Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaardingen van 17 maart 2022, met 48 producties;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van de Fondsen, met 9 producties;
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie van Direct Pay c.s., met 13 producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte houdende aanvulling eis van Rabobank, met productie 49;
- de producties 10 en 11 van de Fondsen;
- de mondelinge behandeling op 12 april 2022;
- de pleitnota van Rabobank, met een aanvullende productie;
- de pleitnota van Direct Pay c.s.;
- de pleitnota van de Fondsen.
2..De feiten
3..De eis in conventie
primair: gedaagden hoofdelijk te gelasten aan Rabobank te verstrekken dan wel Rabobank inzage te verschaffen in:
subsidiair: te bepalen dat, indien de wijze van het hiervoor onder 1. bedoelde verstrekken, dan wel verschaffen van inzage, niet kan plaatsvinden door afgifte
4..De voorwaardelijke eis in reconventie van Direct Pay c.s.
5..De eis in reconventie van de Fondsen
grondslagbedoelt een nadere aanduiding uit welk type overeenkomst de vordering voortvloeit (bijvoorbeeld een telecom- of energiecontract) en of de vordering valt onder de Wet op het consumentenkrediet. Die gegevens zeggen iets over de verhandelbaarheid en daarmee de waarde van de vorderingen en zijn dus in redelijkheid voor Rabobank van belang.
alle vorderingenvan Direct Pay c.s. (zie r.o. 2.2. t/m 2.4.).
“Er is geen interactie tussen het rabobank krediet en de fondsen anders dan dat de servicer activiteiten via de sla uitvoert voor de fondsen. In financiele termen heeft het rabobank krediet niets te maken met het krediet van de fondsen omdat dit andere port zijn die separaat inzichtelijk zijn in onze back office administratie.”
alle vorderingenwerd gedoeld op alle vorderingen die Direct Pay c.s. zelf behielden, zodat aan Rabobank louter die vorderingen werden verpand en niet ook de vorderingen die DP Services doorverkocht aan de Fondsen. Dat past bij de gekozen structuur en bij de voor de Fondsen noodzakelijk geachte aan de obligatiehouders te verstrekken zekerheid en is geheel in overeenstemming met de wijze waarop partijen zich naar elkaar gedragen hebben. Daarbij weegt mee dat aannemelijk is dat de waarde van de aldus aan Rabobank verpande vorderingen van Direct Pay c.s. in een reële relatie stond tot de omvang van het verstrekte krediet. Naar voorlopig oordeel is dus onvoldoende aannemelijk geworden dat op de debiteurenportefeuilles van de Fondsen een pandrecht ten behoeve van Rabobank rust.
7..De beoordeling van de voorwaardelijke eis in reconventie van Direct Pay c.s.
8..De beoordeling van de eis in reconventie van de Fondsen
9..De beslissing
- een afschrift van alle akten (van cessie) daterende van 17 juli 2006 tot en met het moment van beslaglegging waarbij elk van hen vorderingen hebben verkregen;
- een afschrift van alle akten (van cessie) daterende van 17 juli 2006 tot en met het moment van beslaglegging waarbij elk van hen vorderingen hebben vervreemd;
- een afschrift van alle akten (van verpanding) daterende van 17 juli 2006 tot en met het moment van beslaglegging waarbij elk van hen vorderingen hebben verpand, anders dan de akten waarbij Direct Pay c.s. een pandrecht aan Rabobank hebben verstrekt;
- een opgave van de op het moment van beslaglegging bestaande debiteuren van elk van hen, met naam, adres, grondslag en hoogte van de vordering en de bankrekening waarop is of moet worden betaald;
- de specificatie of het overzicht of de (digitale) bescheiden omtrent de (portefeuilles bestaande uit) vorderingen op consumenten die op of omstreeks het moment van beslaglegging eigendom zijn van elk van hen;