Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 15 juli 2019, met producties 1 tot en met 4;
- de incidentele conclusie houdende beroep op relatieve onbevoegdheid, met producties 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- de conclusie van repliek in het incident;
- de conclusie van dupliek in het incident.
2..De feiten voor zover van belang in het incident
3..De vorderingen in de hoofdzaak
4..De vordering in het incident
5..Het verweer in het incident
6..De beoordeling in het incident
de plaats waar de schade is ingetreden,als op
de plaats van de veroorzakende gebeurtenis. De eisende partij heeft de keuze of hij de verwerende partij oproept voor de rechter van de plaats waar de schade is ingetreden, dan wel voor de rechter van de plaats van de veroorzakende gebeurtenis die aan de schade ten grondslag ligt. Het betreft een bijzondere bevoegdheidsregel, waaraan een autonome en strikte uitlegging moet worden gegeven. Deze regel berust op het bestaan van een bijzonder nauw verband tussen de vordering en het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen, op grond waarvan het om redenen verband houdend met een goede rechtsbedeling en nuttige procesinrichting gerechtvaardigd is dat deze laatste bevoegd zijn (HvJEU 16 juni 2016, ECLI:EU:C:2016:449 (
Universal), rechtsoverwegingen 25 en 26).
plaats waar de schade is ingetredenniet Rotterdam is. Terecht, want er is geen enkel aanknopingspunt dat de schade van Youngray in Rotterdam is ingetreden. Youngray is niet gevestigd in Rotterdam, noch was de lading voor Youngray bestemd in Rotterdam. De lading is door de koper van ACT in Huelva verkregen.
de schadeveroorzakende gebeurtenis zich(grotendeels) in Rotterdam heeft afgespeeld. Deze stelling is echter onvoldoende feitelijk onderbouwd, zoals uit het hierna overwogene blijkt.
in de door haar opgestelde dagvaardinginformatie die voor de rechter van belang was, bewust niet heeft vermeld en ook niet als producties in het geding heeft gebracht. Dat juist in Rotterdam die dagvaarding op die beweerd onrechtmatige wijze tot stand is gekomen blijkt echter nergens uit, in het bijzonder ook niet uit het feit dat de advocaat van ACT in Rotterdam kantoor houdt. Evenmin is het vonnis ten uitvoer gelegd in Rotterdam, want de documenten waar het ACT in het kort geding om begonnen was, bevonden zich bij de Rabobank in Utrecht en zijn dan ook vanwege de executie van het (verstek) kort geding vonnis, aan ACT overhandigd door de Rabobank in Utrecht.