In deze zaak heeft verzoeker op 7 maart 2022 een verzoek ingediend om MC Makelaardij & Vastgoedmanagement B.V. te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Verzoeker had eerder een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, maar MC Makelaardij weigerde in te stemmen. Tijdens de zitting op 14 april 2022 werd de beschermingsbewindvoerder niet gehoord, maar waren andere betrokkenen aanwezig, waaronder de dochter van verzoeker en vertegenwoordigers van de schuldhulpverlening en MC Makelaardij. Verzoeker had elf schuldeisers, met een totale vordering van € 11.215,55, en bood een regeling aan die gebaseerd was op de NVVK-norm, waarbij hij een saneringskrediet zou gebruiken om de schulden in één keer af te lossen. MC Makelaardij stelde dat de aangeboden regeling te laag was en dat hun vordering hoger was dan door verzoeker opgegeven. De rechtbank moest beoordelen of MC Makelaardij in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de regeling. De rechtbank concludeerde dat de belangen van verzoeker en de andere schuldeisers zwaarder wogen dan die van MC Makelaardij, die slechts een klein percentage van de totale schuldenlast vertegenwoordigde. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en MC Makelaardij bevolen in te stemmen met de schuldregeling, terwijl het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. De kosten van de procedure werden begroot op nihil, aangezien verzoeker niet door een advocaat was bijgestaan.