ECLI:NL:RBROT:2022:3400

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
5 mei 2022
Zaaknummer
9677595 / VZ VERZ 22-1056
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor. Het verzoek is ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. N. Rachid, en gericht tegen de verweerder, vertegenwoordigd door mr. J.M.H.W. Bindels. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 7 februari 2022 is ingediend. De verweerder heeft in een brief van 9 maart 2022 aangegeven geen bezwaar te maken tegen het verzoek, maar heeft wel vragen gesteld over de bevoegdheid van de sector kanton, gezien de hoogte van de vordering van de verzoeker. De verzoeker heeft vervolgens bevestigd dat zijn vordering tot € 25.000,00 wordt beperkt, waardoor de kantonrechter zich bevoegd acht om het verzoek in behandeling te nemen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaar is tegen het verzoek en heeft het verzoek toegewezen. Het getuigenverhoor is gepland op donderdag 9 juni 2022 om 09:30 uur in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein in Rotterdam. De verzoeker is verantwoordelijk voor het oproepen van de getuigen. Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9677595 / VZ VERZ 22-1056
uitspraak: 24 maart 2022
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam, inzake het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor
in de zaak van
[verzoeker](hierna: [afkorting naam verzoeker]),
wonende in [woonplaats verzoeker],
verzoeker,
gemachtigde: mr. N. Rachid te Rotterdam,
gericht tegen
[verweerder], verzekerd bij de naamloze vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bedrijf](hierna: [verweerder]),
wonende in [woonplaats verweerder],
verweerder,
gemachtigde: mr. J.M.H.W. Bindels te Arnhem.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het verzoekschrift, met producties, dat op 7 februari 2022 op de griffie is ontvangen;
  • de brief van 9 maart 2022 aan de zijde van [verweerder], met producties;
  • de brief van 15 maart 2022 aan de zijde van [verzoeker];
  • de e-mail van 16 maart 2022 aan de zijde van [verzoeker];
  • de e-mail van 16 maart 2022 aan de zijde van [verweerder].
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van deze beschikking bepaald op vandaag.

2..Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
Het verzoek strekt tot het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor.
2.2.
Bij brief van 9 maart 2022 is namens [verweerder] aangevoerd dat tegen het verzoek als zodanig geen bezwaar wordt gemaakt, maar dat onduidelijk is of de sector kanton - gelet op de hoogte van de vordering van [verzoeker] - bevoegd is. Namens [verweerder] is verder aangevoerd dat dit door [verzoeker] kan worden opgelost, door - kort gezegd - expliciet te bevestigen dat zijn vordering tot de grens van € 25.000,00 zal worden beperkt. In dat geval kan een mondelinge behandeling van het bezwaar achterwege blijven, aldus de gemachtigde van [verweerder].
2.3.
Bij brief van 15 maart 2022 is namens [verzoeker] bevestigd dat de vordering van [verzoeker] tot € 25.000,00 wordt beperkt. Gelet hierop en in het licht van artikel 187 lid 1 Rv in samenhang met artikel 93 sub a Rv acht de kantonrechter zich bevoegd om van het verzoek kennis te nemen en daarop te beslissen.
2.4.
Aangezien [verweerder] heeft aangegeven verder geen bezwaar tegen het verzoek te hebben, is het verzoek als verder niet weersproken en op de wet gegrond toewijsbaar.
2.5.
Het getuigenverhoor wordt - rekening houdende met de door partijen opgegeven verhinderdata - gehouden op
donderdag 9 juni 2022 om 09:30 uur.
2.6.
Aangezien [verweerder] al over het verzoekschrift beschikt en hij van de griffie een afschrift van deze beschikking zal ontvangen, bestaat er geen aanleiding om te bepalen dat [verzoeker] deze stukken - gelet op het bepaalde in artikel 188 lid 1 in verbinding met artikel 190 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - bij deurwaarders-exploot aan [verweerder] moet betekenen, dan wel per aangetekende post aan hem moet toesturen.

3..De beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek toe;
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op
donderdag 9 juni 2022 om 09:30 uurin het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, ten overstaan van de hierna te noemen kantonrechter;
bepaalt dat [verzoeker] zelf zorg moet dragen voor het deugdelijk oproepen van de te horen getuigen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken op een openbare terechtzitting.
38671