In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot zware mishandeling en mishandeling. De verdachte heeft zijn collega en huisgenoot, de aangever, geprobeerd te verwonden met een uitbeenmes. Tijdens een ruzie op 11 september 2021 in hun gezamenlijke woning in Schiedam stak de verdachte met het mes in de richting van de borstkas van de aangever, die zich verdedigde en daardoor in zijn hand werd geraakt. De rechtbank oordeelde dat de poging tot zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen was, en legde een gevangenisstraf van 110 dagen op, met aftrek van voorarrest.
Daarnaast was de verdachte ook aangeklaagd voor mishandeling van zijn toenmalige vriendin, waarbij hij meerdere grove geweldshandelingen had gepleegd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de strafverzwarende omstandigheid 'levensgezel', maar veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 59 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank benadrukte dat dergelijk geweld gevoelens van onveiligheid in de samenleving met zich meebrengt.