Op 31 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot verlening van de zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stemmingsstoornis type 1 met een depressieve episode, verblijft momenteel in GGZ Delfland te Schiedam. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de betrokkene en zijn advocaat aanwezig, evenals enkele zorgprofessionals van GGZ Delfland. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn psychische stoornis, wat leidt tot levensgevaar, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks eerdere behandelingen en medicatie, is er onvoldoende vooruitgang geboekt in de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de betrokkene. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling te accepteren en geen ziekte-inzicht heeft. Om deze redenen is verplichte zorg noodzakelijk.
De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, ingaande op 31 maart 2022, en de rechtbank heeft benadrukt dat de betrokkene behandeld zal worden volgens het protocol voor bipolaire stoornissen, met de mogelijkheid van Elektro Convulsie Therapie (ECT) indien medicatie niet effectief blijkt. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 7 april 2022.