Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderde eiser schadevergoeding van gedaagde na een incident in een TBS-kliniek, waarbij gedaagde eiser in een nekklem nam. De feiten zijn als volgt: op 7 april 2019 waren beide partijen, als TBS-gestelden, in Forensisch Psychiatrisch Centrum ‘de Kijvelanden’. Tijdens een incident heeft gedaagde eiser van achteren in een nekklem genomen, waardoor eiser buiten bewustzijn raakte. Eiser heeft aangifte gedaan en gedaagde is hiervoor door het openbaar ministerie beboet voor eenvoudige mishandeling. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 700,-, die hij onderbouwde met de onrechtmatige daad van gedaagde. Gedaagde voerde verweer en stelde dat er geen sprake was van een onrechtmatige daad, maar van een sport- en spelsituatie, en dat eiser onvoldoende belang had bij zijn vordering omdat hij al schadevergoeding had ontvangen van de kliniek.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door eiser in een nekklem te nemen. De rechter verwierp het verweer van gedaagde dat er sprake was van een osvo (ongelukkige samenloop van omstandigheden) en dat de situatie als een sport- en spelsituatie moest worden beschouwd. De rechter concludeerde dat de nekklem niet onder deze uitzondering viel en dat gedaagde aansprakelijk was voor de schade die eiser had geleden. De kantonrechter stelde vast dat er causaal verband bestond tussen de onrechtmatige daad en de schade van eiser. Uiteindelijk werd de schadevergoeding vastgesteld op € 500,-, met wettelijke rente vanaf de datum van de mishandeling. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van eiser.