ECLI:NL:RBROT:2022:3228
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 20 april 2022 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekster tegen mr. A.M. van Kalmthout, rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek volgde op een eerdere procedure waarin verzoekster de besloten vennootschap [naam vennootschap] B.V. had gedagvaard. Tijdens de zitting op 4 april 2022 weigerde de rechter om door verzoekster meegebrachte stukken in ontvangst te nemen, omdat deze niet tijdig waren ingediend volgens de geldende regels. Verzoekster stelde dat de rechter partijdig was en dat haar belangen niet serieus werden genomen, wat leidde tot het indienen van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om de stukken niet te aanvaarden niet onbegrijpelijk was en dat verzoekster niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De wrakingsgronden die verzoekster ter zitting naar voren bracht, voldeden niet aan de eisen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, waarbij de rechter in kwestie niet de gelegenheid had gekregen om zijn standpunt te verduidelijken na het wrakingsverzoek.