ECLI:NL:RBROT:2022:2790

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
10.279339.21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opruiing, bedreiging en belediging van de burgemeester van Rotterdam

Op 11 februari 2022 vond in de Rechtbank Rotterdam een openbare terechtzitting plaats onder leiding van politierechter mr. J. Montijn. De verdachte, die niet aanwezig was, werd vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. G.A. Dorsman. De officier van justitie, mr. J.J. Arts, droeg de zaak voor en vorderde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen, alsook een vrijheidsbeperkende maatregel van vier jaar. De verdachte werd beschuldigd van opruiing, bedreiging en belediging van de burgemeester van Rotterdam, [naam slachtoffer]. De tenlastelegging omvatte het plaatsen van filmpjes op Facebook waarin de verdachte opriep tot geweld tegen de burgemeester en diens woning en auto filmde. De politierechter oordeelde dat de verdachte met zijn uitlatingen op Facebook niet alleen opruiing had gepleegd, maar ook de burgemeester had bedreigd en beledigd. De politierechter achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij de context van de uitlatingen en de openbaarheid van de filmpjes op sociale media cruciaal waren. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen en een vrijheidsbeperkende maatregel, die onmiddellijk uitvoerbaar was. De politierechter benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de rol van de burgemeester in de samenleving en het belang van zijn veiligheid. De verdachte had eerder al een gedragsaanwijzing gekregen, maar had desondanks opnieuw een video over de burgemeester geplaatst, wat de noodzaak van de maatregel onderstreepte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer:
10.279339.21
Proces-verbaal van de openbare terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam op
11 februari 2022.
Tegenwoordig als:
politierechter
mr. J. Montijn,
officier van justitie
mr. J.J. Arts,
griffier
mr. E.P. de Jong.
De zaak tegen de hierna te noemen verdachte wordt uitgeroepen.
De verdachte, genaamd
[naam verdachte]
,
geboren in
[geboorteplaats verdachte]op
[geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte],
[postcode verdachte] [woonplaats verdachte],
is niet verschenen.
Als raadsman van de verdachte is aanwezig
mr. G.A. Dorsman, advocaat in
Rotterdam.
De raadsman verklaart door de niet verschenen verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd hem op de terechtzitting te verdedigen. De politierechter stemt daarmee in.
De officier van justitiedraagt de zaak voor.
De politierechterdeelt mondeling mee de korte inhoud van de stukken van het voorbereidend onderzoek en de stukken over de persoon en persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De raadsmanmerkt op:
Het account waarmee de uitingen op Facebook zijn geplaatst, te weten: [naam Facebookaccount] , is de naam van de vrouw van mijn cliënt. Cliënt ontkent niet dat hij achter die naam schuilt.
De officier van justitiehoudt het requisitoir en legt zijn vordering over.
Hij acht de ten laste gelegde feiten bewezen en vordert dat de verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen. De officier van justitie vordert daarnaast oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, te weten een locatie- en contactverbod voor de duur van 4 jaren, waarbij voor elke overtreding 14 dagen vervangende hechtenis zal worden tenuitvoergelegd. De officier van justitie verzoekt deze maatregel uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De raadsmanvoert het woord tot verdediging overeenkomstig de overgelegde pleitnotities.
De pleitnotities zijn aan dit proces-verbaal gehecht en maken daarvan deel uit.
De raadsmanvoert verder aan:
Cliënt heeft niet actief opgeroepen tot het plegen van strafbare feiten. Het blijkt niet uit de uitingen van cliënt dat er een aanslag op het slachtoffer gepleegd zou moeten worden. Het had op elke plek ter wereld kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast vraag ik mij af waarom het AD wel uitingen mag doen met bekendmaking van het kenteken van een ambtsauto en cliënt niet. Met betrekking tot de strafmaat voer ik geen verweer, omdat dit een principiële zaak is en er bij een veroordeling hoger beroep ingesteld zal worden. Desgevraagd kan ik u mededelen dat een taakstraf moeilijk zal worden, veel meer dan koffie of thee schenken zit er niet in.
De officier van justitiewordt in de gelegenheid gesteld te repliceren.
Hij deelt mee:
Het gaat hier wel degelijk om het actief oproepen en aansporen tot het plegen van strafbare feiten. Door de verdachte wordt een hoge waardering gegeven aan de handelingen waartoe hij oproept. Hij benoemt te hopen dat er aanslagen worden gepleegd en noemt dit vervolgens ook nog eens ‘hartstikke leuk’. Het oproepen tot het plegen van een aanslag is ongeoorloofd. Daarbij moet worden gekeken naar de context. Verdachte filmt het huis van het slachtoffer alsook het stadshuis. Daarnaast zou hij Al Qaida kunnen bereiken doordat hij tevens het plaatsen van het filmpje op Al-Jazeera noemt.
De raadsmanwordt in de gelegenheid gesteld te dupliceren.
Hij deelt mee:
We moeten de drie verschillende filmpjes los van elkaar zien. Er kan niet gesteld worden dat cliënt oproept om specifiek op het adres van het slachtoffer aanslagen te plegen.
De raadsmanwordt het recht gelaten om namens de verdachte het laatst te spreken.
De politierechterwijst het verzoek tot het schriftelijk doen van uitspraak af, gezien het korte en overzichtelijke dossier en de omstandigheid dat er over de feitelijke gang van zaken geen discussie bestaat. Over de juridische kwalificatie van de feiten heeft de politierechter zich een oordeel kunnen vormen, daarom sluit zij het onderzoek en zegt meteen mondeling uitspraak te zullen doen.
Aantekening van het mondeling vonnis

