In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. S.B.S. Crijns, een schadevergoeding van Media Markt Saturn Holding Nederland B.V. (hierna: Media Markt) naar aanleiding van een incident dat plaatsvond op 14 maart 2016. Eiser stelt dat hij materiële en immateriële schade heeft geleden doordat een beveiliger van Media Markt hem onterecht heeft vastgepakt en tegen de grond heeft gewerkt, wat resulteerde in een gebroken arm. Eiser baseert zijn vordering op artikel 6:171 van het Burgerlijk Wetboek, dat de aansprakelijkheid van een werkgever voor de daden van zijn werknemers regelt.
Media Markt, vertegenwoordigd door mr. A.A.M. Zeeman, betwist de vordering en stelt dat er geen sprake is van letsel en dat, zelfs als er letsel zou zijn, de beveiliger niet handelde in de uitoefening van de werkzaamheden van Media Markt. Media Markt stelt dat de beveiliger in dienst was van een extern beveiligingsbedrijf en dat er geen sprake is van een eenheid van onderneming. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een eenheid van onderneming, omdat de werkzaamheden van Media Markt en die van de beveiliger wezenlijk van elkaar verschillen.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser afgewezen, omdat niet aan alle vereisten voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:171 BW is voldaan. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van Media Markt, die zijn begroot op € 746,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.