ECLI:NL:RBROT:2022:2327
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 februari 2022 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekster tegen mr. A.M. van Kalmthout, rechter in de rechtbank Rotterdam. Verzoekster had het wrakingsverzoek ingediend naar aanleiding van de beslissing van de rechter om uitstel te verlenen aan de wederpartij in een civiele procedure. Verzoekster stelde dat de rechter partijdig was en dat er ernstige gebreken waren in de door haar gehuurde woning, wat haar belang bij een snelle behandeling van de zaak vergrootte. De rechter heeft echter betoogd dat het uitstel op basis van een eenstemmig verzoek van beide partijen was verleend en dat er geen reden was om aan de juistheid van de informatie van de advocaat van de wederpartij te twijfelen. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden voor wraking niet voldoende waren en dat de procesbeslissingen van de rechter niet onbegrijpelijk waren. De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter en dat het verzoek tot wraking ongegrond was. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en de beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.