ECLI:NL:RBROT:2022:3829

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 april 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
FT EA 22/202 en FT EA 22/203
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling met MC Makelaardij

In deze zaak heeft verzoeker op 7 maart 2022 een verzoek ingediend om MC Makelaardij & Vastgoedmanagement B.V. te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Verzoeker had eerder een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, maar MC Makelaardij weigerde in te stemmen. Tijdens de zitting op 14 april 2022 werd de beschermingsbewindvoerder niet gehoord, maar waren andere betrokkenen aanwezig, waaronder de dochter van verzoeker en vertegenwoordigers van de schuldhulpverlening en MC Makelaardij. Verzoeker had elf schuldeisers, met een totale vordering van € 11.215,55, en bood een regeling aan die gebaseerd was op de NVVK-norm, waarbij hij een saneringskrediet zou gebruiken om de schulden in één keer af te lossen. MC Makelaardij stelde dat de aangeboden regeling te laag was en dat hun vordering hoger was dan door verzoeker opgegeven. De rechtbank moest beoordelen of MC Makelaardij in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de regeling. De rechtbank concludeerde dat de belangen van verzoeker en de andere schuldeisers zwaarder wogen dan die van MC Makelaardij, die slechts een klein percentage van de totale schuldenlast vertegenwoordigde. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en MC Makelaardij bevolen in te stemmen met de schuldregeling, terwijl het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. De kosten van de procedure werden begroot op nihil, aangezien verzoeker niet door een advocaat was bijgestaan.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] en [nummer 2]
uitspraakdatum: 25 april 2022
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoeker.

1..De procedure

Verzoeker heeft op 7 maart 2022, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een MC Makelaardij & Vastgoedmanagement B.V. (hierna: MC Makelaardij), die weigert mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met de schuldregeling.
Ter zitting van 14 april 2022 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mevrouw [naam persoon 1] , dochter van verzoeker (hierna: dochter);
  • mevrouw [naam persoon 2] , werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
  • de heer [naam persoon 3] , werkzaam bij MC Makelaardij (hierna: MC Makelaardij).
De beschermingsbewindvoerder (Robes Bewindvoering) is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2..Het verzoek

Verzoeker heeft volgens het ingediende verzoekschrift elf schuldeisers, waarvan één preferente en tien concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 11.215,55 van verzoeker te vorderen.
Verzoeker heeft bij brief van 1 december 2021 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 57,96 % aan de preferente schuldeisers en
28,98 % aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Tijdens de zitting heeft MC Makelaardij verklaard dat haar vordering niet € 1.217,26 bedraagt, maar € 1.439,84. Schuldhulpverlening heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat zij bij het aanbod aan de schuldeisers uitgaat van het bedrag dat door de schuldeiser zelf is opgegeven. Schuldhulpverlening verklaart, dat mocht de vordering van MC Makelaardij € 1.439,84 bedragen, de overige schuldeisers eveneens akkoord zullen gaan met een kleine wijziging in het uit te keren percentage. Het uit te keren percentage zal alsdan iets lager zijn.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond.
De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De aangeboden regeling is gebaseerd op de afloscapaciteit die verzoeker heeft op basis van zijn dienstbetrekking. Verzoeker werkt fulltime en heeft een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd.
Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan. Verzoeker staat sinds 8 mei 2020 onder beschermingsbewind en zijn vaste lasten worden door zijn beschermingsbewindvoerder voldaan.
MC Makelaardij stemt als enige niet in met de aangeboden regeling. Zij heeft volgens schuldhulpverlening een vordering van € 1.217,26 op verzoekers welke 10,9% van de totale schuldenlast beloopt. MC Makelaardij heeft ter zitting gesteld dat de vordering € 1.439,84 bedraagt. De vordering beloopt alsdan 12,6 % van de totale schuldenlast.

3..Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft MC Makelaardij te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Het aanbod zou niet in verhouding staan met de totale schuldvordering. Ter zitting heeft MC Makelaardij verklaard dat zij op verzoeker een huurvordering heeft. Verzoeker heeft in het verleden een woning van MC Makelaardij gehuurd. Verzoeker heeft vier maanden de huur niet betaald, aldus MC Makelaardij. Verzoeker huurde de woning inclusief elektra, gas en water. MC Makelaardij heeft deze kosten voor moeten schieten. MC Makelaardij geeft aan dat haar daadwerkelijke vordering hoger ligt dan thans opgegeven. MC Makelaardij heeft zelf ook verplichtingen die zij dient na te komen. Haar belang bij het innen van de volledige vordering ziet er dus ook op dat MC Makelaardij aan haar eigen verplichtingen kan voldoen.

4..De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van
MC Makelaardij bij haar weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of MC Makelaardij in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoeker of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vordering van MC Makelaardij een aandeel vormt in de totale schuldenlast van 10,9 % ervan uitgaande dat de vordering € 1.217,26 bedraagt. Het aandeel in de totale schuldenlast bedraagt 12,6 % indien de vordering € 1.439,84 bedraagt.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk tien van de elf schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Kredietbank Rotterdam. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoeker beschikt over een fulltime baan, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dat betekent dat verzoeker reeds voldoet aan de in de schuldsaneringsregeling bestaande arbeidsverplichting voor 36 uur per week.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoeker van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoeker zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden. Daar komt nog bij dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het einde van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd, terwijl de aangeboden regeling erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoeker die vanuit een stabiele situatie zijn schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van MC Makelaardij, die geweigerd heeft in te stemmen.
Het verzoek om MC Makelaardij te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
MC Makelaardij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoeker zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden en dat hij niet verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5..De beslissing

De rechtbank:
- beveelt MC Makelaardij om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt MC Makelaardij in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Tideman, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 25 april 2022. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.