In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. J.E. Herlaar, en de besloten vennootschap Doscha B.V., vertegenwoordigd door mr. T.J.K. van Santen. De eiser vordert ontbinding van de overeenkomst met Doscha en betaling van verschillende bedragen, waaronder schadevergoeding en kosten, op basis van non-conformiteit van geleverde isolatiewol. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de processtukken en heeft de vorderingen van de eiser beoordeeld.
Doscha heeft in incidentele vorderingen om vrijwaring en verwijzing verzocht, waarbij zij stelt dat de isolatiewol door een derde partij is geproduceerd en dat zij in dat geval de schade op die partij wil verhalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Doscha tot vrijwaring en verwijzing toewijsbaar zijn, omdat er sprake is van verknochtheid met een andere procedure die aanhangig is bij de Rechtbank Midden-Nederland.
De kantonrechter heeft de vorderingen van Doscha toegewezen en de zaak verwezen naar de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, waar de procedure met het kenmerk 9461168 / LC EXPL 21-2352 aanhangig is. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 29 april 2022.