ECLI:NL:RBROT:2022:2474

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
635217 / HA RK 22-281
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een wrakingsprocedure

Op 22 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure waarbij mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechter in de rechtbank Rotterdam, verzocht om zich te mogen verschonen van de behandeling van het wrakingsverzoek van M. [naam verzoeker] tegen mr. T. Boesman, ook rechter in de rechtbank Rotterdam. De rechter, mr. Wilbers-Taselaar, heeft aangevoerd dat hij een directe collega is van mr. Boesman en dat zij beiden zitting nemen in een kennisgroep, wat leidt tot regelmatig overleg. Hierdoor voelde hij zich niet vrij om het wrakingsverzoek tegen mr. Boesman te behandelen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat verschoning een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. Hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, kunnen uitzonderlijke omstandigheden aanleiding geven tot een vrees voor vooringenomenheid. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden van mr. Wilbers-Taselaar in overweging genomen en geconcludeerd dat deze omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek van mr. Wilbers-Taselaar toegewezen, waardoor hij zich mocht verschonen van de verdere behandeling van het wrakingsverzoek. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters op 22 maart 2022.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 635217 / HA RK 22-281
Beslissing van 22 maart 2022
op het verzoek van:
mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team bestuur 1 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de procedure betreffende het verzoek van:
[naam verzoeker],
hierna te noemen: [naam verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
tot wraking van:
mr. T. Boesman,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team bestuur 2,
hierna te noemen: mr. Boesman.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
[naam verzoeker] heeft op 14 maart 2022 wraking verzocht van rechter mr. Boesman in de bestuursrechtelijke procedure met kenmerk ROT 21 / 6074 WOB BO07.
Dat wrakingsverzoek heeft als kenmerk 635076 / HA RK 22-270.
1.2.
Door de griffier zijn op 17 maart 2022 brieven verzonden aan [naam verzoeker] en aan mr. Boesman waarin zij worden uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting van de wrakingskamer op 31 maart 2022. In die brieven wordt onder meer meegedeeld:
“Onverwachte omstandigheden daargelaten, zal de wrakingskamer van de rechtbank op 31 maart a.s. zijn samengesteld als volgt: mr. drs. J. van den Bos, mr. S.C.C. Hes-Bakkeren en mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar.”
1.3.
Op 17 maart 2022 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.4.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven wrakingsprocedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter het volgende aangevoerd – verkort en zakelijk weergegeven – :
2.1.1.
De rechter is een directe collega van mr. Boesman; zij werkten tot 1 maart jl. beiden in team bestuur 3 van deze rechtbank. De rechter en mr. Boesman nemen beiden zitting in de kennisgroep vreemdelingen en hebben regelmatig overleg. Om deze redenen voelt de rechter zich niet vrij om het tegen mr. Boesman gerichte wrakingsverzoek te behandelen.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar zich in de procedure betreffende het verzoek van M. [naam verzoeker] tot wraking van rechter mr. T. Boesman met kenmerk 635076 / HA RK 22-270 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. A.M.H. Geerars
en mr. P. Joele, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend
op 22 maart 2022.