ECLI:NL:RBROT:2022:2458
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in zorgmachtigingszaak
Op 30 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. van ’t Hoff. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. A.C. Hendriks, rechter in de rechtbank Rotterdam, naar aanleiding van een zorgmachtigingsprocedure. De verzoeker had tijdens de zitting van 16 maart 2022, waarin de officier van justitie een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden had aangevraagd, het gevoel dat de rechter al vooringenomen was en zijn verweren niet serieus nam. De rechter had de zaak aangehouden om de verzoeker de kans te geven zijn autonomie te behouden, maar de verzoeker voelde zich niet gehoord en had geen vertrouwen in een onpartijdige behandeling.
De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzingen opleverden voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de rechter. De wrakingsprocedure is niet bedoeld voor klachten over de bejegening van de advocaat door de rechter. De wrakingskamer concludeerde dat de rechter in zijn handelen niet blijk had gegeven van partijdigheid en dat het verzoek tot wraking ongegrond was. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. A.M.H. Geerars in afwezigheid van de voorzitter.