ECLI:NL:RBROT:2022:34
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-aanvraag en geschiktheid van geduide functies
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een WIA-aanvraag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, die als inpakmedewerker werkte, had op 27 februari 2018 zijn werkzaamheden gestaakt en verzocht om een WIA-uitkering. Het primaire besluit van 6 mei 2020 wees deze aanvraag af, waarna eiser bezwaar maakte. Het bestreden besluit van 15 januari 2021 verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser stelde beroep in tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 24 november 2021 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.M.J. Iqbal, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. S. Roodenburg. De rechtbank beoordeelde of de geduide functies, die door de arbeidsdeskundige waren vastgesteld, geschikt waren voor eiser, gezien zijn medische situatie en beperkingen. Eiser voerde aan dat de functies niet geschikt waren vanwege medicatiegebruik en het ontbreken van instructies in het Nederlands.
De rechtbank concludeerde dat de arbeidsdeskundige voldoende had aangetoond dat de functies geschikt waren en dat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat de argumenten van eiser niet opgingen, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gedaan en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.