ECLI:NL:RBROT:2022:3216

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
C/10/635456 / JE RK 22-668
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en wijziging verblijf van minderjarigen

Op 19 april 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van zes maanden en om toestemming voor wijziging van het verblijf van de kinderen van de pleegouders naar de moeder. De kinderrechter heeft de verzoeken behandeld tijdens een zitting met gesloten deuren, waarbij de moeder, pleegouders, bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder hard aan zichzelf heeft gewerkt en goed heeft samengewerkt met de GI en pleegmoeder. Het video-interactiebegeleidingstraject (VIB) is positief afgerond, en de moeder heeft aangetoond in staat te zijn om voor de kinderen te zorgen. De kinderen verblijven momenteel bij de pleegouders, maar er is een plan opgesteld voor hun terugplaatsing bij de moeder, waarbij de kinderen ook bij de pleegouders kunnen blijven logeren.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengd wordt voor de duur van vier maanden, tot 20 oktober 2022. Tevens is toestemming verleend voor de wijziging van het verblijf van de kinderen naar de moeder, per 19 april 2022. De bijzondere curator heeft haar werkzaamheden voor deze procedure beëindigd, en de kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/635456 / JE RK 22-668 en C/10/635364 / JE RK 22-651
datum uitspraak: 19 april 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

en
beschikking toestemming wijziging verblijf
in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind 1],

geboren op [geboortedatum kind 1] 2011 te [geboorteplaats kind 1], hierna te noemen [naam kind 1]
,

[naam kind 2],

geboren op [geboortedatum kind 2] 2012 te [geboorteplaats kind 2], hierna te noemen [naam kind 2].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam pleegmoeder] en [naam pleegvader],

hierna te noemen de pleegouders, wonende te [woonplaats pleegouders],

[naam curator],

hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende te [plaatsnaam].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verzoeken met bijlagen van de GI van 17 maart 2022, ingekomen bij de griffie op
21 maart 2022;
- het eindverslag van Enver d.d. 15 maart 2022;
- het emailbericht van de pleegouders d.d. 19 april 2022, waarin zij aangeven verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op 19 april 2022 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- namens de moeder is verschenen de advocaat mr. W. van der Voet,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam],
- de bijzondere curator [naam curator].
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de pleegouders.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind 1] en [naam kind 2] verblijven bij de pleegouders.
Bij beschikking van 28 juni 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2]
verlengd tot 20 juni 2022. Voorts is bij beschikking van 7 januari 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] en [naam kind 2] bij de pleegouders verlengd tot 20 juni 2022.

De verzoeken

Zaaknummer 635456
De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] te verlengen voor de duur van zes maanden.
Zaaknummer 635364
De GI heeft verzocht toestemming te verlenen tot wijziging in het verblijf van [naam kind 1] en [naam kind 2], te weten van de pleegouders naar de moeder.
De GI heeft ter zitting de verzoeken gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afgelopen periode heeft de moeder hard aan zichzelf gewerkt en zij heeft goed samengewerkt met de GI en met de pleegmoeder. De video-interactiebegeleiding (VIB traject) is positief afgerond en de moeder heeft laten zien dat zij in staat is om voor [naam kind 1] en [naam kind 2] te zorgen. De moeder heeft samen met de pleegmoeder een plan gemaakt voor de thuisplaatsing bij de moeder, waarbij [naam kind 1] en [naam kind 2] nog wel kunnen blijven logeren bij de pleegouders. De pleegouders en de moeder wonen dicht bij elkaar, waardoor [naam kind 1] en [naam kind 2] op dezelfde school en bij dezelfde sportvereniging kunnen blijven. De GI staat ook achter dit plan. [naam kind 1] en [naam kind 2] slapen al twee nachten in de week bij de moeder en soms zelfs al meer. De moeder heeft zelf geen opvoedvragen meer, maar de GI acht het van belang om nog zes maanden, of desgevraagd vier maanden, na afloop van de huidige termijn van de ondertoezichtstelling, begeleiding te bieden, om te bezien hoe te thuisplaatsing verloopt.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens de moeder is naar voren gebracht dat zij erg blij is dat [naam kind 1] en [naam kind 2] weer bij haar komen wonen. Haar vertrouwen is enorm gegroeid en door het VIB traject heeft zij geen begeleiding meer nodig. Indien de ondertoezichtstelling nog wel verlengd wordt, dan geeft de moeder de voorkeur aan een kortere periode, te weten vier maanden.

De bijzondere curator

De bijzondere curator heeft aangegeven dat zij geen contact meer heeft gehad met [naam kind 1] en [naam kind 2]. Zij heeft wel vernomen dat het goed gaat met de kinderen. Bij een eerder contact tussen de bijzondere curator en de kinderen, hebben de kinderen aangegeven dat zij het liefst weer bij hun moeder willen wonen. Het is fijn dat de moeder en de pleegmoeder samen tot een oplossing zijn gekomen en dat zij niet zo ver van elkaar wonen, zodat het contact tussen de kinderen en de pleegouders kan blijven bestaan.

