ECLI:NL:RBROT:2022:2966

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
10/238814-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van witwassen en vrijspraak van medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van heroïne

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 april 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van witwassen en het opzettelijk aanwezig hebben van heroïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 september 2021 in een woning in Rotterdam aanwezig was, waar een partij heroïne en diverse attributen voor drugshandel werden aangetroffen. De verdachte ontkende echter enige betrokkenheid bij de heroïne en de andere spullen. De rechtbank oordeelde dat de waarneming van de wijkagent, die stelde dat de verdachte een weegschaal en andere voorwerpen had weggeschoven, onvoldoende bewijs bood om de verdachte te koppelen aan de heroïne. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten 1 en 2.

Wat betreft feit 3, het witwassen van een Rolex horloge, oordeelde de rechtbank dat de verdachte niet aannemelijk kon maken dat hij het horloge van zijn vader had gekregen, aangezien de verklaring van de vader dit niet bevestigde. De rechtbank concludeerde dat het horloge vermoedelijk uit een misdrijf afkomstig was, en dat de verdachte wist dat het horloge niet legaal was verkregen. De rechtbank verklaarde het bewezen dat de verdachte het horloge heeft verworven en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van één maand. De rechtbank gelastte ook de teruggave van twee in beslag genomen iPhones aan de verdachte en de verbeurdverklaring van het Rolex horloge.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/238814-21
Datum uitspraak: 19 april 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] , ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie de Schie,
raadsvrouw mr. Ö Saki, advocaat te Rotterdam.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 april 2022.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.D. van den Berg heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest;
  • teruggave van de twee in beslag genomen Iphone-telefoons aan de verdachte, vernietiging van de Samsung-telefoon en verbeurdverklaring van het Rolex-horloge.

Waardering van het bewijs

Feiten 1 en 2
Standpunt officier van justitie
Het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van een partij heroïne en de voorbereidingshandelingen kunnen worden bewezen.
Beoordeling
De verdachte was op 4 september 2021 in een woning aan de [adres delict] te Rotterdam aanwezig toen de wijkagent arriveerde. In die woning zijn later die dag een partij heroïne en allerlei attributen en stoffen die geschikt zijn voor het voorbereiden van drugshandel.
De verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de heroïne en de overige spullen in de woning ontkend.
Naast de aanwezigheid van de verdachte in de woning is het enige element in het dossier dat de verdachte zou kunnen koppelen aan de heroïne en de overige spullen in de woning is de waarneming van de wijkagent. De verdachte zou een weegschaal, mes en een snijplank hebben weggeschoven toen de wijkagent en de verdachte in de woning stonden. In het licht van de betwisting van die waargenomen omstandigheden door de verdachte is die waarneming te mager om hieruit de wetenschap van en beschikkingsmacht over de aangetroffen heroïne en overige spullen in de woning bij de verdachte af te leiden.
Hierbij is van belang dat niet kan worden vastgesteld hoe lang de verdachte in de woning is geweest. Bovendien is het gegeven dat verdachte in de woning zijn jas aanhad een indicatie dat hij daar nog niet zo lang was, hetgeen de verdachte ook heeft verklaard. Hoewel de foto’s en chatberichten op telefoon(s) die bij de verdachte zijn aangetroffen de nodige vragen oproepen, kan daaruit evenmin worden afgeleid dat de verdachte op de hoogte was van en beschikkingsmacht had over de aangetroffen heroïne en overige spullen in de woning.
Gelet op het voorgaande is er onvoldoende bewijs.
Conclusie.
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Feit 3
Bewijsoverweging
Onder de verdachte is een Rolex horloge aangetroffen met een grote waarde (tweedehands 9.000 euro). De verdachte had in de jaren 2016-2020 een legale inkomenspositie die een dergelijk aankoop niet toelaat. Daarom is het vermoeden gerechtvaardigd dat de Rolex uit enig misdrijf afkomstig is en dat daarom van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de Rolex.
De verklaring van de verdachte is dat hij de Rolex van zijn vader heeft gekregen. Die verklaring wordt door de vader van de verdachte niet bevestigd, maar gemotiveerd ontkracht.
Vader: Daar kan ik me niets van herinneren. Voor 9.000 euro had ik het me wel herinnert want dat is heel veel geld. 9.000 euro vind ik heel veel geld voor een horloge. Dat vind ik zonde, ik zou dat nooit kopen.
Verhoorder: Hij zegt dat hij dat horloge van u heeft kregen.
Vader: Nee dat zou ik me herinneren.
Tegen de achtergrond van deze verklaring heeft de verdachte geen aannemelijke verklaring gegeven voor de herkomst van de Rolex. Daarom kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat het niet anders kan zijn dan dat de Rolex onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan en op grond van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op of omstreeks 4 september 2021 te Rotterdam een voorwerp, te weten een Rolex, heeft voorhanden gehad, en van dat voorwerp, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid feiten

Het bewezen feit levert op:

Witwassen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

Motivering straf en maatregel

Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een Rolex horloge witgewassen. Dat wil in dit geval zeggen dat de verdachte een horloge droeg, terwijl hij wist dat het horloge uit enig misdrijf afkomstig is. Witwassen tast de integriteit van het financieel en economisch verkeer aan, ondermijnt de legale economie en faciliteert de onderliggende criminaliteit. De verdachte heeft daaraan een bijdrage geleverd. Dit is een ernstig feit.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
11 maart 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Rapportages
Mijnreclassering.nl heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
4 oktober 2021. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

In beslag genomen voorwerpen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de twee in beslag genomen Iphones aan de verdachte terug te geven, vernietiging van de Samsung-telefoon en verbeurdverklaring van het horloge (Rolex).
Standpunt verdediging
Teruggave van de twee in beslag genomen Iphones en het horloge (Rolex). Ten aanzien van de Samsung-telefoon neemt de verdediging geen standpunt in; dit toestel is niet van de verdachte.
Beoordeling
Ten aanzien van de twee in beslag genomen Iphones zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
Ten aanzien van de in beslag genomen Samsung-telefoon zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Het in beslag genomen horloge zal worden verbeurdverklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe. Het bewezen feit is met betrekking tot dit voorwerp begaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 3:
1. STK Horloge IBG 5-9-2021, Rolex
- gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK Telefoontoestel IBG: Iphone (Omschrijving: [beslagnummer 1] )
1. STK Telefoontoestel IBG: Iphone (Omschrijving: [beslagnummer 2] )
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
1. STK Telefoontoestel IBG: Samsung (Omschrijving: [beslagnummer 3] ).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. R.H. Kroon en M. Altena, rechters,
in tegenwoordigheid van C.A. van den Houwen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 april 2022.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier is zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 4 september 2021 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 13.720,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 4 september 2021 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen, telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van een hoeveelheid heroïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- een (grote) hoeveelheid versnijdingsmiddel (waaronder acetaminophen (paracetamol) en/of fenacetine) en/of
- een of meerdere persen en/of
- een of meerdere zeven en/of
- een of meerdere weegschalen en/of
- verpakkingsmaterialen
voorhanden te hebben;
3
hij op of omstreeks 4 september 2021 te Rotterdam een voorwerp, te weten een Rolex, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen, omgezet en/of van dat voorwerp, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;