ECLI:NL:RBROT:2022:3040

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
10-221995-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijk geweld gepleegd op schoolplein

Op 21 april 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], die werd beschuldigd van openlijk geweld gepleegd op 20 juni 2019 te Rotterdam. De zaak werd behandeld in een besloten terechtzitting op 7 april 2022. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft, na beoordeling van het bewijs, geconcludeerd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.

Daarnaast heeft de rechtbank een benadeelde partij, [naam slachtoffer 1], die zich in het geding had gevoegd, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. De benadeelde partij had een bedrag van € 236,75 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade gevorderd, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de vordering afgewezen. De rechtbank heeft de benadeelde partij ook veroordeeld in de kosten die de verdachte heeft gemaakt ter verdediging tegen de vordering, welke kosten op nihil zijn begroot.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter en kinderrechter mr. A. Verweij, en de rechters mrs. S. Riege en J. Montijn. De uitspraak vond plaats op de openbare terechtzitting van de rechtbank.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/221995-21
Datum uitspraak: 21 april 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. W.J. van Bel, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de besloten terechtzitting van
7 april 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft vrijspraak van het ten laste gelegde gevorderd.

4..Waardering van het bewijs

Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5..Vordering benadeelde partij [naam slachtoffer 1]

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam slachtoffer 1] ter zake van het tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 236,75 aan materiële schade en een bedrag van € 2.500,- aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. S. Riege en J. Montijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.J. van Heel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 april 2022.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 juni 2019 te Rotterdam openlijk, te weten, op of aan de [naam locatie] , op het schoolplein van het [naam school] aldaar, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] door
- die [naam slachtoffer 1] onderuit te trappen en/of (terwijl die [naam slachtoffer 1] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of schoppen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer 1] en/of
- die [naam slachtoffer 2] vast te pakken en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of schoppen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, met een (wapen)stok, althans een hard voorwerp, te slaan op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 1] en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te steken in de zij, althans in het lichaam, van die [naam slachtoffer 1] .