ECLI:NL:RBROT:2022:3361

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 april 2022
Publicatiedatum
5 mei 2022
Zaaknummer
7440381 / CV EXPL 19-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake deskundigenonderzoek en voortzetting comparitie van partijen in geschil over gebreken aan woning en installatie

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. K.J. Bezuijen, betreft het een geschil tussen [bedrijf A] en [persoon B 1] c.s. over gebreken aan een woning en de bijbehorende W-installatie. De procedure is gestart met een tussenvonnis van 10 januari 2020, waarin een deskundige is benoemd om de geschilpunten te onderzoeken. De deskundige, ir. [naam deskundige], heeft vragen ontvangen over de oorzaak van geluidsoverlast en de werking van de W-installatie. Tijdens de zitting op 8 april 2022 heeft de kantonrechter besloten om een voortzetting van de comparitie van partijen te gelasten, waarbij de deskundige mondeling toelichting zal geven op zijn rapport. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om de deskundige te bevragen over de bevindingen in het rapport, met specifieke aandacht voor de W-installatie en de geluidmakende achtergevel. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de partijen hun verhinderdata voor de komende maanden moeten opgeven, zodat een nieuwe datum voor de comparitie kan worden vastgesteld. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de griffier zal een afschrift van het vonnis aan de deskundige toezenden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7440381 / CV EXPL 19-12
uitspraak: 8 april 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
in de zaak van
[bedrijf A]
(hierna: [bedrijf A] ),
gevestigd in [vestigingsplaats A] , gemeente [gemeente A] ,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: [naam gemachtigde] te [plaats] ,
tegen

1..[persoon B 1] ,

2. [persoon B 2](hierna gezamenlijk: [persoon B 1] c.s.),
beiden wonende in [woonplaats B] ,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
gemachtigde: mr. J.F. Verheijen DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Amsterdam.

1..Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 10 januari 2020, waarin een deskundige is benoemd;
  • het deskundigenbericht van 12 juli 2021;
  • de uitlatingsakte aan de zijde van [persoon B 1] c.s. voor de rolzitting van 11 augustus 2021, met producties;
  • de akte na deskundigenbericht aan de zijde van [bedrijf A] voor de rolzitting van 6 oktober 2021, met producties;
  • de brief van 28 oktober 2021 aan de zijde van [persoon B 1] c.s. voor de rolzitting van 3 november 2021;
  • de akte aan de zijde van [bedrijf A] voor de rolzitting van 1 december 2021;
  • de e-mail van 1 december 2021 aan de zijde van [bedrijf A] , met een leesbaar exemplaar van bijlage B.
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op vandaag.

