ECLI:NL:RBROT:2022:3841
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 20 mei 2022 uitspraak gedaan op het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 21 januari 2022, waarin zijn beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam van 15 juni 2021. De rechtbank oordeelde dat de opposant te laat beroep had ingesteld, aangezien het beroepschrift pas op 30 juli 2021 was ingekomen, terwijl de termijn op 27 juli 2021 afliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was, ondanks de door de opposant aangevoerde medische omstandigheden. De rechtbank heeft de opposant meerdere keren de gelegenheid gegeven om zijn medische redenen te onderbouwen, maar hij heeft geen bewijsstukken overgelegd. De verzetrechter heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de opposant in verzuim was en dat de termijnoverschrijding voor zijn rekening en risico komt. De uitspraak van 21 januari 2022 blijft dan ook in stand en het verzet is ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.