Op 9 mei 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind], geboren in 2009. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, omdat er zorgen waren over de opvoedsituatie en de ontwikkeling van [naam kind]. De moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent, woont samen met [naam kind] en is bijgestaan door haar advocaat, mr. M. Nentjes. Tijdens de zitting is de minderjarige in de gelegenheid gesteld haar mening te geven, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen van de GI over de opvoedsituatie van [naam kind] niet concreet zijn betwist. Er zijn meerdere zorgmeldingen gedaan door de politie en de moeder is in het verleden meerdere keren aangehouden, wat de stabiliteit van de opvoedsituatie in gevaar brengt. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn, maar heeft de duur van de ondertoezichtstelling beperkt tot vier maanden in plaats van het verzochte jaar. Dit is gedaan om de samenwerking tussen de moeder en de hulpverlening te verbeteren en om de situatie van [naam kind] beter te kunnen monitoren.
De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting een rapportage in te dienen over de stand van zaken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.