3.1[naam eiser] vordert, na wijziging van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. te verklaren voor recht dat percelen kadastraal bekend gemeente Ridderkerk, [sectie] met de nummers [nummer 2] en [nummer 3] in eigendom toebehoren aan [naam eiser] ;
II. te verklaren voor recht dat de erfgrens tussen de percelen van [naam eiser] en [gedaagden]
loopt op de grens van de kadastrale percelen [nummer 5] / [nummer 2] en [nummer 6] / [nummer 3] ;
subsidiair, voor het geval de percelen niet langer eigendom zijn van [naam eiser] :
III. te verklaren voor recht dat [gedaagden] jegens [naam eiser] onrechtmatig
heeft gehandeld door genoemde percelen grond in bezit te nemen, terwijl zij
wisten (of hadden moeten begrijpen) dat zij van die percelen geen eigenaar waren;
IV. [gedaagden] bij wijze van schadevergoeding in natura hoofdelijk te
veroordelen om binnen vier weken na betekening van dit vonnis medewerking te
verlenen aan (terug)levering van de percelen aan [naam eiser] en te bepalen dat dit vonnis
voor de notariële akte in de plaats treedt als [gedaagden] in gebreke blijft;
althans [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een door de rechtbank vast te stellen geldelijke schadevergoeding, althans een schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
zowel primair als subsidiair:
V. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om binnen vier weken na betekening
van het in deze te wijzen vonnis:
a. over te gaan tot ontruiming van de percelen [nummer 2] en [nummer 3] en deze ontruimd
te houden en alle daarop geplaatste opstallen en goederen te verwijderen;
het op de percelen [nummer 2] en [nummer 3] thans geplaatste hekwerk te verplaatsen
naar de kadastraal bekende en zo nodig nader uit te meten grens van de
percelen [nummer 5] / [nummer 2] en [nummer 6] / [nummer 3] ;
voor zover verplaatsing van het onder b bedoelde hekwerk niet meer mogelijk
blijkt, medewerking te verlenen aan de oprichting van een gezamenlijke
scheidsmuur van twee meter hoogte op de erfgrens en de helft van de kosten
van de scheidsmuur te voldoen;
VI. het onder IV en V vermelde op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag
voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagden] geheel of ten dele
in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
VII. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad
€ 1.119,25 inclusief btw;
VIII. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.