ECLI:NL:RBROT:2022:3389

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 april 2022
Publicatiedatum
5 mei 2022
Zaaknummer
9591321 / CV EXPL 21-41509
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidenten in vrijwaring en verwijzing in consumentenkoop geschil met betrekking tot non-conforme levering van isolatiewol

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. J.E. Herlaar, en de besloten vennootschap Doscha B.V., vertegenwoordigd door mr. T.J.K. van Santen. De eiser vordert ontbinding van de overeenkomst met Doscha en betaling van verschillende bedragen, waaronder schadevergoeding en kosten, op basis van non-conformiteit van geleverde isolatiewol. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de processtukken en heeft de vorderingen van de eiser beoordeeld.

Doscha heeft in incidentele vorderingen om vrijwaring en verwijzing verzocht, waarbij zij stelt dat de isolatiewol door een derde partij is geproduceerd en dat zij in dat geval de schade op die partij wil verhalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Doscha tot vrijwaring en verwijzing toewijsbaar zijn, omdat er sprake is van verknochtheid met een andere procedure die aanhangig is bij de Rechtbank Midden-Nederland.

De kantonrechter heeft de vorderingen van Doscha toegewezen en de zaak verwezen naar de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, waar de procedure met het kenmerk 9461168 / LC EXPL 21-2352 aanhangig is. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 29 april 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9591321 / CV EXPL 21-41509
uitspraak: 29 april 2022
vonnis in de incidenten van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
in de zaak van
[eiser](hierna: [afkorting naam eiser]),
wonende in [woonplaats eiser],
eiser in de hoofdzaak, verweerder in de incidenten,
gemachtigde: mr. J.E. Herlaar (ARAG) te Leusden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Doscha B.V.(hierna: Doscha),
statutair gevestigd in Eck en Wiel en kantoorhoudende in Blaricum,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in de incidenten,
gemachtigde: mr. T.J.K. van Santen (DAS) te Amsterdam.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • de dagvaarding van 13 december 2021, met producties 1 tot en met 9;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring en incidentele conclusie tot verwijzing en voeging, met producties 1 tot en met 6;
  • de conclusie van antwoord in de incidenten tot vrijwaring en verwijzing en voeging.
1.2.
De kantonrechter heeft bepaald dat dit vonnis vandaag wordt uitgesproken.

2..Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
[eiser] vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de overeenkomst tussen [eiser] en Doscha te ontbinden;
Doscha te veroordelen om aan [eiser] te betalen € 2.402,77 en € 23.623,35 aan hoofdsom;
Doscha te veroordelen om aan [eiser] te betalen € 1.316,77 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
Doscha te veroordelen om aan [eiser] te betalen € 2.604,53 aan expertisekosten;
Doscha te veroordelen om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over deze bedragen vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van de volledige betaling;
Doscha te veroordelen tot betaling van de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
Aan zijn vordering legt [eiser] - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag. Tussen [eiser] en Doscha is een overeenkomst in de zin van artikel 7:5 BW (consumentenkoop) gesloten, uit hoofde waarvan Doscha tegen betaling isolatiewol aan [eiser] heeft geleverd. De geleverde isolatiewol was echter non-conform in de zin van artikel 7:17 BW. Doscha is vervolgens in verzuim komen te verkeren. [eiser] heeft daardoor op grond van artikel 7:22 lid 1 en 2 BW het recht om de koopovereenkomst te ontbinden en de koopprijs van € 2.402,77 terug te vorderen. [eiser] maakt verder
primairop grond van artikel 7:24 BW in samenhang met artikel 6:74 BW en
subsidiairop grond van artikel 6:162 BW aanspraak op een schadevergoeding ten bedrage van € 23.673,15.
2.3.
Doscha voert verweer.

