenwel gesteld dat deze facturen en de naar aanleiding daarvan door haar verrichte betalingen zien op de door [eiseres 1] verrichte werkzaamheden in het kader van [project 2] , om welke reden zij de op de factuur vermelde omschrijving handmatig in haar eigen administratie heeft aangepast. Uitgaande van het standpunt van Randstad zou dit betekenen dat zij in totaal ten aanzien van [project 2] een totaalbedrag van € 18.100,00 inclusief btw
(€ 4.840,00 + € 7.260,00 + € 6000,00) aan [eiseres 1] heeft betaald, ondanks het feit dat oorspronkelijk slechts € 12.000,00 voor de fundering van het tuinhuis was overeengekomen. Door [eiseres 1] is echter gesteld dat de facturen van 19 augustus 2020 betrekking hebben op ‘andere werkzaamheden’ in [plaatsnaam 3], niet zijnde de aanleg van de tuin, maar dat zij op verzoek van Randstad op deze facturen heeft vermeld dat deze betrekking hebben op werkzaamheden in [plaatsnaam 2] .
4.14.
Nu partijen het er over eens lijken te zijn dat ten aanzien van de werkzaamheden aan het tuinhuis is afgesproken dat er door Randstad € 12.000,00 ‘zwart’ zou worden betaald aan [eiseres 1] en daarvan in elk geval op 18 juni 2020 een bedrag van
€ 6.000,00 contant door [naam 3] is betaald, blijft - gelet op het hiervoor overwogene en het feit dat partijen elk hun eigen invulling lijken te geven aan de gemaakte afspraken over de ‘zwarte’ betalingen - vooralsnog onduidelijk op welke ‘andere werkzaamheden’ de facturen van 19 augustus 2020 van € 7.260,00 en € 4.840,00 inclusief btw betrekking hebben en hoe de naar aanleiding van die facturen verrichte betalingen door [eiseres 1] in haar boekhouding zijn verwerkt. [eiseres 1] zal in de gelegenheid worden gesteld op deze punten helderheid te verschaffen, waarbij zij haar stellingen deugdelijk dient te onderbouwen. Voor Randstad geldt in dit kader dat ook zij nader zal dienen te onderbouwen op welke wijze zij de door haar verrichte betalingen van 19 augustus 2020 in haar boekhouding heeft verwerkt.
4.15.
Daarnaast geldt de volgende speciale instructie. Nu partijen ter mondelinge behandeling van 13 april 2022 ten aanzien van de vraag welke bedragen is Randstad verschuldigd voor [project 2] , aan wie zij deze bedragen verschuldigd is ([eiseres 2] dan wel [eiseres 1]), welke betalingen er vervolgens zijn verricht en aan wie én op welke werkzaamheden deze betalingen dienen te worden afgeboekt, (deels) andere standpunten hebben ingenomen dan zij in eerste instantie bij dagvaarding respectievelijk conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie hebben ingenomen, dienen zij thans een duidelijk, volledig en sluitend overzicht in het geding te brengen, waarin in elk geval het volgende is opgenomen:
-
de door Randstad verschuldigde bedragen:
Naast de hiervoor genoemde bedragen van € 14.000,00 voor aanleg van de tuin en
€ 12.000,00 voor de werkzaamheden aan het tuinhuis dienen partijen in het bijzonder het door hen gestelde meer- en minderwerk in het overzicht op te nemen, waarbij geldt dat zij die posten nader dienen te onderbouwen.
-
de door Randstad betaalde bedragen:
Deze betalingen dienen zoveel mogelijk onderbouwd te worden door middel van betalingsbewijzen, waarbij tevens voldoende onderbouwd dient te worden aangegeven of deze betalingen betrekking hebben op [project 2] en of deze bestemd zijn voor [eiseres 1] of [eiseres 2] en of bij de betalingen kenbaar is gemaakt waar deze betrekking op hebben.
4.16.
De zaak zal, zoals hierna vermeld, naar de rolzitting van donderdag 9 juni 2022 te 14.30 uur worden verwezen, teneinde beide partijen in de gelegenheid te stellen zich op die rolzitting bij akte nader uit te laten omtrent de hiervoor genoemde punten en haar standpunten daaromtrent van een nadere onderbouwing te voorzien. Daarbij wordt benadrukt dat het de bedoeling is dat partijen gelijktijdig een akte indienen, hetgeen betekent dat, indien één van de partijen om een uitstel verzoekt en dit uitstelverzoek wordt gehonoreerd, beide partijen hun akte op dezelfde (nieuwe) rolzitting moeten indienen.
4.17.
Voorts wordt partijen verzocht in hun akte gelijktijdig hun verhinderdata voor de daaropvolgende drie maanden op te geven, zulks met het oog op een eventuele nieuwe te bepalen mondelinge behandeling.
4.18.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5..De beslissing

De kantonrechter:
zowel in conventie als in reconventie
verwijst de zaak naar de rolzitting van
donderdag 9 juni 2022 om 14.30 uur, voor het nemen van een akte door beide partijen over de punten en op de wijze zoals hiervoor vermeld;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44487