1..Inhoud van de tenlastelegging

Bij de dagvaarding is aan de verdachte ten laste gelegde dat
1
hij op of omstreeks 30 september 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door via een Facebookaccount “ [naam Facebookaccount] ” een of meerdere filmpjes op Facebook te plaatsen en/of te delen, op welke filmpjes hij, verdachte, de woning en/of auto van [naam slachtoffer] en/of het stadhuis van Rotterdam filmt en/of waarop te horen is dat hij, verdachte, (onder andere) zegt:
-“We zijn hier in de straat van de allerbeste Burgemeester van de wereld. Kijk, dan lopen er nu even naar toe, De [adres] . Daar woont meneer [naam slachtoffer] (…). Nou dit is dus de ingang van de woning van meneer [naam slachtoffer] , gaan we ook nog even naar het Stadhuis waar die naar binnengaat. En ik hoop ook dat Al-Qaida aanslagen gaat plegen. Harstikke leuk." en/of
- "Zo dan is dit de ingang van het Stadhuis. Nou ja. Dan lopen we even via de binnenkant. Dan zullen we gelijk even het kenteken van het gepantserde Mercedes er even op zetten. Waar meneer [naam slachtoffer] in gereden moet worden. Kijk dit is het kenteken. Zo dan is dat ook allemaal bekend. Dan kunnen we dat ook gelijk allemaal op Al-Jazeera zetten." en/of
- “ Dit is dus het adres waar die uitstapt, als die vanuit de [adres] kom. Aan de andere kant staat er dus een Mercedes dat is de beveiliging van de AIVD. Nou toch wel even leuk dat het even allemaal op film staat. Dit is dus de Stadhuis van Rotterdam en de dienstingang. Dus voor belanghebbende is dit hartstikke leuk. En wie komt er aanlopen? Jawel. Daar zien we hem lopen. Onze beste Burgemeester van Rotterdam. Wat geweldig.”;
2
hij op of omstreeks 30 september 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, burgemeester [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door via een Facebookaccount “ [naam Facebookaccount] ” een of meerdere filmpjes op Facebook te plaatsen en/of te delen, op welke filmpjes hij, verdachte, de woning en/of auto van [naam slachtoffer] en/of het stadhuis van Rotterdam filmt en/of waarop te horen is dat hij, verdachte, (onder andere) zegt:
-“We zijn hier in de straat van de allerbeste Burgemeester van de wereld. Kijk, dan lopen er nu even naar toe, De [adres] . Daar woont meneer [naam slachtoffer] (…). Nou dit is dus de ingang van de woning van meneer [naam slachtoffer] , gaan we ook nog even naar het Stadhuis waar die naar binnengaat. En ik hoop ook dat Al-Qaida aanslagen gaat plegen. Harstikke leuk." en/of
- "Zo dan is dit de ingang van het Stadhuis. Nou ja. Dan lopen we even via de binnenkant. Dan zullen we gelijk even het kenteken van het gepantserde Mercedes er even op zetten. Waar meneer [naam slachtoffer] in gereden moet worden. Kijk dit is het kenteken. Zo dan is dat ook allemaal bekend. Dan kunnen we dat ook gelijk allemaal op Al-Jazeera zetten." en/of
- “Dit is dus het adres waar die uitstapt, als die vanuit de [adres] kom. Aan de andere kant staat er dus een Mercedes dat is de beveiliging van de AIVD. Nou toch wel even leuk dat het even allemaal op film staat. Dit is dus de Stadhuis van Rotterdam en de dienstingang. Dus voor belanghebbende is dit hartstikke leuk. En wie komt er aanlopen? Jawel. Daar zien we hem lopen. Onze beste Burgemeester van Rotterdam. Wat geweldig.”;
3
hij op of omstreeks 30 september 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam slachtoffer] , burgemeester van de gemeente Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in het openbaar mondeling en/of bij afbeelding heeft beledigd door via een Facebookaccount “ [naam Facebookaccount] ” een filmpje op Facebook te plaatsen en/of te delen, op welk filmpje te horen is dat verdachte zegt:
“Dat is de beste Burgemeester van de wereld. Die iedereen broodloos en kapot maakt, omdat hij in Marokko geboren is. Geweldig.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.