3..Het geschil in de incidenten

in het vrijwaringsincident
3.1.
Doscha verzoekt de kantonrechter om haar toestemming te verlenen om [naam bedrijf] te België tegen een door de kantonrechter te bepalen terechtzitting te dagvaarden, teneinde op de eis tot vrijwaring te antwoorden en verder te procederen, kosten rechtens.
3.2.
Aan haar vordering legt Doscha - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag. De isolatiewol waarover in de hoofdzaak wordt geklaagd, is door [naam bedrijf] geproduceerd en door haar aan Doscha verkocht. Indien en voor zover Doscha zou worden veroordeeld om aan [eiser] enig bedrag te voldoen, dan is dat het gevolg van het feit dat de isolatiewol die Doscha van [naam bedrijf] heeft gekocht niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Walotex is in dat geval tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst met Doscha. Mocht Doscha derhalve worden veroordeeld om de schade van [eiser] (gedeeltelijk) te vergoeden, dan wil Doscha de alsdan door Doscha geleden schade op [naam bedrijf] verhalen. Doscha heeft er dan ook recht en belang bij om [naam bedrijf] in vrijwaring op te roepen.
3.3.
[eiser] refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.
in het verwijzings- en voegingsincident
3.4.
Doscha verzoekt de kantonrechter om de onderhavige procedure op grond van artikel 220 Rv te verwijzen naar de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad (kanton) en op grond van artikel 222 Rv te voegen met de procedure met het kenmerk 9461168 \ LC EXPL 21-2352, kosten rechtens.
3.5.
Aan haar vordering legt Doscha - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag. Doscha wordt ook door een andere consument aangesproken op het feit dat zij isolatiewol zou hebben geleverd die niet aan de overeenkomst beantwoordt. Hierover loopt inmiddels een procedure bij de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton onder zaaknummer 9461168 \ LC EXPL 21-2352. Ook in die zaak wordt gevorderd dat Doscha de schade vergoedt die de consument daardoor heeft geleden en ook in die zaak is [naam bedrijf] in vrijwaring opgeroepen. Doscha is van mening dat derhalve sprake is van verknochtheid in de zin van artikel 220 Rv. Het is daardoor van belang dat er consistentie in de uitspraken in de hoofdzaken en in de vrijwaringszaken ontstaat.
3.6.
[eiser] refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.

4..De beoordeling in de incidenten

4.1.
Op grond van artikel 209 Rv wordt eerst op de door Doscha opgeworpen incidentele vorderingen beslist. Doscha heeft deze vorderingen tijdig en vóór alle weren ingesteld.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat geen van de incidentele vorderingen tot onbevoegdverklaring van de kantonrechter (van de Rechtbank Rotterdam) strekt. De kantonrechter is dan ook bevoegd om over alle incidentele vorderingen te oordelen en zij zal daar - vanuit proceseconomisch oogpunt - ook toe overgaan.
in het vrijwaringsincident
4.3.
Op grond van artikel 210 lid 1 Rv kan de gedaagde iemand in vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben. Daartoe dient de gedaagde in de hoofdzaak te stellen en te onderbouwen dat tussen hem en de in vrijwaring op te roepen derde een rechtsverhouding bestaat krachtens welke die derde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling van gedaagde in de hoofdzaak te dragen.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat uit hetgeen hiervoor bij 3.2. is opgenomen voortvloeit dat voldaan is aan voormeld vereiste. Nu [eiser] geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, zal de incidentele vordering worden toegewezen.
4.5.
Aangezien de kantonrechter hierna ook de incidentele vorderingen tot verwijzing en voeging zal toewijzen, is het aan de behandelend rechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton om te bepalen tegen welke terechtzitting Doscha [naam bedrijf] in vrijwaring moet oproepen.
4.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan in dit incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in het verwijzings- en voegingsincident
4.7.
In het geval een zaak verknocht is aan een zaak die al bij een andere gewone rechter van gelijke rang aanhangig is, kan de verwijzing naar die andere rechter worden gevorderd (artikel 220 lid 1 Rv). Van verknochtheid is sprake wanneer de feitelijke of juridische geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere zaak, dan wel dat deze zaken zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is. Daaraan kan ook zijn voldaan in het geval dat de zaken tussen verschillende partijen lopen.
4.8.
Naar het oordeel van de kantonrechter is, gelet op de door [eiser] niet weersproken stellingen van Doscha zoals weergegeven bij 3.5., de onderhavige procedure verknocht met de bij de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton onder zaaknummer 9461168 \ LC EXPL 21-2352 aanhangige procedure. Dat brengt mee dat het met het oog op de consistentie van de uitspraken in deze zaken wenselijk is dat beide zaken door dezelfde rechter worden beoordeeld en beslist. Nu [eiser] geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, zal de door Doscha gevorderde verwijzing naar de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton worden toegewezen.
4.9.
De verwijzing leidt van rechtswege tot voeging van de onderhavige zaak met de zaak bij de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton onder zaaknummer 9461168 \ LC EXPL 21-2352 aanhangige procedure.
4.10.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan in deze incidenten geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in het vrijwaringsincident
5.1.
staat toe dat [naam bedrijf] te België door Doscha wordt gedagvaard tegen een nader door de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton te bepalen terechtzitting;
5.2.
compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt;
in het verwijzings- en voegingsincident
5.3.
wijst de vordering tot verwijzing toe;
5.4.
stelt vast dat de onderhavige procedure van rechtswege is gevoegd met de bij de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton onder zaaknummer 9461168 \ LC EXPL 21-2352 aanhangige procedure;
5.5.
compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
5.6.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, sector kanton.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en uitgesproken op een openbare terechtzitting.
38671