Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser] ,
[eiseres],
1..[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 1 juli 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de akte wijziging van eis;
- de akte zijdens [eiser] c.s. met producties;
- de bij brief zijdens [gedaagde 1] c.s. overgelegde productie;
- de aantekening dat op 4 februari 2022 de mondelinge behandeling is gehouden, waarbij aansluitend een gerechtelijke plaatsopneming heeft plaatsgevonden.
2..De vaststaande feiten
3..De vordering, de grondslag en het verweer
Het tuinhuis is gebouwd met de wettelijk verboden rabatdelen houtsoort Western Red Ceder (WRC) brandklasse F, die is geclassificeerd als uiterst brandbaar, zodat in combinatie met de jacuzzi sprake is van een brandgevaarlijke situatie. Daarnaast is, als gevolg van de aanwezige luchtafvoer, sprake van geluids- en stankoverlast en bestaat een groot risico op corona- en legionellabesmetting. Voorts is [gedaagde 1] c.s. op grond van de vaststellingsovereenkomst gehouden [eiser] c.s. toestemming te verlenen om op de overeengekomen wijze gebruik te maken van het wettelijk ladderrecht en dient [gedaagde 1] c.s. zorg te dragen voor het verwijderen en verwijderd houden van de camera ‘met cijfer 2’. Bovendien is het verboden camera’s te richten op het grondgebied van [eiser] c.s. alsmede op zijn auto’s en dient [gedaagde 1] c.s. zich te onthouden van het beschadigen dan wel vernielen van eigendommen van [eiser] c.s., waaronder de haag.
4..De beoordeling van het geschil
gebruikvan het tuinhuis hebben bedoeld wordt door [gedaagde 1] c.s. betwist en kan op basis van de ter beoordeling voorliggende feiten en omstandigheden niet worden vastgesteld. Naar het oordeel van de rechtbank is van een wijziging van de vorm en kenmerken van het tuinhuis door de plaatsing van de jacuzzi geen sprake. De vordering te gebieden om de jacuzzi uit het tuinhuis te verwijderen zal dan ook worden afgewezen.
Daarbij is echter geen sprake van het door [eiser] c.s. gestelde overmatige geluid dan wel zodanige geluidsoverlast dat van de zijde van [gedaagde 1] c.s. sprake is van onrechtmatige hinder.
De onweersproken gebleven rente over de proceskosten zal, als op de wet gegrond, worden toegewezen op de wijze als in het dictum weergegeven.