ECLI:NL:RBROT:2022:2304

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
10-252758-21 en 10-340287-21 (gevoegd ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid en bezit, vervaardigen en verspreiden van kinderporno

Op 29 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde zaken tegen de verdachte, die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en het bezit, vervaardigen en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. De verdachte is preventief gedetineerd in het Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 september 2021 een 8-jarig meisje heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen en foto's van haar heeft gemaakt. Daarnaast heeft hij in de periode van 1 september 2020 tot en met 20 september 2021 meerdere afbeeldingen van seksuele gedragingen van minderjarigen in bezit gehad, vervaardigd en verspreid. De rechtbank heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht, maar heeft de ernst van de feiten zwaar laten wegen in de strafoplegging. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en toezicht door de reclassering. De benadeelde partij heeft een schadevergoeding van € 2.500,- toegewezen gekregen voor immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 september 2021.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummers: 10-252758-21 en 10-340287-21 (gevoegd ttz)
Datum uitspraak: 29 maart 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren op [geboortedatum verdachte] in [geboorteplaats verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
preventief gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan,
raadsvrouw mr. J.V. van Blitterswijk, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 maart 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De rechtbank heeft de feiten die in de gevoegde dagvaardingen zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien. Die nummering zal worden aangehouden in dit vonnis te weten de feiten 1 en 2 onder parketnummer 10-252758-21 en feit 3 onder parketnummer 10-340287-21. De dagvaarding is voor wat betreft feit 1 op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering;
  • oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr voor de duur van 2 jaar in de vorm van een contactverbod met het slachtoffer, [naam slachtoffer] en de achterneef van de verdachte, [naam 1] ;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de te stellen voorwaarden, het toezicht en de maatregel.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Partiële vrijspraak feit 1 primair (ontuchtige handeling; uittrekken onderbroek)
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat het onder 1 primair aan de verdachte ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard, met daarbij het uittrekken van de onderbroek van het slachtoffer als één van de ontuchtige handelingen.
4.1.2.
Beoordeling
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de ontuchtige handeling ‘het uittrekken van de onderbroek van die [naam slachtoffer] ’. De verdachte ontkent dit deel van de tenlastelegging. Het slachtoffer zelf heeft daar niet over verklaard en het wordt evenmin ondersteund door de beschrijving van de van haar schaamstreek genomen foto’s waarop zij haar onderbroek aan heeft.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (feiten 1 primair, 2 en 3)
Het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend, met inachtneming van het voorgaande. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. primair
hij op ­­­­­­­­­­­­ 17 september 2021 te [plaatsnaam 1] , door ­­­­­­­­­ een ­­­­­­­feitelijkheid ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­ [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2013, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het tonen van zijn, verdachtes, penis aan die [naam slachtoffer] voornoemd en­­­ het plaatsen van zijn, verdachtes, ­­­­­­­­­­ vinger­s­ in de onderbroek van die [naam slachtoffer] en­­­ ­­­­­­­­­­­­­­­­­­ omhoog doen van de rok van die [naam slachtoffer] ­­­­­­ ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­bestaande ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­ die feitelijkheid ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­ uit het- trekken aan de arm­­­­ ­­­naar de bosjes en­­­- ­­­­­­­­­­­­­­­­­­ omhoog doen van de rok van die [naam slachtoffer] en­ ­­­­vervolgens­- maken van foto's van de schaamstreek­­ gekleed in haar onderbroek­­ en­
­­- plaatsen van zijn, verdachtes, ­­­­­­­­­­ vinger­s­ in de onderbroek van die [naam slachtoffer] en­­­­
- vragen aan die [naam slachtoffer] of zij voor 10 euro, ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­zijn, verdachtes, penis wil betasten;
- vragen aan die [naam slachtoffer] of zij voor 10 euro, zijn, verdachtes, penis wil betasten;
2.
hij op 17 september 2021 te [plaatsnaam 1], in elk geval in Nederland meermalen een afbeelding, te weten een foto – van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en vervaardigd en in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit het plaatsen van vingers in de onderbroek van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
3.
