ECLI:NL:RBROT:2022:3327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
4 mei 2022
Zaaknummer
21/4943
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing WIA-aanvraag wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en beoordeling medische situatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-aanvraag door het UWV. Eiseres, die als stekkenprikster werkte, had zich op 24 september 2018 ziekgemeld vanwege voet- en rugklachten. Het UWV had op 16 november 2020 haar aanvraag afgewezen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres maakte bezwaar, maar het UWV verklaarde dit ongegrond. Eiseres stelde beroep in, waarbij zij aanvoerde dat de medische beoordeling niet zorgvuldig was en dat haar beperkingen niet goed waren vastgesteld.

De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op 21 september 2020 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank benadrukte dat het UWV zijn besluit mocht baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze rapporten zorgvuldig tot stand waren gekomen en geen tegenstrijdigheden bevatten. De rechtbank concludeerde dat de medische rapporten aan deze voorwaarden voldeden en dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat haar beperkingen ernstiger waren dan door het UWV was vastgesteld.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen recht had op een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat de door het UWV geselecteerde functies, waaronder textielproductenmaker en productiemedewerker industrie, passend waren voor eiseres, ondanks haar klachten. Eiseres kreeg geen proceskosten vergoed, omdat zij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: 21/4943

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres], uit [woonplaats eiseres], eiseres

(gemachtigde: mr. E. Kaya),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder,
(gemachtigde: A. Cuman-Resić).

Procesverloop

Met het besluit van 16 november 2020 (het primaire besluit) heeft het UWV de aanvraag van eiseres van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Met het besluit van 11 augustus 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres werkte als stekkenprikster voor gemiddeld 37,27 uur per week. Zij heeft zich op 24 september 2018 wegens voet- en rugklachten ziekgemeld voor dit werk.
2. Vervolgens heeft het UWV de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA beoordeeld.
3. Een arts [1] van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn per 21 september 2020. Deze beperkingen heeft de arts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er vijf functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen doen. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van de eerste drie functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 0%. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering krijgen.
4. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen niet juist vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft een gewijzigde FML opgesteld van 27 juli 2021. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft aan de hand van de gewijzigde FML deels nieuwe functies geduid. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vindt slechts twee van de functies die de arbeidsdeskundige heeft geselecteerd geschikt, maar hij heeft twee geschikte alternatieven geselecteerd, waardoor wordt voldaan aan de minimumeisen van het Schattingsbesluit. Eiseres blijft na de heroverweging 0% arbeidsongeschikt. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

5. Eiseres is het niet met het UWV eens. Zij voert aan dat het bestreden besluit niet is gebaseerd op een zorgvuldige voorbereiding en een deugdelijke motivering. Eiseres acht zich meer beperkt dan door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is aangenomen. Ook is zij van mening dat zij ongeschikt is voor de geduide functies, omdat haar belastbaarheid daarin wordt overschreden.

Waarover het gaat in deze zaak

6. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres per 21 september 2020 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 21 september 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