De beoordeling

Zaaknummer 635456
Bij beschikking van 28 juni 2021 heeft de kinderrechter bepaald dat het perspectief van [naam kind 1] en [naam kind 2] opnieuw onderzocht moest worden. De kinderrechter heeft hierbij overwogen dat het eerdere perspectiefbesluit onzorgvuldig tot stand was gekomen, zoals destijds ook erkend door de GI.
In de periode hierna is het perspectief van [naam kind 1] en [naam kind 2] nader onderzocht en heeft de GI bepaald dat het perspectief bij de moeder ligt. Een en ander is besproken ter zitting van 7 januari 2022, waarbij de GI heeft aangegeven dat [naam kind 1] en [naam kind 2] weer bij de moeder kunnen wonen, mits het VIB traject in de thuissituatie bij de moeder een positief resultaat zou hebben. Dat is inmiddels het geval en blijkens het eindverslag van Enver sluit de moeder aan bij de behoeftes van [naam kind 1] en [naam kind 2] en is de hechtingsrelatie tussen de moeder en haar kinderen verbeterd. De moeder heeft samen met de pleegmoeder een plan opgesteld omtrent de thuisplaatsing, waar de GI ook achter staat.
Het is positief te noemen dat de kinderen contact blijven houden met de pleegouders en bij hen blijven logeren, aangezien zij de kinderen al vanaf 2015 hebben verzorgd en opgevoed. Daarnaast is het is het in de moeder en de pleegmoeder te prijzen dat zij in het belang van de kinderen goed samenwerken. De overgang zal ook soepel kunnen verlopen nu de kinderen naar dezelfde school en sportvereniging kunnen blijven gaan.
De kinderrechter overweegt verder dat een verlenging van de ondertoezichtstelling nog wel van belang is om de thuisplaatsing stapsgewijs te laten verlopen, waarbij de bezoekregeling verder wordt geïntensiveerd. Het is noodzakelijk dat de terugplaatsing positief verloopt en de jeugdbeschermer kan hierbij nog ondersteuning bieden. De kinderrechter acht een verlenging voor de duur van vier maanden voldoende, aangezien de huidige ondertoezichtstelling nog twee maanden voortduurt. De GI heeft hiermee ter zitting desgevraagd ingestemd.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengen voor de duur van vier maanden.
Zaaknummer 635364
Op grond van het eerste lid van artikel 265i van het BW behoeft de GI de toestemming van de kinderrechter voor wijziging in het verblijf van een minderjarige die ten minste een jaar door een ander als de ouder is opgevoed en verzorgd als behorende tot zijn gezin. Ingevolge het tweede lid van artikel 265i BW wordt de toestemming door de kinderrechter op verzoek van de GI verleend en slechts afgewezen indien de kinderrechter dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk oordeelt.
De kinderrechter stelt allereerst vast dat [naam kind 1] en [naam kind 2] sinds april 2015, met een korte terugplaatsing bij hun moeder van april 2018 tot mei 2018, door de pleegouders zijn opgevoed en verzorgd, waardoor de GI de toestemming van de kinderrechter behoeft om een wijziging in het verblijf van [naam kind 1] en [naam kind 2] aan te brengen, zoals genoemd in artikel 1:265i BW.
De kinderrechter is van oordeel dat de verzochte wijziging in het verblijf van [naam kind 1] en [naam kind 2] dient te worden toegewezen. Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het VIB traject van de moeder positief is afgerond en dat de moeder heeft laten zien dat zij weer in staat kan worden geacht om zelf voor [naam kind 1] en [naam kind 2] te zorgen. De moeder heeft laten zien dat zij de inzichten en de tips van de jeugdbeschermer goed kan en wil inzetten en dat zij over voldoende vaardigheden beschikt om voor [naam kind 1] en [naam kind 2] te zorgen. De pleegouders hebben zich ook niet verzet tegen de wijziging in het verblijf.
Bijzondere curator
De rechtbank merkt op dat de benoeming van de bijzondere curator, voor zover er hoger beroep wordt ingesteld tegen de beslissing tot verlenging van de ondertoezichtstelling of toestemming tot wijziging in het verblijf, doorloopt tijdens de appelprocedure. Indien er geen hoger beroep wordt ingesteld, dan beschouwt de kinderrechter de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd. De kinderrechter dankt de bijzondere curator voor haar bijstand aan [naam kind 1] en [naam kind 2] en haar advies aan de kinderrechter.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] tot 20 oktober 2022;
verleent toestemming tot wijziging in het verblijf van [naam kind 1] en [naam kind 2], te weten van de pleegouders
[naam pleegmoeder]en
[naam pleegvader], naar de moeder
[naam moeder], wonende te [woonplaats moeder], per 19 april 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator [naam curator] voor deze procedure als beëindigd;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 april 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.