Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en de reactie daarop
- De rechter liet zich verleiden tot besteding van 90% van de zittingstijd aan het verweer van de minister van VWS dat de maximale capaciteit bij de behandeling van Wob-verzoeken was bereikt en dat het Ministerie de verzoeken daarom gefaseerd afhandelt.
- De rechter deed onderzoek naar zaken die volgens de wet niet relevant zijn.
- De rechter heeft onvoldoende doorgevraagd naar de capaciteit van het Ministerie van VWS.
- De rechter praatte mee met de minister van VWS bij het door verzoeker gegeven voorbeeld van afhandeling van Wob-verzoeken in Zweden.
- De rechter bood verzoeker ten onrechte geen mogelijkheid tot 5 minuten inbreng.
- De rechter gaf onevenredig veel aandacht aan de minister van VWS.
- De vrees is ontstaan dat de deskundigheid en besluitvaardigheid van de rechter het aflegt tegen de druk vanuit de maatschappij, collega’s, media, communicatie en campagnes van de minister van VWS.
- De rechter praatte mee met de minister van VWS in het gebruik van een kwalijk misleidende term die volgens de wet niet bestaat.
3.De beoordeling van het verzoek
“Het is voor de zaak niet bepalend maar ik vroeg mij af, waarom heeft u het beroep ingediend, bent u journalist of heeft u het als betrokken burger opgevraagd?”.Hieruit blijkt dat de rechter zich realiseerde dat deze informatie niet van belang was voor de beoordeling en het dus juist met verzoeker eens was op dit punt. Ook hieruit kan geen vooringenomenheid van de rechter worden afgeleid.