hij in de periode
1 september 2020 tot en met 20 september 2021 in Nederland,
meermalen,
afbeeldingen, te weten foto’s – en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen
– te weten een mobiele telefoon (merk/type Samsung Galaxy S10)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en­­­­­­­­­­­­­­­, verworven, in bezit gehad en­­­ zich daartoedoor middel van een geautomatiseerd werk en­­­ met gebruikmaking van eencommunicatiedienst de toegang heeft verschaftwelke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:het met de/een penis, vinger(s) en/of hand vaginaal en/of penetreren van hetlichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt( [bestandsnaam 1] ; [bestandsnaam 2] ; [bestandsnaam 3] ; [bestandsnaam 4] )
en­
­­het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van borsten van een (ander)persoon en/of de eigen borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt( [bestandsnaam 5] )
en­
­­het door een dier vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die deleeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 6] )
en­
­­het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijkde leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/ofopgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een(erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passenen/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgendeafbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoeten/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of dewijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/filmsnadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon inbeeld gebracht worden,(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/ofstrekt tot seksuele prikkeling( [bestandsnaam 7] ; [bestandsnaam 8] ; [bestandsnaam 9] ; [bestandsnaam 10] ; [bestandsnaam 11] ).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1..primair

feitelijke aanranding van de eerbaarheid;

2.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
3.
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, verspreiden, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en de maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan aanranding van een, voor hem onbekend en destijds achtjarig, meisje. De verdachte heeft het meisje in het park aangesproken en haar aan haar arm meegevoerd de bosjes in. De verdachte heeft vervolgens in de bosjes en dus (deels) uit het zicht de rok van het meisje omhoog gedaan, zijn vingers in haar onderbroek geplaatst, die onderbroek naar voren geschoven en vervolgens met zijn telefoon foto’s gemaakt van haar in onderbroek geklede schaamstreek. Daarna heeft hij zijn ontblote geslachtsdeel aan haar laten zien en gevraagd of zij zijn geslachtsdeel voor een bedrag van € 10,- wilde betasten.
De verdachte heeft de gemaakte foto’s van het slachtoffer vervolgens doorgestuurd naar zijn achterneef, die de foto’s volgens de verdachte zou bewaren. De verdachte heeft zich hiermee tevens schuldig gemaakt aan het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal.
De verdachte heeft hiermee de lichamelijke integriteit van een jong meisje geschonden en daarnaast een normale seksuele ontwikkeling van het slachtoffer in gevaar gebracht.
Het moest ook voor de verdachte bekend zijn dat een dergelijke handeling schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van het slachtoffer. De verdachte is hier volledig aan voorbij gegaan en heeft zich laten leiden door de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Dit heeft hij zelf op zitting ook erkend. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
Uit de ter terechtzitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring, te weten een door het slachtoffer zelf geschreven brief, is gebleken hoezeer het slachtoffer is geschrokken van en getroffen door de gepleegde aanranding. Ze moet er nog vaak aan denken en kan niet meer onbezorgd buiten spelen of door het park fietsen. Dat het ook grote impact had en nog steeds heeft op het gezin volgt onder meer uit de slachtofferverklaring van haar moeder.
Daarnaast heeft de verdachte gedurende een periode van een jaar een hoeveelheid kinderporno in zijn bezit gehad. Op de telefoon van de verdachte zijn in totaal 775 foto’s, waaronder 93 cartoons, aangetroffen. Het gaat hierbij om pornografische afbeeldingen van minderjarigen, van wie het merendeel tussen de 4 en 14 jaar was en een klein deel zelfs 2 jaar of jonger. Op de afbeeldingen wordt niet alleen naakt of gedeeltelijk naakt (met een luier aan) geposeerd, ook zijn er vergaande seksuele handelingen te zien.
Het bezit van kinderporno is een ernstig misdrijf, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. De verdachte heeft door het zoeken naar en bewaren van de afbeeldingen bijgedragen aan de instandhouding van de vraag hiernaar. Door een groot aantal afbeeldingen door te sturen aan zijn achterneef heeft hij zich tevens schuldig gemaakt aan het verspreiden van kinderpornografisch materiaal.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 januari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt van 22 december 2021 en in aanvulling daarop van 5 januari 2022. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
De verdachte is een kwetsbare jongeman, die op zoek is naar zijn eigen (seksuele) identiteit en makkelijk negatief te beïnvloeden is. Hij beschikt niet over een sociaal netwerk en heeft alleen contact met zijn neef. Dit contact vormt een risico op strafbaar gedrag. Het is wenselijk dat de verdachte zijn zelfstandigheid gaat vergroten. De verdachte wil graag hulp bij zijn psychosociale problemen en begeleiding bij het vinden van zijn eigen (seksuele) identiteit.
Het risico op recidive wordt ingeschat als matig-hoog.
Gelet op het risico op recidive, de risicofactoren en om de steunende factoren verder te vergroten zijn bijzondere voorwaarden geïndiceerd. Daarbij is een proeftijd langer dan twee jaar nodig, zowel gelet op zijn beneden gemiddelde intelligentie als om de risicofactoren te verminderen en zicht op de verdachte te krijgen om gedragsverandering te bewerkstelligen. Daarnaast kost het vergroten van een positief sociaal netwerk en verkrijgen van passende dagbesteding (meer) tijd. Geadviseerd wordt daarom een proeftijd van vijf jaar op te leggen.
