ECLI:NL:RBROT:2022:3038

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
10-221827-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijke geweldpleging in Rotterdam

Op 21 april 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de verdachte werd bijgestaan door raadsman mr. P.M. Iwema. De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzittingen van 31 maart 2022 en 7 april 2022 gevoerd. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd, omdat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.

De rechtbank heeft de camerabeelden van de vechtpartij bekeken en vastgesteld dat de verdachte achter het slachtoffer [naam slachtoffer 1] aan is gerend, wat als bedreigend werd ervaren. Echter, de rechtbank kon niet vaststellen dat dit gedrag gericht was op het plegen van geweld. Bovendien bleek dat de verdachte later een van de medeverdachten tegenhield, wat de conclusie versterkte dat hij geen significante bijdrage heeft geleverd aan het openlijke geweld tegen de slachtoffers. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

Daarnaast heeft de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] een vordering ingediend voor materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte werd vrijgesproken. De kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt voor de verdediging van de vordering zijn begroot op nihil. De uitspraak is gedaan door mr. A. Verweij, voorzitter en kinderrechter, en mrs. S. Riege en J. Montijn, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. L.J. van Heel.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/221827-21
Datum uitspraak: 21 april 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. P.M. Iwema, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de besloten terechtzittingen van
31 maart 2022 (inhoudelijke behandeling) en 7 april 2022 (sluiting van het onderzoek).

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft vrijspraak van het ten laste gelegde gevorderd.

4..Waardering van het bewijs

Vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken. De rechtbank heeft bij het bekijken van de camerabeelden van de vechtpartij waargenomen dat de verdachte achter het slachtoffer [naam slachtoffer 1] is aangerend. Dit achterna rennen is voor het slachtoffer bedreigend geweest. De rechtbank kan echter niet vaststellen waar het achterna rennen op was gericht. Bovendien heeft de rechtbank waargenomen dat de verdachte later een van de medeverdachten lijkt tegen te houden. De rechtbank concludeert dan ook dat zij niet kan vaststellen dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het openlijke geweld tegen het slachtoffer [naam slachtoffer 1] . Ten aanzien van het slachtoffer [naam slachtoffer 2] heeft de verdachte evenmin een significante bijdrage geleverd aan het openlijke geweld. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

5..Vordering benadeelde partij [naam slachtoffer 2]

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam slachtoffer 2] ter zake van het tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 236,75 aan materiële schade en een bedrag van € 2.500,- aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

6..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. S. Riege en J. Montijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.J. van Heel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 april 2022.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 juni 2019 te Rotterdam openlijk, te weten, op of aan de [naam locatie] , op het schoolplein van het [naam school] aldaar, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] door
- die [naam slachtoffer 2] onderuit te trappen en/of (terwijl die [naam slachtoffer 2] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of schoppen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer 2] en/of
- die [naam slachtoffer 1] vast te pakken en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of schoppen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer 1] en/of
- meermalen, althans eenmaal, met een (wapen)stok, althans een hard voorwerp, te slaan op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer 1] en/of die [naam slachtoffer 2] en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te steken in de zij, althans in het lichaam, van die [naam slachtoffer 2] .