2..De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij en neemt over hetgeen in het tussenvonnis van 10 januari 2020 is overwogen en beslist.
2.2.
In het tussenvonnis van 10 januari 2020 heeft de kantonrechter met betrekking tot een tweetal geschilpunten (de geluidmakende achtergevel en de W-installatie) een deskundigenonderzoek gelast en tot deskundige benoemd de heer ir. [naam deskundige] . Aan de deskundige zijn de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd:
Wat is de oorzaak van het gebrek (de knalgeluiden) in/aan de achtergevel van de woning?
Kleeft er een gebrek aan de W-installatie van de woning in die zin dat niet alle ruimten in de woning goed verwarmd worden of een ander gebrek dat daarmee verband houdt?
Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
2.3.
In het licht van hetgeen de deskundige ter beantwoording van deze vragen in zijn rapport heeft vermeld en de reacties van partijen op dat rapport, ziet de kantonrechter aanleiding om de zaak nader met partijen te bespreken. De kantonrechter wenst bovendien een nadere toelichting van de deskundige op het deskundigenbericht. De kantonrechter zal dan ook een voortzetting van de gehouden comparitie van partijen gelasten, waarbij de deskundige op de voet van artikel 194 lid 5 Rv zal worden bevolen om tijdens die voortzetting van de comparitie van partijen mondeling een nadere toelichting op het deskundigenbericht te geven.
2.4.
Tijdens de voortzetting van de comparitie van partijen zijn partijen in de gelegenheid om de deskundige desgewenst te bevragen, met dien verstande dat de te stellen vragen in direct verband moeten staan met de vragen die in het tussenvonnis van
10 januari 2020 ter beantwoording aan de deskundige zijn voorgelegd. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat partijen de deskundige op andere (geschil)punten bevragen.
2.5.
De kantonrechter wenst tijdens de voortzetting van de comparitie van partijen in ieder geval op de volgende vragen een antwoord van de deskundige te ontvangen:
Ten aanzien van de geluidmakende achtergevel
Heeft u geconstateerd dat - in vervolg op de door [bedrijf A] opgeworpen vraag (weergegeven op pagina 23 van het deskundigenbericht) - (rubberen)afdichtingen op de pui zijn toegepast en, zo ja, of dat op (constructief) juiste wijze is gebeurd?
Heeft u aan de hand van de geluidsfragmenten de bron/oorzaak van de fluittonen bij de achterpui kunnen duiden en, zo ja, kunt u toelichten hoe?
Kunt u aangeven of het knallen/fluiten van de pui al dan niet afhankelijk is van de windrichting en/of windsnelheid en, zo ja, in welke mate?
Doet de omstandigheid dat de stijl ten opzichte van de deklijst zichtbare scheefstand vertoont - zie foto 10 en 11 op pagina 19 en 20 van het deskundigenbericht - op zichzelf af aan de luchtdichtheid van de pui?
Hoe beoordeelt u de door [bedrijf A] voorgestelde blower door test voor het controleren van de luchtdichtheid van de pui? Wat zijn (naar uw inschatting) de kosten van een dergelijke test?
Ten aanzien van de W-installatie
6. U geeft op pagina 35 van uw rapport aan dat bij de uitvoering van de bouw meerdere “fouten/keuzes” met betrekking tot de W-installatie zijn gemaakt, die [persoon B 1] c.s. als een gebrek
ervaren(
onderstreping kntr). Is de W-installatie echter ook
in objectieve zinals (constructief) gebrekkig aan te merken?
7. In hoeverre is het mogelijk om het bestaande vloerverwarmingssysteem aan te passen/te vervangen, in die zin dat alsnog een licht en snel vloerverwarmingssysteem wordt aangebracht, en wat zijn daarvan (naar uw inschatting) de kosten?
8. Waarop baseert u uw opmerking dat de inregelventielen nog niet ingeregeld
lijken(
onderstreping kntr) te zijn?
9. Welke waarde hecht u aan de indicatie van de aanwezige flowmeters?
10. Heeft u het vloerwarmingssysteem beoordeeld, terwijl het in werking was?
11. Waarom vindt u het “schokkend” dat de badkamerradiator geen inregelventiel heeft gekregen?
12. Wilt u, gelet op de bestaande situatie, uw opmerking toelichten dat het mengen van een radiator met vloerverwarming op 1 thermosstaat regeltechnisch niet kan?
2.6.
Naast de twee geschilpunten ten aanzien waarvan aan de deskundige een aantal vragen is voorgelegd, is tussen partijen sprake van nog acht geschilpunten. Zoals in rechtsoverweging 4.2 van het tussenvonnis van 10 januari 2020 is overwogen, betreft de gietvloer (geschilpunt 1) geen onderdeel meer van het geschil tussen partijen. Voor wat betreft de overige zeven geschilpunten (2, 3, 6, 7, 8, 9 en 10) is tijdens de op 25 juni 2019 gehouden comparitie van partijen afgesproken dat [bedrijf A] , binnen vier weken nadien, zal zorgdragen voor afronding van de werkzaamheden ten aanzien van die punten. De kantonrechter wenst tijdens de voortzetting van de comparitie van partijen van partijen te vernemen of deze punten inmiddels zijn afgehandeld en, zo niet, welke geschilpunten nu nog resteren.
2.7.
De zaak wordt nu verwezen naar
woensdag 20 april 2022om partijen én de deskundige de gelegenheid te bieden hun verhinderdata voor de maanden juni, juli en augustus 2022 op te geven, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij het vaststellen van een datum en tijd voor de voortzetting van de comparitie van partijen. De kantonrechter zal vervolgens op de beraadrol van maandag 25 april 2022 een datum en tijdstip voor de voortzetting van de comparitie van partijen bepalen, waarna deze per brief aan partijen worden medegedeeld. Uitstel is niet mogelijk, tenzij beide partijen daar gezamenlijk om verzoeken.
2.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
bepaalt dat partijen (in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd door iemand die inhoudelijk van de zaak op de hoogte is en desgewenst met hun gemachtigde) op een nader te bepalen datum en tijd moeten verschijnen in het Gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, tijdens de voortzetting van de comparitie van partijen van de hierna genoemde kantonrechter;
beveelt daarbij op de voet van artikel 194 lid 5 Rv de verschijning van de bij tussenvonnis van 10 januari 2020 benoemde deskundige ir. [naam deskundige] , teneinde tijdens de voortzetting van de comparitie van partijen mondeling een nadere toelichting op het deskundigenbericht te geven;
bepaalt dat de griffier een afschrift van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden;
stelt partijen én de deskundige in de gelegenheid om
uiterlijk op woensdag 20 april 2022hun verhinderdata voor de maanden juni, juli en augustus 2022 op te geven;
bepaalt dat de schriftelijke opgaaf uiterlijk op de voormelde dag om 12:00 uur op de griffie moet zijn ontvangen;
bepaalt dat de kantonrechter bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de datum en het tijdstip van de voortzetting van de comparitie van partijen zelfstandig zal bepalen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken op een openbare terechtzitting.
38671