ECLI:NL:RBROT:2022:376

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 januari 2022
Publicatiedatum
21 januari 2022
Zaaknummer
9519291 VZ VERZ 21-16777
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring afwijkend huurbeding in huurovereenkomst tussen professionele partijen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 januari 2022 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot goedkeuring van een afwijkend huurbeding in een huurovereenkomst. De verzoeksters zijn een kantoorhoudende partij en de besloten vennootschap KIN Netherlands B.V., die een huurovereenkomst hebben met betrekking tot een bedrijfsruimte aan de Beurstraverse 61 te Rotterdam. De huurovereenkomst is ingegaan op 1 september 2021, na een eerdere huurovereenkomst die was opgezegd per 31 augustus 2021. De partijen hebben overeenstemming bereikt over de voorwaarden waaronder de huurrelatie wordt voortgezet, en verzoeken nu goedkeuring voor een afwijkend huurbeding dat de verhuurder het recht geeft om de huurovereenkomst tussentijds op te zeggen in verband met geplande renovaties.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, specifiek artikel 7:291, vereisen dat goedkeuring wordt gegeven als de wettelijke rechten van de huurder niet wezenlijk worden aangetast. De kantonrechter oordeelt dat de maatschappelijke positie van KIN, als een grote professionele partij met ruime ervaring in huurovereenkomsten, zodanig is dat zij de bescherming van de wet in redelijkheid niet behoeft. KIN exploiteert onder de handelsnaam 'Lucardi Juwelier' en heeft een aanzienlijke omzet en aantal werknemers. Daarom heeft de kantonrechter goedkeuring verleend aan het afwijkende beding en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9519291 VZ VERZ 21-16777
uitspraak: 10 januari 2022
beschikking ex artikel 7:291 Burgerlijk Wetboek van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
inzake
[verzoekster]
,
kantoorhoudende te [plaats] ,
verzoekster,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KIN Netherlands B.V.,
gevestigd te Den Haag,
medeverzoekster.
Voor beide verzoeksters treedt mr. M. Schröer als gemachtigde op. Verzoeksters worden hierna ook aangeduid als “ [verzoekster] ” en “KIN”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft het gezamenlijk ingediende verzoekschrift ontvangen.
1.2
De kantonrechter heeft op grond van de inhoud van de stukken een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege gelaten.
1.3
De uitspraak van de beschikking is bepaald op heden.

2..Het verzoek

2.1
Tussen [verzoekster] en KIN bestaat een huurovereenkomst met ingangsdatum 1 september 2021 met betrekking tot de bedrijfsruimte aan de Beurstraverse 61 te Rotterdam.
2.2
Het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als winkelruimte voor de
verkoop van juwelen en aanverwante artikelen volgens de Lucardi-formule.
2.3
KIN maakt al geruime tijd gebruik van het gehuurde. Aanvankelijk
gold tussen verzoeksters vanaf 1 september 2011 een huurovereenkomst met
betrekking tot het gehuurde. KIN Netherlands heeft die huurovereenkomst opgezegd
tegen 31 augustus 2021.
2.4
Na de huuropzegging heeft KIN Netherlands aan [verzoekster] verzocht om ondanks de huuropzegging het gehuurde te mogen blijven gebruiken. Naar aanleiding van dit verzoek zijn verzoeksters in overleg getreden en hebben zij overeenstemming bereikt over de voorwaarden waaronder zij de huurrelatie wensen voort te zetten. Verzoeksters
hebben deze afspraken vastgelegd in de huurovereenkomst met ingangsdatum
1 september 2021. De huurovereenkomst betreft derhalve een voortgezet gebruik.
2.5
Partijen verzoeken goedkeuring voor het volgende in de huurovereenkomst opgenomen afwijkende huurbeding:
“13.21 Verhuurder is gerechtigd om de huurovereenkomst tussentijds op te zeggen tegen ieder moment na
31 augustus 2023, indien die opzegging verband houdt met de geplande renovatie. Opzegging geschiedt zoals overeengekomen in 3.4 van de huurovereenkomst en in met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste 6 (zes) maanden. De huurovereenkomst eindigt alsdan van rechtswege. De artikelen 7:292 t/m 300, 308, 309 en 310 BW zijn niet van toepassing.”

3..De beoordeling van het verzoek

3.1
Uitgangspunt is dat van de wettelijke bepalingen van de vierde titel van boek 7 BW, waarvan de zesde afdeling gewijd is aan huur van bedrijfsruimte, niet ten nadele van de huurder kan worden afgeweken, behoudens goedkeuring door de rechter (artikel 7:291 BW).
3.2
Ingevolge het derde lid van artikel 7:291 BW wordt die goedkeuring alleen gegeven als de wettelijke rechten van de huurder van bedrijfsruimte door de afwijking niet wezenlijk worden aangetast, of de maatschappelijke positie van de huurder in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van de onderhavige afdeling in redelijkheid niet behoeft.
3.3
Naar het oordeel van de kantonrechter is de maatschappelijke positie van KIN in vergelijking met die van [verzoekster] zodanig dat zij de bescherming van de wet in redelijkheid niet behoeft. KIN is een grote professionele partij die ruime ervaring heeft in het sluiten van huurovereenkomsten. KIN Netherlands exploiteert haar onderneming onder de bekende handelsnaam 'Lucardi Juwelier'. Lucardi heeft 123 vestigingen door heel Nederland. KIN Netherlands heeft voorts circa 1.000 werknemers en in 2020 een omzet van 54,7 miljoen euro. Zij is ook online actief middels haar webshop. Van een huurder die in een afhankelijke positie van de verhuurder verkeert is dus geen sprake, zodat KIN de wettelijke bescherming van artikel 7:291 e.v. BW niet nodig heeft. De kantonrechter zal het beding waarvoor goedkeuring wordt gevraagd daarom goedkeuren.
3.4
Omdat deze procedure voortvloeit uit een gemeenschappelijk verzoek zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4..De beslissing

De kantonrechter:
verleent goedkeuring aan de van afdeling 6 titel 4 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek afwijkende bedingen, zoals onder 2.5 van deze beschikking geciteerd;
compenseert de proceskosten.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
527