Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd in het rapport van 8 februari 2022, aangevuld met de bijzondere voorwaarde zijnde een drugsverbod met urinecontrole, alsmede het bevel dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn;
- tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 30 januari 2020 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van vier weken.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
groot 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
dadelijk uitvoerbaarzijn;