Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 3 juli 2020, met producties 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 7;
- de oproepingsbrief van 4 februari 2021 van deze rechtbank op grond waarvan partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling via
- de zittingsagenda van de rechtbank van 28 april 2021;
- de akte eisvermeerdering van 1 juni 2021 van Cepsa c.s. met productie 10;
- de brief zijdens Interstream c.s. van 14 juni 2021, met een productie;
- de e-mail zijdens Cepsa c.s. van 15 juni 2021 houdende bezwaar tegen indiening van de brief en productie van Interstream c.s. van 14 juni 2021;
- de e-mail zijdens Interstream c.s. van 16 juni 2021 met spreekaantekeningen;
- de e-mail zijdens Interstream c.s. van 16 juni 2021 met een reactie op het bezwaar van Cepsa c.s. van 15 juni 2021;
- de e-mail zijdens Interstream c.s. van 16 juni 2021 met een schematisch overzicht van de monsters;
- de e-mail zijdens Cepsa c.s. van 17 juni 2021 met spreekaantekeningen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 juni 2021, met daaraan gehecht de brief van mr. Roos van 1 juli 2021 en het e-mailbericht van mr. Spanjaart van 2 juli 2021 met opmerkingen op het proces-verbaal.
2..De feiten
Supply Agreement’ terzake van de afname van (onder meer) phenol door Hexion . In deze overeenkomst zijn Cepsa S.A. en Hexion de specificaties overeengekomen waaraan een lading phenol moet voldoen. Onder meer (voor zover relevant) geldt dat de kleurwaarde van de phenol maximaal 10 mag zijn volgens standaard ASTM D1209.
Supply Agreementovereengekomen kleurwaarde (van maximaal 10) lag.
3..Het geschil tussen partijen
Omdat de phenol op 3 juli 2019 met een hogere kleurwaarde (te weten 20) in Rotterdam ter aflevering is aangeboden terwijl de phenol voor belading op 2 juli 2019 een kleurwaarde had van <5, is Interstream c.s. tekortgeschoten in haar verplichting om de phenol af te leveren in dezelfde staat als waarin zij ze overhandigd heeft gekregen. Op grond van artikel 16 lid 1 CMNI is Interstream c.s. aansprakelijk voor schade door verlies of door beschadiging van de phenol ontstaan tussen de inontvangstneming en de aflevering. Daarnaast ligt het gelet op de aard van de schade voor de hand dat Interstream c.s. tekort is geschoten in de zorg voor een geschikt schip voor het vervoer van de phenol. Interstream en Fuel Logistics zijn als (feitelijk) vervoerder aansprakelijk voor de door Cepsa c.s. geleden schade. Ter onderbouwing van de hoogte van de schade stelt Cepsa c.s. dat zij de phenol, in een poging haar schade te beperken, heeft verkocht aan ICC Chemical. De prijs die ICC Chemical voor de phenol heeft betaald is lager dan de met Hexion overeengekomen prijs. De hoofdsom van de ladingschade is gelijk aan het verschil tussen de met Hexion respectievelijk met ICC Chemical bedongen prijs.
swap deal, dat de phenol niet meer kon worden vermengd door de keuze van Cepsa c.s. om daaraan citroenzuur toe te voegen, dat de schade bestaat uit het verschil tussen de gezonde marktwaarde en de ‘beschadigde’ marktwaarde en dat niet is aangetoond dat de lading is verkocht voor het hoogst haalbare bod.
4..De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
Brussel I bis verordening”). Op grond van die bepaling is de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd.
goede en gezonde staat”) heeft afgegeven. De vermelding “
goede en gezonde staat” (of woorden van gelijke strekking) op een cognossement zien op de uiterlijk waarneembare toestand van een lading. Vast staat dat belading van de 'Lorentz' rechtstreeks vanuit de landtank via de landleiding op de terminal naar de ladingtanks heeft plaatsgevonden. De belading heeft zich dus buiten het zicht van de kapitein van de 'Lorentz' plaatsgevonden terwijl het, gelet op het feit dat de kleurwaarden van de monsters phenol door middel van laboratoriumtests wordt vastgesteld, niet aannemelijk is dat de kleurwaarde met het blote oog te bepalen is. De vermelding “
goed en gezonde staat” kan daarom niet dienen als bewijs van de goede ontvangst van de phenol met de door Cepsa c.s. gestelde kleurwaarde van lager dan 5.
No test method produces an exact result and successive determinations of a parameter will invariably produce slight differences in results for a given sample due to a number of factors that include variations in equipment and human operation. The typical reproducibility is in the range of 5 units.(…)
De monsters (…) zijn (…) getest (…) volgens methode ASTM D 1686. Bij bepaling van deze methode wordt de (…) kleur van een monster visueel vergeleken met de (…) kleur van een standaard. Dit wordt gedaan in een constructie waarbij wit licht door een kleurvergelijkingsbuis (Nessler buis) wordt doorgelaten (…). (…) het witte licht wordt gereflecteerd vanaf een witte plaat en het licht met dezelfde intensiteit door de kleurvergelijkingsbuizen wordt doorgelaten. (…)
Indien men wil vaststellen of de (…) kleur van twee verschillende monsters fenol significant van elkaar verschilt, is het van belang om beide monsters met dezelfde testmethode te testen. Zelfs bij het gebruik van één en dezelfde testmethode zijn verschillen in testresultaten normaal. (…). Volgens Aviamar bedraagt de reproduceerbaarheid typically in the range of 5 units. Volgens de precisie van testmethode ASTM D 1209 is de reproduceerbaarheid bijna twee keer zo groot. (…). Dit betekent dat onder reproduceerbaarheidscondities een monster met een (…) kleur van 10 niet significant verschillend is van een monster met (…) kleur 19. Dit is echter wel onder de voorwaarde dat beide monsters strikt volgens de werkwijze en met het voorgeschreven materiaal van de methode zijn getest. Indien het verschil tussen twee testresultaten (verkregen met dezelfde testmethode) groter is dan de reproduceerbaarheid mag men concluderen dat er een significant verschil is. Deze conclusie is alleen gerechtvaardigd indien de verschillende testresultaten die met elkaar worden vergeleken met dezelfde testmethode zijn verkregen”;
Deze stelling is onjuist. Er wordt in testmethode ASTM D 1685[bedoeld zal zijn: ASTM D 1686, rechtbank]
voorgeschreven dat de hoogte van de kleurvergelijkingsbuis (…) niet meer dan 3 mm mag afwijken. (…). Het gebruik van kleurvergelijkingsbuizen met hoogtes van 275 mm en 300 mm om resultaten met elkaar te vergelijken, is daarom niet toegestaan”.
5..De beslissing
11 mei 2022voor akte zoals overwogen in r.o. 4.10, 4.23.1 en 4.23.2, eerst aan de zijde van Cepsa c.s.;