Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..MR. JEROEN GERARDUS PRINCEN,
MR. PAUL JOHAN PETERS,
beiden in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van
Royal Imtech N.V.,
1..De zaak in het kort
2..De procedure
- de dagvaarding van 30 april 2020, met producties1 tot en met 56;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 66;
- de conclusie van repliek, met producties 57 tot en met 221;
- de conclusie van dupliek, met producties 67 tot en met 102;
- de akte overlegging producties van DBBW met producties 103 tot en met 107d;
- de akte houdende bezwaar tegen verandering van eis van DBBW;
- de brief van de advocaat van DBBW van 27 januari 2022 met betrekking tot geheimhouderinformatie;
- de akte overlegging producties van de curatoren met producties 240 en 241;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 februari 2022.
3..De feiten
comfort lettervan 203 miljoen euro beperkingen zouden worden gesteld. Zonder deze
comfort letterkon Imtech Duitsland niet voorbestaan.
4..De vordering en het verweer
De vordering
- i) van € 1.030.084,- op 31 juli 2015;
- ii) van € 941.857,79 op 3 augustus 2015;
- iii) van € 731.966,54 op 6 augustus 2015; en
5..De beoordeling
exposurevan DBBW en de noodzaak tot het betalen van openstaande facturen door Royal Imtech, waarbij Royal Imtech er zelf op wees dat nog facturen moesten worden ingediend door DBBW. Dat alles duidt er volgens de curatoren op dat DBBW en Royal Imtech afspraken hebben gemaakt over een behandeling van DBBW waarbij zij werd bevoordeeld ten opzichte van andere schuldeisers van Royal Imtech.
exposure. Dat de cliënt met de voldoening van declaraties en voorschotten - voor zover de wens daartoe begrijpelijk en niet onredelijk was - akkoord gaat ligt ook in de rede. Bij gebreke daarvan zal de adviseur immers niet bereid zijn de advieswerkzaamheden te blijven verrichten, terwijl die werkzaamheden op dat moment juist onmisbaar zijn voor de cliënt. Niet gebleken is dat het contact hierover tussen DBBW en Royal Imtech verder ging dan - in de gegeven omstandigheden - in een normale zakelijke verhouding. Voor zover DBBW hierbij heeft aangedrongen op voldoening van haar facturen is dat onvoldoende voor een gegrond beroep op artikel 47 Fw.
trusted board room adviserals enige en bij uitstek inzicht in wat Royal Imtech wel en niet mocht in de periode voorafgaand aan het faillissement. Dat vormt volgens de curatoren een bijzondere omstandigheid in de zin van het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad.