ECLI:NL:RBROT:2022:3067

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 maart 2022
Publicatiedatum
22 april 2022
Zaaknummer
C/10/634695 / JE RK 22-551
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 maart 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die verzocht om een machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de grootmoeder van [naam kind] en zijn advocaat, mr. F. el Makhtari, aanwezig waren. [naam kind] heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] onder voogdij is gesteld van de GI en dat er een langdurige hulpverleningsgeschiedenis is. [naam kind] heeft in het verleden meerdere keren in een gesloten accommodatie verbleven, maar is recentelijk weggelopen. De GI heeft aangegeven dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en veiligheid van [naam kind], en dat hij zich aan de hulpverlening onttrekt. De grootmoeder heeft haar zorgen geuit over de situatie van [naam kind] en pleit voor zijn terugkeer naar huis.

Na beoordeling van de feiten en de standpunten van de betrokken partijen, heeft de kinderrechter geoordeeld dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, in plaats van de verzochte twaalf maanden, en heeft de beslissing voor het overige aangehouden tot een pro forma datum op 1 september 2022. De GI is verzocht om twee weken voor deze datum een rapportage in te dienen over de stand van zaken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/634695 / JE RK 22-551
Datum uitspraak: 29 maart 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. F. el Makhtari, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam grootmoeder],

hierna te noemen: de grootmoeder, wonende te [woonplaats grootmoeder].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 maart 2022, ingekomen bij de griffie op
7 maart 2022;
- de verklaring d.d. 3 maart 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp
en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 23 maart 2022 van de gekwalificeerde
gedragswetenschapper.
Op 29 maart 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- mr. F. el Makhtari, de advocaat van [naam kind];
- de grootmoeder, bijgestaan door [naam 1], tolk in de Spaans taal;
- [naam 2] namens de GI.
[naam kind] heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting en is tevens voorafgaand aan de zitting apart gehoord en daarbij bijgestaan door zijn advocaat.

De feiten

Bij beschikking van 7 juli 2011 is [naam kind] onder voogdij gesteld van de GI.
Bij beschikking van 30 september 2021 is een spoedmachtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 30 december 2021.
Bij beschikking van 20 december 2021 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 30 maart 2022.
[naam kind] verbleef op een gesloten groep van Schakenbosch, maar is op 4 januari 2022 tijdens een begeleidingsbezoek aan zijn oma weggelopen. Tot op heden is onbekend waar [naam kind] verblijft.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twaalf maanden.
De GI heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt nader toegelicht. Er is inmiddels een langdurig hulpverleningstraject met [naam kind] doorlopen en [naam kind] heeft verschillende verblijfplaatsen gekend. [naam kind] heeft de kans gekregen voor een plaatsing bij een open groep bij Pluryn, maar de motivatie daarvoor bij [naam kind] ontbrak. [naam kind] heeft toentertijd aangegeven niet achter een plaatsing bij Pluryn te staan en is weggelopen. Hierdoor is uiteindelijk overgegaan tot het verzoeken van een machtiging voor een gesloten plaatsing bij Schakenbosch. [naam kind] heeft een tijd in de gesloten instelling doorgebracht en al vrij snel waren positieve ontwikkelingen bij [naam kind] zichtbaar. Daarentegen is [naam kind] ook meerdere keren uit Schakenbosch weggelopen. Op 4 januari 2022 is [naam kind] voor het laatst weggelopen. Sinds die tijd is het onduidelijk waar [naam kind] verblijft. Er bestaan nog steeds ernstige zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van [naam kind]. [naam kind] blijft zich aan de hulpverlening onttrekken en daarnaast zijn er vermoedens van contacten binnen het criminele circuit. Een plaatsing in een driemilieuvoorziening van Pluryn zou het beste zijn voor [naam kind], maar [naam kind] zal dan eerst moeten laten zien dat hij zich aan de regels bij Schakenbosch kan houden. Hij zal motivatie moeten tonen. Als [naam kind] goed zijn best doet en zich aan de regels houdt, zou na een verblijf van drie maanden in de geslotenheid een plek in een open groep naar verwachting mogelijk kunnen zijn. De grootmoeder is onvoldoende in staat het gedrag van [naam kind] te veranderen en hij heeft meer nodig dan een gezinssamenstelling. Het wederom verzoeken van een verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp is dan ook onontkoombaar.