Bij een veroordeling wordt een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met de bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling, een contactverbod met zowel zijn neef als met het slachtoffer, het vermijden van contact met minderjarigen en kinderporno (middels controle digitale gegevensdragers). Tevens wordt de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het toezicht geadviseerd.
Psycholoog [naam 2] heeft op 13 december 2021 en in aanvulling daarop op 10 februari 2022 rapporten over de verdachte opgemaakt. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
De verdachte heeft een beneden gemiddeld tot gemiddelde intelligentie. Hij heeft een kinderlijke en weinig uitgerijpte persoonlijkheidsontwikkeling en een parafiele stoornis.
Zijn seksuele opwinding bij kinderen kan gediagnosticeerd worden als een pedofiele stoornis. Hij is perioden overmatig met seks bezig, er lijkt dan tevens sprake van hyperseksualiteit.
Ook ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde was er sprake van de
beschreven kinderlijke en weinig uitgerijpte persoonlijkheidsontwikkeling en
de stoornissen, die ook doorgewerkt hebben in het ten laste gelegde. Er lijkt sprake te zijn van een proces van gedragsmatige conditionering. Ook lijkt er een sterke koppeling te zijn ontstaan tussen kinderporno en seksuele opwinding.
De ten laste gelegde feiten zijn hem in verminderd mate toe te rekenen.
De verdachte heeft enig (cognitief) besef van het strafbare karakter van zijn gedrag, maar vanuit zijn problematiek is hij niet in staat zichzelf voldoende te reguleren en eigen
verantwoordelijkheid te nemen om delictgedrag te voorkomen. Zijn seksuele drang is sterker dan zijn cognitief besef van het strafbare karakter.
Het recidiverisico op seksueel delictgedrag wordt ingeschat als matig. Het delictgedrag is gekoppeld aan de relatie met zijn achterneef. Het recidiverisico kan verminderd worden door verbreken van contact met zijn achterneef en door het opstarten van ambulante forensische behandeling.
Geadviseerd wordt om een ambulante behandeling op te leggen als bijzonder voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel. Een groepsbehandeling zeden zou onderdeel kunnen uitmaken van een behandeltraject.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen wordt door zijn bevindingen, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate de strafbare gedragingen toegerekend.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op de (LOVS-)oriëntatiepunten (voor wat betreft feit 3) en op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Gelet daarop is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan voorarrest, zoals betoogd door de raadsvrouw, niet passend. De rechtbank zal daarnaast bij de strafoplegging rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die naar voren zijn gebracht op de terechtzitting en met het feit dat hij op zitting spijt heeft betuigd en zijn excuses heeft aangeboden aan (de familie van) het slachtoffer.
Daarbij komt dat de strafbare gedragingen aan de verdachte verminderd kunnen worden toegerekend, wat in enige mate een straf verminderend effect heeft.
De verdachte heeft ter terechtzitting voorts zijn hulpvraag geuit en zich bereid verklaard om zich aan alle (vergaande) geadviseerde bijzondere voorwaarden te houden. De rechtbank vindt het zowel in het belang van de verdachte als in het belang van de samenleving, dat de verdachte zal worden begeleid en ondersteund en dat toezicht zal worden gehouden, om recidive te voorkomen. De rechtbank zal daarom – naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf – ook een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met daarbij de geadviseerde proeftijd van 5 jaar en de bijzondere voorwaarden – met enige aanpassing - zoals geadviseerd door de reclassering. Dit voorwaardelijk strafdeel moet tevens helpen voorkomen dat de verdachte in de toekomst weer strafbare feiten zal plegen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte weer een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Maatregel art. 38v Sr
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee
jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met [naam 1] en het slachtoffer [naam slachtoffer] .
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens minderjarigen wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Alles afwegend acht de rechtbank - conform de eis van de officier van justitie, die ook heeft gelet op de verminderde toerekening - de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verzoeken omtrent de voorlopige hechtenis
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting verzocht de voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen dan wel te schorsen. De rechtbank wijst deze verzoeken af gelet op de inhoud van dit vonnis. Na aftrek van 177 dagen voorarrest rest nog een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verder blijkt uit de voorgaande overwegingen dat sprake is van een recidive-risico, wat het zwaarst weegt op dit moment.

