de verdeling vast te stellen conform artikel 3:185 BW en wel in die zin te bepalen dat de woning dient te worden verkocht;
te bepalen dat partijen binnen vier weken na afgifte van het te wijzen vonnis, zo zulks nog niet is geschied, makelaar Van Herk Makelaardij, gevestigd te Rotterdam, opdracht geven tot verkoop van de woning tegen een door partijen overeen te komen verkoopprijs;
te bepalen dat, indien [naam gedaagde] niet binnen vier weken na afgifte van het vonnis zal meewerken aan het verstrekken van de opdracht tot de verkoop, [naam eiseres] bevoegd is tot het verstrekken van een opdracht aan makelaar Van Herk Makelaardij, en het ten deze te wijzen vonnis in plaats zal treden van de door [naam gedaagde] te verrichten formaliteiten en te verlenen toestemming en/of wilsverklaring voor de verkoop van de woning, zijnde onder meer het sluiten van een overeenkomst met de makelaar en een onderhandse koopovereenkomst;
te bepalen dat, indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening er in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de makelaar de vraagprijs bindend voor partijen vaststelt;
te bepalen dat als partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de verkooprijs, de makelaar de verkoopprijs bindend voor partijen vaststelt;
[naam gedaagde] te veroordelen om zijn medewerking te verlenen en de makelaar binnen één week na een verzoek van de makelaar daartoe toegang te verschaffen om de woning te kunnen bekijken ter voorbereiding op de verkoopprocedure, zulks op straffe van een dwangsom van € 150,00 per iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de uitgesproken veroordeling voldoet;
[naam gedaagde] te veroordelen om binnen één week na een verzoek van de makelaar daartoe zijn medewerking te verlenen aan een bezichtiging door de makelaar
[naam gedaagde] te veroordelen om, nadat de makelaar heeft aangekondigd de woning met kopers te bezoeken, de woning te verlaten en in opgeruimde staat achter te laten voor de duur dat de kopers met de makelaar in de woning verblijven, op straffe van een dwangsom van € 150,00 per iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de uitgesproken veroordeling voldoet;
te bepalen dat als de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning aan de koper en bij gebreke daarvan te bepalen dat het in deze te wijzen vonnis op grond van artikel 3:300 lid 1 BW in de plaats treedt van de rechtshandelingen van [naam gedaagde] die nodig zijn voor het transport van de woning aan de koper(s);
te bepalen dat [naam gedaagde] de woning dient te verlaten met medeneming van al het zijnde en de zijnen, en de woning bezemschoon dient op te leveren met overhandiging van de sleutels aan de makelaar, uiterlijk twee weken voor de datum waarop de onroerende zaak notarieel geleverd wordt, zulks op straffe van een door [naam gedaagde] aan [naam eiseres] te betalen dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag dat [naam gedaagde] in gebreke blijft daaraan te voldoen;
te bepalen dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen;
te bepalen dat de hypothecaire geldlening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht wordt afgelost en dat de netto verkoopopbrengst (inclusief het saldo van de Rabobankopbouwspaarrekening) tussen partijen bij helfte dient te worden verdeeld;
te bepalen dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en de levering te dragen;
te bepalen dat de hypothecaire geldlening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht wordt afgelost en dat de netto verkoopopbrengst (inclusief het saldo van de Rabobankopbouwspaarrekening) tussen partijen bij helfte dient te worden verdeeld;[opm. Rb: de vorderingen v) en w) zijn dubbel, want hetzelfde als de vorderingen t) en u).]
te bepalen dat [naam gedaagde] met ingang van 28 juli 2021 een gebruiksvergoeding aan [naam eiseres] verschuldigd is ter hoogte van € 456,41 per maand;
te bepalen dat de volledige inrichting van de kinderkamers (o.a. meubilair en speelgoed) wordt toebedeeld aan de ouder bij wie het desbetreffende kind zijn of haar hoofdverblijf heeft;
te bepalen dat [naam gedaagde] de Ipad aan [naam eiseres] dient af te geven, binnen 7 dagen na afgifte van het te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 150,00 per dag voor iedere dag dat [naam gedaagde] in gebreke blijft om aan die veroordeling te voldoen;
te bepalen dat de overige inboedel aan [naam gedaagde] wordt toebedeeld, onder de gehoudenheid om aan [naam eiseres] uit hoofde van overbedeling een bedrag ter hoogte van € 2.500,00 te voldoen;
te bepalen dat [naam gedaagde] het krediet bij de Rabobank met contractnummer [nummer] uitsluitend op zijn naam zal doen oversluiten binnen 4 weken na afgifte van het te wijzen vonnis, en mocht zulks niet mogelijk blijken, voorts te bepalen dat [naam gedaagde] is gehouden om het volledige krediet af te lossen als zijnde een eigen schuld, onder zijn verplichting tot vrijwaring van [naam eiseres] ingeval zij door de Rabobank tot betaling zal worden aangeschreven.
te bepalen dat [naam gedaagde] zijn aandeel in de overwaarde van de woning dient aan te wenden ter algehele aflossing van het krediet bij de Rabobank met contractnummer [nummer], binnen twee weken na ontvangst van de overwaarde door [naam gedaagde];
te bepalen dat [naam gedaagde] het krediet bij de Rabobank met contractnummer [nummer] voor opnames geblokkeerd dient te houden, zulks op straffe van een dwangsom van € 150,00 per dag voor iedere dag dat [naam gedaagde] in gebreke blijft om aan die veroordeling te voldoen.