Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 april 2022 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [woonplaats eiser], eiser
[naam vergunninghoudster]te [vestigingsplaats vergunninghoudster], vergunninghoudster
Procesverloop
Eiser heeft nadere stukken ingediend.
Overwegingen
a. het bouwen van een bouwwerk,
(…)
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (…).
Uit artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo, voor zover hier van belang, volgt dat bij een aanvraag die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien sprake is van strijd met het Bouwbesluit, de Bouwverordening, het bestemmingsplan dan wel de redelijke eisen van welstand.
“Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
(…).”
“Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:
(…)
4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
(…).”
“In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen, geldt:
“42.1.1 Aanwezige bouwwerken
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
Op grond van artikel 16.1 zijn de voor 'Tuin' aangewezen gronden bestemd voor:
a. tuin;
b. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
c. aanbouwen ten behoeve van een woning die krachtens een aangrenzende woonbestemming is toegelaten; (…).
Op grond van artikel 16.2.1 mag op de voor 'Tuin' bestemde gronden niet worden gebouwd, behoudens:
c. uitstekende delen aan gebouwen;
“k. gebouwde terrassen (dakterrassen worden niet hieronder begrepen) mogen niet hoger worden dan 0,2 meter boven maaiveld;
Beslissing
- verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij aan eiser geen vergoeding is toegekend voor de proceskosten in bezwaar;
- voorziet zelf in de zaak door te bepalen dat verweerder de proceskosten in bezwaar aan eiser dient te vergoeden tot een bedrag van € 1.082,-;
- bepaalt dat deze uitspraak, voor zover de rechtbank zelf in de zaak voorziet, in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser in beroep tot een bedrag van € 759,-.