7
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 21 september 2020 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering). De rechtbank zal dat uitleggen.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. De arts heeft eiseres telefonisch gesproken en op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij heeft onder andere de klachten van eiseres, het dagverhaal, de diagnose en de prognose beschreven. In de FML heeft de arts beperkingen opgenomen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in zijn rapport heroverwogen. Hij heeft het dossier, de informatie van de behandelaars en de in de bezwaarprocedure verkregen aanvullende informatie bestudeerd. Dit betreft brieven van de huisarts van 23 november 2020 en 13 april 2021, beide met diverse bijlagen van behandelend specialisten. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres gezien en gesproken op de hoorzitting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de arts. De belastbaarheid wordt verder beperkt op lopen (tijdens het werk), trappenlopen, klimmen, zitten, staan tijdens het werk en afwisseling van houding. In verband met de wijzingen van de belastbaarheid van eiseres heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep op 27 juli 2021 een gewijzigde FML opgesteld.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
De medische beoordeling
12. De arts heeft de diagnoses DD spondylolisthesis, diabetes mellitus en verhoogde bloeddruk gesteld. Eiseres ervaart rugklachten die soms uitstralen naar het rechterbeen (en in mindere mate naar het linkerbeen), nekklachten, hypertensie en diabetes mellitus type 2. Alles overwegend en mede gebaseerd op de anamnese en het lichamelijk onderzoek concludeert de arts dat eiseres is gebaat bij rugbesparende activiteiten. Vanwege de diabetes mellitus en de verhoogde bloeddruk moeten nachtwerk en wisselende werktijden worden voorkomen. Door de medicatie is er ook een beperking voor verhoogd persoonlijk risico. Er is geen sprake van een situatie van “geen benutbare mogelijkheden”, omdat eiseres niet voldoet aan één van de uitzonderingssituaties in het Schattingsbesluit. Daarnaast is er geen zwaarwegende medische grond voor een beperking in de duurbelasting. Eiseres heeft een redelijk gevuld dagverhaal waaruit geen beeld ontstaat van een door vermoeidheidsklachten geïnvalideerd persoon.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de arts komt. Wat de belastbaarheid betreft moet worden uitgegaan van de diagnose radiculaire klachten beiderzijds bij degeneratieve listhesis op niveau L4 en L5 met zowel op L4 als L5 compressie. Naar aanleiding van de informatie van de neurochirurg van 14 december 2020 en de huisarts van 16 maart 2021 is de verzekeringsarts bezwaar en beroep van mening dat eiseres zeer fors beperkt is ten aanzien van de duurbelasting voor zitten, staan en lopen. Eiseres moet dan ook meer beperkt worden geacht op lopen tijdens het werk, traplopen, klimmen, zitten en staan tijdens het werk. Wat het zitten betreft kan eiseres niet in een gedwongen zithouding verkeren, zoals nodig is bij een functie met pedaalbediening. Tijdens het aannemen van de zithouding moet zij kunnen verzitten als ze dit nodig acht vanwege de pijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet in verband met de klachten en beperkingen van eiseres dan ook reden om de FML te wijzigen.
14. Eiseres voert aan dat sprake is van een gebrekkige motivering en dat onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing dat eiseres meer beperkingen heeft op 21 september 2020.
De arbeidskundige beoordeling
15. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 10 augustus 2021 beoordeeld of de geduide functies op basis van de gewijzigde FML van 27 juli 2021 passend zijn. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de gewijzigde FML deels nieuwe functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan doen. Het gaat om:
- (111160) Textielproductenmaker (excl. vervaardigen textiel);
- (267051) Monteur printplaten;
- (267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen;
- (111180) Productiemedewerker industrie.
Textielproducentmaker (excl. vervaardigen textiel)
16. Eiseres voert aan dat zij de functie textielproductenmaker niet geschikt vindt. Voor die functie geldt namelijk dat zij langdurig met een voetpedaal dient te werken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiseres echter beperkt geacht op langdurig pedaalwerk (4.21.1.) en op zitten (5.1). Er blijkt geen overleg te zijn geweest met de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de geschiktheid van de functie. Eiseres is van mening dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep kennelijk de bedoeling heeft gehad een beperking te stellen voor een gedwongen en min of meer gefixeerde zithouding die kan voorkomen bij pedaalbediening aan een machine, vanwege het constant terugkerende patroon van pedaalbediening in een min of meer vaste frequentie. Eiseres voert aan dat van het laatste in deze functie sprake is. Daarnaast meent eiseres dat in deze functie ook een overschrijding van de belastbaarheid is op het punt van trillingsbelasting (3.7) en het tillen en dragen van zware voorwerpen (4.13.2 en 4.14.2). De motivering van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat het tillen en dragen van een stapel stofdelen geen belemmering hoeft te vormen, omdat de stapel kan worden opgesplitst waardoor het te hanteren gewicht onder de 5 kg komt vindt eiseres niet voldoende.
17. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 10 augustus 2021 en het aanvullend rapport van 14 maart 2022 omtrent de geschiktheid van de functie textielproductmaker het volgende toegelicht. Ondanks dat voor het gebruik van de naaimachine een pedaal wordt gebruikt (deze kan zowel links als rechts worden bediend) is in deze functie geen sprake van langdurig pedaalwerk. In het werk kan regelmatig worden vertreden. Eiseres kan in principe zelf bepalen of zij even een korte pauze neemt van haar werkzaamheden. Zittend is er in deze functie geen sprake van constante of langdurige pedaalbediening, en er is geen sprake van een geforceerde houding. In de functiebeschrijving staat beschreven dat er 10 tot 16 hoezen per dag worden gemaakt. Daardoor is er elke keer een kort vertredings-/recuperatiemoment. Met regelmaat wordt de gedwongen zithouding dus onderbroken. In overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep is vastgesteld dat ook een terugkerend vast patroon inhoudt dat er afwisseling is. Dit is gewenst en past binnen de belastbaarheid van eiseres. Ook is in de functie geen sprake van trillingen of stoten. Dit blijkt uit het feit dat de arbeidsdeskundig analist op dit punt geen kenmerkende belasting heeft gescoord. Met betrekking tot tillen en dragen verwijst de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep naar zijn eerdere motivering. Toegelicht wordt dat er niet zwaarder hoeft te worden getild dan is toegestaan door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De arbeidsdeskundig analist heeft getoetst bij de werkgever of opsplitsen van stofdelen mogelijk is. Dit is het geval en levert geen probleem op voor de uitvoering van de functie.
Monteur printplaten (267051)
18. Eiseres acht zich ook niet geschikt voor de functie monteur printplaten. In de functie kan de medewerker zich onder andere snijden aan mesjes, terwijl eiseres is aangewezen op werk zonder verhoogd persoonlijk risico (1.8.6). Ook gelden er voor deze functie opleidingseisen waaraan eiseres niet voldoet. Eiseres beschikt niet over de vereiste vaardigheden van het lezen, maar vooral ook het begrijpen van de Nederlandse taal, waardoor zij de schriftelijke procedures, voorschriften en (werk)instructies niet kan lezen en begrijpen.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 14 maart 2022 omtrent de geschiktheid van de functie monteur printplaten het volgende toegelicht. Voor het standpunt van eiseres ten aanzien van de belasting op verhoogd persoonlijk risico verwijst de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep naar de motivering in bezwaar. Eiseres is beperkt op werken op hoogtes en met gevaarlijke niet beschermde machines, zoals een open cirkelzaag. Voor zover er sprake is van enig persoonlijk risico is dit naar oordeel van de arts dermate gering (zoals prikken, branden aan de soldeerbout) dat dit geen belemmering vormt. De vierdaagse opleiding bestaat uit: een PowerPointpresentatie, een boekwerk (naslagwerk) met instructies en een schriftelijk examen, waar eiseres dit boek bij mag houden. De examenvragen kunnen worden op gezocht in het boekwerk. Eiseres heeft een taalcursus gevolgd. Ook is eiseres vanaf haar 19e jaar (1995) in Nederland en heeft een rijbewijs. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep acht eiseres dan ook in staat op een eenvoudig niveau de Nederlandse taal in woord en geschrift te beheersen. Zo ook tot het doen van de interne opleiding.
Productiemedewerker industrie (111180)
20. Eiseres is van mening dat de functie van productiemedewerker industrie niet geschikt is. Voor de functie geldt eveneens dat eiseres onder andere de schriftelijke instructies dient te kunnen lezen, maar vooral ook begrijpen. Eiseres acht dit niet mogelijk, omdat zij de Nederlandse taal niet goed beheerst.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 14 maart 2022 omtrent de geschiktheid van de functie productiemedewerker industrie het volgende toegelicht. Uit de functiebeschrijving volgt dat eiseres in het Nederlands moet kunnen communiceren. In de beschrijving van deze functie staat dat de functionaris mondelinge opdrachten krijgt die vergezeld gaan met een werkopdracht en een schema. Voor zover het de mondelinge instructies betreft in deze functie, die een opleidingseis heeft van basisonderwijs, mag de fictie gelden dat eiseres voldoende Nederlands spreekt. Verder stelt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat het lezen van de werkopdracht en het schema een zo beperkt beroep doet op de vaardigheid om Nederlands te lezen dat dit geen blokkerende belemmering kan zijn voor de uitoefening van de functie. Hierbij is ook in ogenschouw genomen dat de functie wordt uitgeoefend onder leiding van een chef productie die de mondelinge opdrachten verstrekt en – naar mag worden aangenomen – zo nodig beschikbaar is voor vragen over de werkopdracht, terwijl voor het lezen van een schema van de samen te stellen elektrische schakelaars beheersing van de Nederlandse taal niet nodig zal zijn.
22. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in de rapporten van 10 augustus 2021 en 14 maart 2022 naar het oordeel van de rechtbank voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
23. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 21 september 2020 met de middelste van de eerste drie functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als stekken prikster zodat eiseres voor de overige 0% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

24. Het UWV heeft de WIA‑uitkering van eiseres per 21 september 2020 terecht geweigerd, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
25. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 4 mei 2022 door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Maas, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Het sociaal medisch oordeel in het rapport van 7 november 2020 is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts.