Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
6.2 Bestemming en gebruik
3..Het geschil
4..De beoordeling
Is het verzet tijdig ingesteld?
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder verstekvonnis. De eiseres, Stichting Vestia, had [persoon A] aangeklaagd wegens het niet naleven van de huurovereenkomst, nadat in de huurwoning een hennepkwekerij was aangetroffen. De huurovereenkomst was ontbonden bij verstekvonnis op 16 mei 2014, maar [persoon A] stelde dat hij pas na 27 oktober 2021 op de hoogte was gesteld van dit vonnis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [persoon A] tijdig in verzet is gekomen, omdat hij niet eerder op de hoogte was van het verstekvonnis. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [persoon A] verklaard dat hij de huurovereenkomst had opgezegd en de sleutels had ingeleverd, maar hij kon dit niet onderbouwen met bewijsstukken. De kantonrechter oordeelde dat [persoon A] niet aan zijn stelplicht had voldaan en dat zijn verweer niet voldoende was onderbouwd. Het verstekvonnis werd bekrachtigd en [persoon A] werd veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure.