In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 maart 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die verzocht om een machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de grootmoeder van [naam kind] en zijn advocaat, mr. F. el Makhtari, aanwezig waren. [naam kind] heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] onder voogdij is gesteld van de GI en dat er een langdurige hulpverleningsgeschiedenis is. [naam kind] heeft in het verleden meerdere keren in een gesloten accommodatie verbleven, maar is recentelijk weggelopen. De GI heeft aangegeven dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en veiligheid van [naam kind], en dat hij zich aan de hulpverlening onttrekt. De grootmoeder heeft haar zorgen geuit over de situatie van [naam kind] en pleit voor zijn terugkeer naar huis.
Na beoordeling van de feiten en de standpunten van de betrokken partijen, heeft de kinderrechter geoordeeld dat de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, in plaats van de verzochte twaalf maanden, en heeft de beslissing voor het overige aangehouden tot een pro forma datum op 1 september 2022. De GI is verzocht om twee weken voor deze datum een rapportage in te dienen over de stand van zaken.