De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 24 september 2019 voor 15,73% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank zal dat uitleggen.
Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij beschrijft de aanwezige medische rapporten, informatie van de huisarts, de ervaren klachten van eiseres en de resultaten van het fysieke en psychische onderzoek. Op basis hiervan heeft hij aangenomen dat er sprake is van beperkte mentale en fysieke belastbaarheid, ten gevolge van een burn-out, medicijngebruik, rugpijn en fibromyalgie. Ook stelt hij vast dat eiseres een behandeling volgt voor haar migraine, maar hij stelt dat de huidige frequentie en duur van de aanvallen geen reden geven tot het opnemen van extra beperkingen. Stress kan leiden tot extra aanvallen, maar met de aangenomen psychische beperkingen wordt stresserend werk vermeden.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 1 juni 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd en informatie van de behandelaars bestudeerd. Hij heeft aanvullende informatie opgevraagd bij de huisarts. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts: er is geen blijk van het ontbreken van medische feiten en de gestelde beperkingen sluiten aan bij de medisch objectiveerbare feiten.
De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaar betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
Medische beoordeling
De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiseres psychisch en fysiek beperkt belastbaar is. Daarom heeft hij in de FML beperkingen opgenomen voor het werken met onderbrekingen, deadlines, productiepieken en conflicten, en werken in een hoog tempo vanwege eiseres haar burn out. Voor het ondervangen van de fysieke klachten zijn beperkingen opgenomen voor dynamische handelingen en statische houdingen.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 1 juni 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven: deze beperkingen sluiten aan bij de medisch objectiveerbare feiten. Er is geen nieuwe medische informatie ingebracht die onderbouwt dat eiseres verdergaande beperkingen heeft. Ook de opgevraagde informatie van de huisarts wijst hier niet op. In het bijzonder merkt hij op dat iemand met fibromyalgie normaal belastbaar is en dat het belangrijk is om actief te blijven.
Eiseres meent dat de verzekeringsartsen ten onrechte geen beperkingen hebben aangenomen voor werken met een toetsenbord en computer, omdat dit werk haar lichamelijke klachten verergert.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met medische stukken. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Gelet hierop ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.