8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft [naam benadeelde] zich ter zake van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Zij heeft een bedrag gevorderd van € 2.500,- ter vergoeding van immateriële schade en € 5.000,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering voor wat betreft de immateriële schade toewijsbaar, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering moet voor wat betreft de materiële schade, bij gebrek aan onderbouwing, niet-ontvankelijk worden verklaard.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft de vordering ten aanzien van de immateriële schade niet betwist en verzocht om de vordering ten aanzien van de materiële schade, bij gebrek aan onderbouwing, af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren.
8.3.
Beoordeling
Materiële schade
Het (ter zitting aangevulde) deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de geschatte kosten voor psychologische hulp en coaching van de benadeelde partij is niet nader onderbouwd. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan nog wel bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Immateriële schade
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De verdachte heeft deze schade niet betwist. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.500,-, zodat de vordering tot dit bedrag (dus geheel) zal worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden immateriële schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 17 september 2021.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 240b en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
gevangenisstraf
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
5 (vijf) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
voorwaarden
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland gedurende de proeftijd of zolang en frequent als die reclasseringstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van De Waag of een soortgelijke instelling voor zijn problematiek, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de instelling verantwoord vindt;
3. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact zoeken met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat er een volwassen persoon bij aanwezig is;
4. de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd op welke wijze dan ook:
a. a) onthouden van het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
b) onthouden van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) onthouden van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder 4 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers; de veroordeelde werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek; deze controles mogen gedurende de proeftijd van 5 jaren maximaal 2 keer per jaar worden uitgevoerd en mogen – voor zover het gedrag bedoeld onder b) en c) van de onder 4 gestelde voorwaarde betreft – slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van elektronische bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de onder nummers 1 tot en met 4 genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
maatregel
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 2 (twee) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich te onthouden van direct of indirect contact met [naam 1] , gedurende twee jaar na heden;
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met (het slachtoffer) [naam slachtoffer] , gedurende twee jaar na heden;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van
1 (één) week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
schadevergoeding
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van
€ 2.500,- (zegge: vijfentwintighonderd euro), bestaande uit € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 september 2021 tot aan de dag van voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 2.500,-(hoofdsom,
zegge: vijfentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en M. Zoethout, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A-L.H. Wilkens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 17 september 2021 te [plaatsnaam 1] , door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2013, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het tonen van zijn, verdachtes, penis aan die [naam slachtoffer] voornoemd en/of het plaatsen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de onderbroek van die [naam slachtoffer] en/of uitrekken, althans omhoog doen van de rok van die [naam slachtoffer] en het uittrekken van de onderbroek van die [naam slachtoffer] ,
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid uit het
- trekken aan de arm(en) in/naar de bosjes en/of
- uitrekken, althans omhoog doen van de rok van die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens)
- maken van foto's van de schaamstreek (gekleed in haar onderbroek) en/of
- plaatsen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de onderbroek van die [naam slachtoffer] en/of;
- vragen aan die [naam slachtoffer] of zij voor 10 euro, althans voor enig geldbedrag,
zijn, verdachtes, penis wil betasten
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 september 2021 te [plaatsnaam 1] , met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2013, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het tonen van zijn, verdachtes, penis aan die [naam slachtoffer] voornoemd en/of
- maken van foto's van de schaamstreek (gekleed in haar onderbroek) en/of
- het plaatsen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de onderbroek van die [naam slachtoffer] en/of
- het uittrekken van de onderbroek van die [naam slachtoffer] ;
- vragen aan die [naam slachtoffer] of zij voor 10 euro, althans voor enig geldbedrag, zijn,
verdachtes, penis wil betasten.
2.
hij op of omstreeks 17 september 2021 te Oud-Beijerland, in elk geval in Nederland meermalen, althans eenmaal (een) afbeelding(en)en, te weten (een) foto('s) – en/of (een) gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een mobiele telefoon, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit gehad, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit het plaatsen van een hand en/of vinger(s) in de onderbroek van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
3. (10-340287-21)
hij op een of meer tijdstippen op/in of omstreeks de periode
1 september 2020 tot en met 20 september 2021 te [plaatsnaam 2], althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
afbeeldingen, te weten foto’s – en/of een gegevensdragers bevattende afbeeldingen
– te weten een mobiele telefoon (merk/type Samsung Galaxy S10)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid en/of vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe
door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, vinger(s) en/of hand vaginaal en/of penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 1] ; [bestandsnaam 2] ; [bestandsnaam 3] ; [bestandsnaam 4] )
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van borsten van een (ander)
persoon en/of de eigen borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 4] )
en/of
het door een dier vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam 6] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een
(erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in
beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of
strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam 7] ; [bestandsnaam 8] ;
[bestandsnaam 9] ; [bestandsnaam 10] ;
[bestandsnaam 11] ).