De standpunten

De grootmoeder heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat ze zich ernstige zorgen maakt om [naam kind]. Drie weken geleden is [naam kind] bij haar thuis geweest en toen had hij koorts. [naam kind] is ook weer vertrokken bij de grootmoeder. De grootmoeder verwacht dat [naam kind] onvindbaar blijft zolang er een machtiging voor de gesloten jeugdhulp is. De grootmoeder wil dat [naam kind] snel naar huis komt, zodat zij zicht op [naam kind] kan houden.
[naam kind] heeft de kinderrechter verteld dat hij is weggelopen en niet naar de zitting wil komen, omdat hij niet gesloten wil worden geplaatst. [naam kind] zou het liefst bij zijn oma willen wonen of bij een open groep van Pluryn. Volgens [naam kind] wordt dat ten onrechte niet geprobeerd. [naam kind] gaat al lange tijd niet naar school.
Namens [naam kind] heeft de advocaat tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd.
De advocaat heeft verzocht de duur van de machtiging te beperken tot zes maanden. Een gesloten machtiging is een ingrijpende maatregel en dient niet langer te duren dan noodzakelijk. [naam kind] wil absoluut niet gesloten worden geplaatst. In de komende zes maanden dienen daarom andere mogelijkheden te worden onderzocht. Zo is er een kennis van [naam kind] die hem graag zou willen opvangen. Daarnaast heeft [naam kind] aangegeven graag een kans te willen krijgen op een open groep.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hiervan sprake.
Uit de overgelegde stukken de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind] kampt met een belast verleden. [naam kind] functioneert op een laag begaafd niveau, vertoont zelfbepalend gedrag en is meerdere keren met politie en justitie in contact gekomen. Er is sprake van een langdurige hulpverleningsgeschiedenis en in de afgelopen periode heeft [naam kind] wisselende verblijfplaatsen gekend. Uiteindelijk is [naam kind] gesloten geplaatst bij Schakenbosch. Een plek bij een open groep lijkt het beste te zijn voor [naam kind]. Hiervoor dient [naam kind] wel gemotiveerd te zijn. Tijdens de zitting van 20 december 2021 heeft [naam kind] in gesprek met de kinderrechter verteld dat hij niet meer zal weglopen en gemotiveerd wil werken aan de gestelde doelen. Dit heeft hij toentertijd ook in gesprek met de gedragswetenschapper verklaard. [naam kind] is echter op 25 december 2021 opnieuw weggelopen tijdens een begeleid bezoek aan de grootmoeder. Voor het laatst is [naam kind] weggelopen op 4 januari 2022. Sinds die datum is [naam kind] vermist en is het onduidelijk met wie hij omgaat. Een plaatsing binnen een open setting is hierdoor nog niet aan de orde. [naam kind] zal eerst stappen moet maken binnen de geslotenheid om toe te kunnen werken naar een plek met meer vrijheid. De strakke kaders, structuur en voorspelbaarheid van de geslotenheid zijn nodig om [naam kind] te begrenzen in zijn gedrag en hem veiligheid te bieden. Gebleken is dat [naam kind] het goed deed in de periode dat hij op Schakenbosch verbleef. Het is van belang dat [naam kind] laat zien dat hij gemotiveerd is en wil werken aan zijn toekomst. Hierna kan worden toegewerkt naar een plaatsing op de open groep van Pluryn dan wel een andere plek. Namens de GI is aangegeven dat deze vervolgstap mogelijk na drie maanden kan worden gemaakt als [naam kind] goed meewerkt en gemotiveerd is. De kinderrechter zal gelet hierop en om een vinger aan de pols te houden de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor een kortere periode dan verzocht, te weten voor zes maanden. Het verzoek zal voor het overige worden aangehouden tot de hierna te noemen pro forma datum.
De GI wordt verzocht om twee weken vóór de hierna vermelde pro forma datum een briefrapportage (met afschrift aan de belanghebbenden en de advocaat van [naam kind]) te overleggen over de dan huidige stand van zaken en aan te geven of het verzoek voor het overig verzochte wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 30 maart 2022 tot 30 september 2022;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 1 september 2022 pro forma;
bepaalt dat de GI en de belanghebbenden op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde pro forma datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven en S.H. Harders, als griffiers en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2022.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 8 april 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.