Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1] ,
1..De procedure in de hoofdzaak
- de dagvaarding van 5 juli 2019, met producties 1 t/m 21;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring en tot aanhouding van 18 december 2019;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- het vonnis in incident van 26 februari 2020 waarbij [naam gedaagde 1] is toegestaan CUCG en CUC in vrijwaring op te roepen en het verzoek tot aanhouding is afgewezen;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 7;
- de conclusie van repliek, tevens houdende vermeerdering van eis, met producties 22 t/m 28;
- de conclusie van dupliek, met producties 8 en 9;
- de oproepingsbrief van 6 september 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 28 februari 2022 van mr. Regouw, met producties 29 t/m 36;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 15 maart 2022, en de door mrs. Regouw en Damstra overgelegde spreekaantekeningen.
2..De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding van 16 april 2020, met producties 1 t/m 9;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 4;
- de conclusie van repliek, met producties 10 en 11;
- de conclusie van dupliek;
- de oproepingsbrief van 6 september 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 15 maart 2022, en de door mrs. Damstra en Vloemans overgelegde spreekaantekeningen.
.Op grond van deze Richtlijn moest Nederland in 2020 jaarlijks minimaal 10% van de totale brandstofbehoefte in de vervoersector laten bestaan uit hernieuwbare energie. De Richtlijn is in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd via de Wet milieubeheer en de daaronder vallende besluiten en regelingen.
4..Het geschil
in de hoofdzaak
- i) € 3.978.460,96 voor het verschil in marktwaarde tussen de door [naam gedaagde 2] verschuldigde duurzaam gecertificeerde dubbeltellende biodiesel en het daadwerkelijk door [naam gedaagde 2] geleverde product;
- ii) € 12.379.401,36 voor de kosten van vervangende Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE’s) teneinde alsnog duurzaam gecertificeerde dubbeltellende biodiesel te kunnen leveren; en
- iii) € 497.419,70 aan kosten van opslag over de periode april 2019 tot en met april 2020 van het door [naam gedaagde 2] geleverde product,
- iv) een en ander vermeerderd met rente en (proces)kosten, de (rente over de) nakosten daaronder begrepen.
5..De beoordeling
Biodiesel zonder PoS- en DDC-certificaten
Biodiesel mét Pos-certificaat maar zonder DDC-certificaat
Kosten opslag
- kosten dagvaarding € 95,54
- griffierecht € 4.030,00
- salaris advocaat €
- griffierecht € 4.131,00
- salaris advocaat €