Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift ex artikel 96 Rv, ingekomen op 24 december 2021, met producties;
- het verweerschrift ex artikel 96 Rv, ingekomen op 28 februari 2022, met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een sociale werkvoorziening en een werknemer over de loongarantie en de medewerking aan detachering. De werknemer, werkzaam bij de verzoekster, had een loongarantie op basis van de cao Sociale Werkvoorziening (cao SW) omdat hij in een functie met een lager loon was geplaatst. De verzoekster heeft de werknemer op 7 april 2020 geïnformeerd dat zijn functie zou komen te vervallen en heeft hem de mogelijkheid geboden om te worden gedetacheerd als taxichauffeur. De werknemer moest hiervoor een taxipas behalen en een cv aanleveren. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de werknemer geen cv aangeleverd, wat leidde tot de conclusie dat hij onvoldoende had meegewerkt aan zijn detachering. De kantonrechter oordeelde dat de verzoekster terecht de loongarantie van de werknemer per 1 juni 2021 heeft laten vervallen en hem heeft teruggeplaatst in de functie van chauffeur met een lager salaris. De verzoeken van de werknemer om te verklaren dat hij volledig had meegewerkt aan de detachering en om het nog te ontvangen salaris werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open.