2..Bewijsmiddelen

1. Het proces-verbaal van aangifte, nummer [nummer proces-verbaal 1] , pagina 3 en 4 in het proces-verbaal met dossiernummer [dossiernummer] van politie eenheid Rotterdam, inhoudende alsverklaring van aangever):
Een drietal filmpjes en beeldschermafdruk zijn op 30 september 2021 op de Facebook pagina genaamd [naam Facebookaccount] geplaatst. Na onderzoek bleek ‘ [naam Facebookaccount] ’ een persoon te zijn genaamd:
[naam verdachte] ,
Geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ,
Woonachtig op de [adres verdachte] te [woonplaats] .
Op het eerste filmpje zou het volgende te horen zijn;
“Zo dit is een mooie opname. We zijn hier in de straat van de allerbeste Burgemeester van de wereld. Kijk, dan lopen er nu even naar toe, De [adres] . Daar woont meneer [naam slachtoffer] (…) Nou dit is dus de ingang van de woning van meneer [naam slachtoffer] , gaan we ook nog even naar het Stadhuis waar die naar binnengaat. En ik hoop ook dat Al-Qaida aanslagen gaat plegen. Harstikke leuk.”
In het filmpje zou je zien dat deze [voornaam verdachte] , verdachte, het straatnaambord filmt waarop te zien is dat hij in de [straatnaam] te Rotterdam stond. Daarna zou hij mijn woning hebben gefilmd.
Op het tweede filmpje zou het volgende te horen zijn;
‘Zo dan is dit de ingang van het Stadhuis. Nou ja. Dan lopen we even via de binnenkant. Dan zullen we gelijk even het kenteken van het gepantserde Mercedes er even op zetten. Waar meneer [naam slachtoffer] in gereden moet worden. Kijk dit is het kenteken. Zo dan is dat ook allemaal bekend. Dan kunnen we dat ook gelijk allemaal op Al-Jazeera zetten. Dat is de beste Burgemeester van de wereld. Die iedereen brood loos en kapot maakt, omdat hij in Marokko geboren is. Geweldig.”
In het filmpje zou je zien dat deze [voornaam verdachte] , verdachte, het stadhuis filmt alsook het kenteken ( [kentekennummer] ) van de Mercedes van aangever.
Op het derde filmpje zou het volgende te horen zijn;
“Dit is dus het adres waar die uitstapt, als die vanuit de [adres] kom. Aan de andere kant staat er dus een Mercedes dat is de beveiliging van de AIVD. Nou toch wel even leuk dat het even allemaal op film staat. Dit is dus de Stadhuis van Rotterdam en de dienstingang. Dus voor belanghebbende is dit hartstikke leuk. En wie komt er aanlopen? Jawel. Daar zien we hem lopen. Onze beste Burgemeester van Rotterdam. Wat geweldig.”
In het filmpje zou te zien zijn dat [voornaam verdachte] , verdachte, bij het Stadhuis stond.
Door de uitlatingen van deze [voornaam verdachte] in combinatie met het tonen van mijn privégegevens voel ik, burgermeester van Rotterdam [naam slachtoffer] , mij bedreigd en beledigd.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, nummer [nummer proces-verbaal 2] , pagina 5 tot en met 10 in het proces-verbaal met dossiernummer [dossiernummer] van politie Eenheid Rotterdam, inhoudende alsrelaas van de verbalisant [naam verbalisant 1] :
Ik zag dat het laatst geplaatste bericht op Facebook van de gebruiker “ [naam Facebookaccount] ” afkomstig was van 30 september 2021 om 20.47 uur. Ik zag dat het bericht de volgende tekst bevatte: “Leuk rondje kralingen”. Bij dit bericht waren drie video’s en een foto geplaatst. In Bijlage 3 is een screenshot terug te vinden van dit bericht.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, nummer [nummer proces-verbaal 3] , pagina 11 en 12 in het proces-verbaal met dossiernummer [dossiernummer] van politie Eenheid Rotterdam, inhoudende alsrelaas van de verbalisant [naam verbalisant 2]:
Op dinsdag 19 oktober 2021 bekeek ik verbalisant, [naam verbalisant 2] , drie video's die
de verdachte, te weten: [naam verdachte] op Facebook had geplaatst waarin hij de volgende uitlatingen deed richting de burgermeester van Rotterdam [naam slachtoffer] .
In het eerste filmpje filmt de man het straatnaambord ‘ [straatnaam] ’, waarop hij naar de woning van de burgemeester loopt en zegt: “We zijn hier in de straat van de allerbeste Burgemeester van de wereld. Kijk, dan lopen er nu even naar toe, De [adres] . Daar woont meneer [naam slachtoffer] (…). Nou dit is dus de ingang van de woning van meneer [naam slachtoffer] , gaan we ook nog even naar het Stadhuis waar die naar binnengaat. En ik hoop ook dat Al-Quida aanslagen gaat plegen. Harstikke leuk.”
In het tweede filmpje staat de man bij het stadhuis, loopt hij het binnenterrein op, filmt de auto met kenteken ' [kentekennummer] ' en zegt: “Zo dan is dit de ingang van het Stadhuis. Nou ja. Dan lopen we even via de binnenkant. Dan zullen we gelijk even het kenteken van het gepantserde Mercedes er even op zetten. Waar meneer [naam slachtoffer] in gereden moet worden. Kijk dit is het kenteken. Zo dan is dat ook allemaal bekend. Dan kunnen we dat ook gelijk allemaal op Al-Jazeera zetten. Dat is de beste Burgemeester van de wereld. Die iedereen broodloos en kapot maakt, omdat hij in Marokko geboren is. Geweldig.”
In het derde filmpje houdt de man de camera gericht op de dienstingang van het stadhuis en zegt: “Dit is dus het adres waar die uitstapt, als die vanuit de [adres] kom. Aan de andere kant staat er een Mercedes dat is de beveiliging van de AIVD. Nou toch wel even leuk dat het even allemaal op film staat. Dit is dus de Stadhuis van Rotterdam en de dienstingang. Dus voor belanghebbende is dit hartstikke leuk. En wie komt er aanlopen? Jawel. Daar zien we hem lopen. Onze beste Burgemeester van Rotterdam. Wat geweldig.”
4. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, nummer [nummer proces-verbaal 4] , pagina 13 tot en met 16 in het proces-verbaal met dossiernummer [dossiernummer] van politie Eenheid Rotterdam, inhoudende alsverklaring verdachte:
Ik heb een filmpje gepost op mijn sociale media onder mijn gebruikersnaam [naam Facebookaccount] . Het klopt dat mijn stem te horen is.

3..Bewijsmotivering

Op grond van de hiervoor weergegeven inhoud van de wettige bewijsmiddelen opleverende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte alle ten laste gelegde feiten heeft begaan op de wijze zoals hierna is vermeld.
De verdachte heeft niet ontkend dat de filmpjes die in deze zaak centraal staan door hem op Facebook zijn geplaatst. De politierechter is, in tegenstelling tot de raadsman, van oordeel dat de filmpjes in onderling verband en samenhang moeten worden bezien. De filmpjes zijn tegelijkertijd op Facebook geplaatst met daarbij een begeleidende tekst.
Ten aanzien van feit 1
Voor een bewezenverklaring van opruiing moet aan de volgende – kort weergegeven – vier vereisten zijn voldaan:
1. Opruien moet worden gezien als het aanzetten tot iets ongeoorloofds. Dit ongeoorloofde moet een naar Nederlands recht strafbaar feit zijn. Het is niet nodig dat het feit waartoe wordt aangezet ook daadwerkelijk wordt gepleegd.
2. Er moet sprake zijn van opzet, dat kan voorwaardelijk opzet zijn.
3. De uitlating moet in het openbaar is gedaan.
4. De uitlating moet mondeling of bij geschrift of afbeelding zijn gedaan.
Naar het oordeel van de politierechter is aan deze vier vereisten voldaan. In dit geval heeft de verdachte gefilmd bij de woning, het stadhuis en de vervoersmiddelen van de aangever. De verdachte heeft gegevens over hem op Facebook geplaatst en zegt daarbij dat hij hoopt dat Al Qaida aanslagen gaat plegen. Anders dan de raadsman bepleit gaat het in dit geval dus niet uitsluitend om het bekend maken van (privé) gegevens. Met name de uitlatingen van de verdachte zijn in dit verband relevant. Bij de beoordeling heeft de politierechter ook betrokken dat Facebook een medium op internet is waarbij het niet altijd duidelijk is wie de persoon is die het bericht heeft verzonden. Daarmee wordt het moeilijk, zo niet onmogelijk, voor de ontvanger ervan een bericht te interpreteren op de manier die door de plaatser van het bericht is bedoeld. Nog minder duidelijk is wie het bericht leest en hoe deze persoon het bericht op zal vatten. De verzender heeft hier nauwelijks tot geen invloed op. Onder deze omstandigheden komt aan de woorden die zijn geuit zelf veel betekenis toe. De door de verdachte gebruikte woorden laten niets aan de verbeelding over. Door de informatie met betrekking tot de burgemeester en daarbij de uitspraak "ik hoop dat Al Qaida. aanslagen gaat plegen" op Facebook te plaatsen heeft de verdachte naar het oordeel van de politierechter aangezet tot het plegen van aanslagen en bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij hiertoe zou opruien.
Aan het vereiste van openbaarheid is ook voldaan. Door het plaatsen van zijn filmpjes op sociale media worden deze in de openbaarheid gebracht. Het internet kan worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waar de teksten zijn weergegeven. De verdachte heeft een bericht met daarbij drie filmpjes op Facebook geplaatst. Facebook heeft een potentieel groot publieksbereik. Alleen al uit de omstandigheid dat de filmpjes van de verdachte bij de burgemeester en de politie terecht zijn gekomen, valt af te leiden dat een breed publiek, waaronder ook personen die niet tot de Facebookvrienden van de verdachte behoren, het bericht onder ogen kon krijgen. Daarbij komt nog dat de verdachte het in één van de filmpjes zelf heeft over het zetten van informatie op Al-Jazeera. Uit die uitlating leidt de politierechter ook af dat de verdachte wel degelijk de bedoeling had om de inhoud van de filmpjes openbaar te maken.
Dit alles maakt dat de politierechter opruiing wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van feit 2Voor een bewezenverklaring van bedreiging is van belang dat:
a) degene die wordt bedreigd daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en dat
b) de bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden is verricht dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook gepleegd zou worden. Het gaat erom dat de bedreiging in het algemeen een dergelijke vrees zou kunnen opwekken.
De verdachte heeft in deze zaak gegevens over de heer [naam slachtoffer] naar buiten gebracht en onder meer gezegd: "zo dat is dan ook allemaal bekend" en "ik hoop dat Al Qaida aanslagen gaat plegen". Dat de uiting van de verdachte de heer [naam slachtoffer] heeft bereikt, blijkt wel uit zijn aangifte. De strekking van de uiting is gelegen in het doden van de heer [naam slachtoffer] en de uiting van de verdachte heeft naar zijn bewoordingen daarom zonder meer een dreigend karakter. Omdat de uiting op Facebook is geplaatst, was het voor de heer [naam slachtoffer] niet verifieerbaar in hoeverre de bedreiging serieus moest worden genomen. In het algemeen geldt dat de uiting van de verdachte, welke hij op Facebook heeft geplaatst, geschikt is om de vrees te doen ontstaan dat daadwerkelijk een misdrijf tegen het leven gericht gepleegd zou worden. Hierbij neemt de politierechter ook in aanmerking dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging niet is vereist dat is bedreigd met een door de bedreiger zelf te plegen misdrijf.
Door het betreffende bericht onder de gegeven omstandigheden te plaatsen op Facebook, heeft de verdachte bovendien bewust de aanmerkelijke kans aanvaard op het in redelijkheid ontstaan van die vrees. Dit maakt dat de politierechter wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte de aan hem tenlastegelegde bedreiging heeft begaan.
Ten aanzien van feit 3
Voor een bewezenverklaring van belediging dient de uiting op zichzelf beledigend te zijn en dient het beledigende karakter niet door de context te worden weggenomen, tenzij de uiting onnodig grievend is.
De heer [naam slachtoffer] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij zich in zijn goede eer en naam aangetast voelde door de uitlatingen van de verdachte. De woorden die door de verdachte zijn gezegd over hem, te weten: “Dat is de beste Burgemeester van de wereld. Die iedereen broodloos en kapot maakt, omdat hij in Marokko geboren is” acht de politierechter op zichzelf en objectief gezien beledigend. Ook binnen de context waarin deze zijn gezegd, is de politierechter van mening dat sprake is van een belediging. De verdachte heeft namelijk de woorden bewust gebruikt om gehoord te worden. Nergens kan uit worden geconcludeerd dat de woorden als satire opgevat zouden moeten worden. Ook zijn de woorden niet geuit in het kader van het publieke debat. Dit maakt dat de politierechter ook wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belediging.

4..Bewezenverklaring

Bewezen is dat de verdachte het ten laste heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 30 september 2021 te Rotterdam, in het openbaar mondeling en bij afbeelding tot enig strafbaar feit en gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door via een Facebookaccount “ [naam Facebookaccount] " meerdere filmpjes op Facebook te plaatsen op welke filmpjes hij, verdachte, de woning en
auto van [naam slachtoffer] en het stadhuis van Rotterdam filmt en waarop te horen is dat hij, verdachte, (onder andere) zegt:
-“We zijn hier in de straat van de allerbeste Burgemeester van de wereld. Kijk, dan lopen er nu even naar toe, De [adres] . Daar woont meneer [naam slachtoffer] (…). Nou dit is dus de ingang van de woning van meneer [naam slachtoffer] , gaan we ook nog even naar het Stadhuis waar die naar binnengaat. En ik hoop ook dat Al-Qaida aanslagen gaat plegen. Harstikke leuk." en
- "Zo dan is dit de ingang van het Stadhuis. Nou ja. Dan lopen we even via de binnenkant. Dan zullen we gelijk even het kenteken van het gepantserde Mercedes er even op zetten. Waar meneer [naam slachtoffer] in gereden moet worden. Kijk dit is het kenteken. Zo dan is dat ook allemaal bekend. Dan kunnen we dat ook gelijk allemaal op Al-Jazeera zetten." en
- “Dit is dus het adres waar die uitstapt, als die vanuit de [adres] kom. Aan de andere kant staat er dus een Mercedes dat is de beveiliging van de AIVD. Nou toch wel even leuk dat het even allemaal op film staat. Dit is dus de Stadhuis van Rotterdam en de dienstingang. Dus voor belanghebbende is dit hartstikke leuk. En wie komt er aanlopen? Jawel. Daar zien we hem lopen. Onze beste Burgemeester van Rotterdam. Wat geweldig.”;
2
hij op 30 september 2021 te Rotterdam, burgemeester [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door via een Facebookaccount “ [naam Facebookaccount] ” meerdere filmpjes op Facebook te plaatsen op welke filmpjes hij, verdachte, de woning en auto van [naam slachtoffer] en het stadhuis van Rotterdam filmt en waarop te horen is dat hij, verdachte, (onder andere) zegt:
-“We zijn hier in de straat van de allerbeste Burgemeester van de wereld. Kijk, dan lopen er nu even naar toe, De [adres] . Daar woont meneer [naam slachtoffer] (…). Nou dit is dus de ingang van de woning van meneer [naam slachtoffer] , gaan we ook nog even naar het Stadhuis waar die naar binnengaat. En ik hoop ook dat Al-Qaida aanslagen gaat plegen. Harstikke leuk." en
- "Zo dan is dit de ingang van het Stadhuis. Nou ja. Dan lopen we even via de binnenkant. Dan zullen we gelijk even het kenteken van het gepantserde Mercedes er even op zetten. Waar meneer [naam slachtoffer] in gereden moet worden. Kijk dit is het kenteken. Zo dan is dat ook allemaal bekend. Dan kunnen we dat ook gelijk allemaal op Al-Jazeera zetten." en
- “Dit is dus het adres waar die uitstapt, als die vanuit de [adres] kom. Aan de andere kant staat er dus een Mercedes dat is de beveiliging van de AIVD. Nou toch wel even leuk dat het even allemaal op film staat. Dit is dus de Stadhuis van Rotterdam en de dienstingang. Dus voor belanghebbende is dit hartstikke leuk. En wie komt er aanlopen? Jawel. Daar zien we hem lopen. Onze beste Burgemeester van Rotterdam. Wat geweldig.”;
3
hij op 30 september 2021 te Rotterdam, opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam slachtoffer] , burgemeester van de gemeente Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in het openbaar mondeling en bij afbeelding heeft beledigd door via een Facebookaccount “ [naam Facebookaccount] ” een filmpje op Facebook te plaatsen op welk filmpje te horen is dat verdachte zegt:
“Dat is de beste Burgemeester van de wereld. Die iedereen broodloos en kapot maakt, omdat hij in Marokko geboren is. Geweldig.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
5.
Kwalificatie en strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
eendaadse samenloop van:
1. in het openbaar, mondeling en bij afbeelding tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruien
en
2. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
3. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

De verdediging heeft met betrekking tot feit 3 een beroep gedaan op de vrijheid van meningsuiting. De politierechter verwerpt dit verweer. De vrijheid van meningsuiting mag beperkt worden indien:
de beperking bij wet is voorzien;
de beperking strekt tot verwezenlijking van een van de doeleinden bedoeld in artikel 10 lid 2 EVRM;
de beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving.
In onderhavig geval is de beperking bij wet voorzien gezien de strafbaarstelling van het tenlastegelegde feit. Daarnaast is de inperking in het belang van de openbare veiligheid en ter voorkoming van wanordelijkheden en strafbare feiten. Als laatste is de inperking noodzakelijk in een democratische samenleving gelet op de omstandigheden waarin de belediging is geuit, de bewoordingen die door de verdachte zijn gebruikt en de maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren waarbij steeds meer gezagsdragers met dit soort gedrag te maken krijgen en zij daardoor in hun functioneren worden beperkt en in hun gezag worden aangetast. Aan de vereisten voor beperking van dit grondrecht is aldus voldaan, waardoor aan de verdachte geen beroep toekomt op de vrijheid van meningsuiting.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is strafbaar.

7..Straf en maatregel

Gevangenisstrafvoor de duur van 30 dagen.
De tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, dient bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering te worden gebracht, voor zover deze tijd niet op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrechtvoor een periode van 3 jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich niet te bevinden binnen een straal van 100 meter van de Hoflaan te Rotterdam en de Coolsingel 40 (stadhuis) te Rotterdam, na vandaag;
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met de heer [naam slachtoffer] , geboren [geboortedatum slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] in [geboorteland slachtoffer] , na vandaag.
Vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet. De duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, bedraagt 1 week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden.
De maatregel is dadelijk uitvoerbaar.

8..Motivering straf en maatregel

De strafen maatregel zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen.
Met zijn gedrag heeft de verdachte de burgemeester van Rotterdam beledigd, vrees aangejaagd en bovendien bewust het risico genomen dat derden geïnspireerd zouden worden tot het plegen van moord of doodslag op hem. Dat het in dit geval gaat om een burgemeester, maakt de feiten zeer ernstig. In een democratische rechtsstaat is het van groot belang dat burgemeesters hun werk, dat per definitie in de openbaarheid plaatsvindt, zonder angst en beletsels in het kader van hun veiligheid kunnen verrichten. Door de burgemeester te bedreigen heeft de verdachte bijgedragen aan een klimaat waarin sommige politici zich uit angst beknot kunnen voelen in hun persoonlijke vrijheid alsook in hun privéleven. Bovendien wordt het gezag van de burgemeester op deze manier ernstig ondermijnd. De politierechter heeft sterk de indruk dat de verdachte het ontoelaatbare van zijn gedrag niet inziet. Hem is immers een gedragsaanwijzing opgelegd en zelfs daarna heeft hij weer een bericht op Facebook geplaatst over de burgemeester.
Gelet op de ernst van de feiten, de houding van de verdachte en straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd is naar het oordeel van de politrechter in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De raadsman heeft met betrekking tot de strafmaat uitsluitend naar voren gebracht dat de verdachte niet kan rondkomen en dat hij eigenlijk ook geen taakstraf zal kunnen uitvoeren. De politierechter ziet dan ook geen andere mogelijkheid dan het opleggen van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf die hiervoor is genoemd.
De vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten. Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens de heer [naam slachtoffer] wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is. Daaraan ten grondslag ligt het proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer proces-verbaal 5] van 11 december 2021 waaruit blijkt dat de verdachte weer een video met betrekking tot de heer [naam slachtoffer] heeft gemaakt.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38v, 55, 57, 131, 266, 267, 285 Wetboek van Strafrecht.
De politierechtergeeft aan de verdachte kennis dat deze binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen tegen dit vonnis en maakt de verdachte opmerkzaam op het recht om op de terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de politierechter en de griffier.