Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 1.000,-, subsidiair 20 dagen hechtenis en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorvoertuigen te besturen voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit en strafbaarheid verdachte
6..Motivering straf en maatregel
7..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10.. Beslissing
geldboete van € 1.000, - (duizend euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
3 (drie) maanden;
€ 12.582,23 (zegge: twaalfduizend vijfhonderd en tweeëntachtig euro en drieëntwintig eurocent), bestaande uit € 5.082,23 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 12.582,23(hoofdsom,
zegge: twaalfduizend vijfhonderd en tweeëntachtig euro en drieëntwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 12.582,23 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
97 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;