ECLI:NL:RBROT:2022:2470
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een faillissementszaak
Op 7 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin mr. M. Aukema, rechter in de rechtbank Rotterdam, een verzoek tot verschoning heeft ingediend. Dit verzoek was noodzakelijk omdat de rechter eerder was benoemd tot rechter-commissaris in het faillissement van een vennootschap, waarvan de bestuurder een verzoek om een voorlopige voorziening had ingediend. De rechter stelde dat hij niet kon uitsluiten dat er bij partijen en andere belanghebbenden de schijn van partijdigheid zou kunnen ontstaan, ondanks dat hij zelf geen subjectieve partijdigheid ervoer. De rechtbank oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleverden voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd ondertekend door de griffier.