ECLI:NL:RBROT:2022:2891

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
C/10/635062 / FA RK 22-1792
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 15 maart 2022. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. J. van Veelen-de Hoop, aanwezig was. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks dat de betrokkene momenteel stabiel is door medicatie, is er een risico op decompensatie indien hij zijn medicatie staakt. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene weigert om behandeling of zorg te accepteren.

De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg beoordeeld en heeft besloten dat het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, ingaande op 25 maart 2022, en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, en schriftelijk uitgewerkt op 31 maart 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/635062 / FA RK 22-1792
Referentienummer: ZM/IND/53057
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 maart 2022 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboortpelaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende te [verblijfplaats],
advocaat mr. J. van Veelen-de Hoop te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 15 maart 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 4 maart 2022;
  • de zorgkaart van 24 februari 2022;
  • het zorgplan van 24 februari 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke - en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 maart 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Uit de medische verklaring en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, blijkt dat op dit moment geen psychose of manie wordt waargenomen en dat het goed gaat met betrokkene. Sinds betrokkene zijn medicatie gebruikt, is zijn situatie vrij stabiel. Er zijn het afgelopen jaar geen problemen geweest. Betrokkene is in het verleden echter meermaals onder dwang opgenomen geweest. Indien betrokkene zijn medicatie staakt, is zeer waarschijnlijk dat er sprake zal zijn van decompensatie met als gevolg ontremd gedrag waarbij hij overlast voor zijn omgeving veroorzaakt, opnieuw agressief gedrag vertoont richting derden en zijn woning verliest.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring en de mondelingen behandeling blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene ontkent nog steeds, hoewel hij al sinds 2008 in zorg is, de onderliggende diagnose en hij heeft een voortdurende wens zijn medicatie te staken. Betrokkene weigert om op vrijwillige basis medicatie in te nemen. Hij meent dat er niets aan de hand is en dat hij zonder zijn medicatie kan. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder wordt begrepen het meewerken aan huisbezoeken en het houden aan afspraken.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
De rechtbank overweegt daarbij dat een opname in een accommodatie en het daarmee beperken van de bewegingsvrijheid op dit moment onvoldoende voorzienbaar is. Wel moet de betrokkene verplicht (kunnen) worden aan huisbezoeken mee te werken en afspraken na te komen, zeker wanneer zijn wens tot afbouw van medicatiegebruik wordt onderzocht.
2.6.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 maart 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 25 maart 2022 mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, rechter, in tegenwoordigheid van A Dinzey, griffier, en op 31 maart 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.