Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert de besloten vennootschap Eneco Services B.V. (hierna: Eneco) van de gedaagde een bedrag van € 8.935,56, vermeerderd met wettelijke rente, wegens openstaande energiekosten. De vordering is gebaseerd op een eerder vonnis van 19 januari 2018, waarin is vastgesteld dat er een overeenkomst voor de levering van energie bestond tussen partijen. Gedaagde heeft nagelaten om de meterstanden door te geven, waardoor Eneco genoodzaakt was om het verbruik te schatten. Dit geschatte verbruik leidde tot een hogere jaarnota, die gedaagde niet heeft betaald. Gedaagde heeft verweer gevoerd, maar de kantonrechter oordeelt dat Eneco voldoende bewijs heeft geleverd van het verbruik en dat gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter wijst de vordering van Eneco toe en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.