2.4.De politie, Eenheid Rotterdam, basisteam Centrum, heeft onderzoek naar het bijtincident gedaan. Hiervan is op 2 december 2017 proces-verbaal opgemaakt onder registratienummer [procesverbaalnummer]. Het door de verbalisant opgemaakte proces-verbaal van bevindingen vermeldt - voor zover hier van belang -:
“Ter plaatse, zag ik in de woonkamer van de woning, dat een man op de grond lag. Hij was gewond aan zijn arm. Hij gilde dat hij pijn had en dat een hond hem had gebeten. Ik zag dat de wond vers en bloederig was. Zowel ik als collega (..) kenden deze man ambtshalve.
Hij was genaamd [naam eiser], geboren op [geboortedatum eiser].
[naam eiser] werd ter plaatse door ambulancepersoneel verzorgd en naar het ziekenhuis (EMC Rotterdam) overgebracht.
Van een andere man in de woning hoorde ik dat de hond met zijn broer naar buiten was. Deze man bleek later genaamd [naam 1], geboren op [geboortedatum]. De hond bleek een Amerikaanse Stafford, genaamd [naam hond] te zijn.
[naam 1] verklaarde aan mij "Mijn broer en ik hebben [naam hond] sinds 1 week. [naam eiser] vroeg aan ons of wij hem wilden hebben. Hij heeft [naam hond] van iemand anders gekregen, volgens mij van een caféhouder. [naam hond] was niet agressief tegen mij, mijn broer en een vriend van ons. We hebben de hele week met hem gestoeid en hij luisterde netjes. Ook tegen onze andere hond die drachtig is, is hij niet agressief geweest. Ik snap niet waarom hij [naam eiser] beet toen hij via de voordeur onze woning binnenkwam. Ik ben geschrokken."
(…) Inmiddels was ook de broer van [naam 1] met [naam hond] ter plaatse. Ik zag dat [naam hond]
aangelijnd en niet agressief was.
De broer bleek later genaamd [naam gedaagde], geboren op [geboortedatum gedaagde].
[naam gedaagde] verklaarde aan mij "[naam hond] heeft [naam eiser] zonet bij de voordeur gebeten. Hij kwam op bezoek. Toen hij de woning binnenkwam, heeft [naam hond] hem gebeten. Ik ben erg geschrokken. Ik heb [naam hond] nog nooit agressief gezien. Ik wil dat hij wordt afgemaakt, met een spuitje. Ik hoef hem niet meer. Ik had hem van [naam eiser] gekregen. Nu pas besef ik dat niet iedereen zo'n een hond kan houden."
Ik hoorde van collega (…) dat er geen eerdere bijtincidenten van [naam hond] bekend waren.
Van een diensthondenbegeleider hoorde ik, verbalisant (…), dat hij [naam hond] niet agressief vond. Hij had [naam hond] een hondenkoekje gegeven en had gezien dat [naam hond] geen agressief gedrag vertoonde.
(…) Ik zag [naam gedaagde] desgevraagd een hondenpaspoort van [naam hond] tevoorschijn haalde en dit aan een diensthondenbegeleider overhandigde.
Collega (…) overlegde de situatie met Officier (…). In opdracht van (…) werd [naam hond] in beslaggenomen, omdat er sprake was van een bijtincident met letsel op heterdaad. Hierop werd [naam hond] na lange tijd, geschat 1 uur later, door een dierenambulance opgehaald.
(…) [naam gedaagde] verklaarde "Wij hebben nog een terriër. Zij is drachtig en zit in de kamer die naast de voordeur is. [naam hond] deed nooit agressief tegen haar."
Desgevraagd verklaarde [naam gedaagde] "Ik heb weleens van [naam eiser] gehoord dat
hij [naam hond] hard op zijn neus stompte toen hij niet hem wilde luisteren. Verder weet ik niet wat [naam hond] heeft meegemaakt."
Op vrijdag 20 november 2015, in de avonduren, belde ik naar aanleiding van een terugbelverzoek naar [naam gedaagde]. Hij verklaarde "Ik wil [naam hond] toch wel terug."
Dit vond ik vreemd, gezien [naam gedaagde] eerder had verklaard dat hij afstand van [naam hond] wilde doen, hem wilde laten afmaken en flink geschrokken was van het bijtincident.
Desgevraagd verklaarde [naam gedaagde] "Ik wil [naam hond] eigenlijk niet terug, maar
moest dat van [naam eiser] vragen."
(…) Enkele minuten later werd ik via het callcenter van de politie door [naam eiser] gebeld. Hij verklaarde "Jullie moeten die hond niet meer teruggeven. Hij is gevaarlijk. Ik ben vanavond omstreeks 21:00 uur uit het ziekenhuis ontslagen. Ik ben door 2 professoren en 12 plastic chirurgen behandeld die allemaal flink zijn schrokken van de bijtwond. Ik mag van geluk spreken dat ik mijn vingers nog kan gebruiken. Ik heb wel 1200 ml aan pijnstillers gehad. Ik heb die hond overgenomen van de eigenaar van café (…) aan de (…). Die hond gromde als zijn dochtertje met eten dicht bij hem kwam. Hij heeft de hond uit Roemenië gehaald. Daar was de hond van een man die de hond mishandelde."
Ik deelde [naam eiser] mede dat ik [naam gedaagde] zojuist had gesproken en dat hij
had verklaard dat hij ([naam eiser]) de hond terug wilde. Hierop verklaarde [naam eiser] op een geschrokken toon "Nee ik wil de hond niet terug, hij is gevaarlijk. (…) staat naast mij."
Door de opmerking dat (…) naast hem ([naam eiser]) stond, kreeg ik het gevoel dat [naam eiser] met valse argumenten probeerde om de hond in zijn bezit te krijgen en zich uiteindelijk betrapt voelde.
Ik vrees derhalve dat [naam eiser] de hond in zijn bezit wil krijgen om het dier te mishandelen, hetzij te doden.
Verder heb ik ten tijde van de melding geen kenmerken van agressief gedrag bij de hond bespeurd.
Daarbij heeft mogelijk aan het bijtincident bijgedragen de behandeling van [naam eiser] aan de hond, waakdrift en het feit dat zich een drachtige hond in de kamer naast de voordeur bevond.”