ECLI:NL:RBROT:2022:2192
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening exploitatievergunning niet-commerciële coffeeshop Zwijndrecht
Op 24 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een exploitatievergunning voor een niet-commerciële coffeeshop in Zwijndrecht. De verzoeker had op 29 juni 2021 een aanvraag ingediend voor deze vergunning, maar de burgemeester van Zwijndrecht had deze aanvraag op 24 september 2021 buiten behandeling gesteld. Dit besluit werd later door de burgemeester bevestigd in een bestreden besluit van 17 januari 2022, waarin het bezwaar van de verzoeker ongegrond werd verklaard.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 9 maart 2022. De gemeente Zwijndrecht had in juni 2021 een pand aangekocht waar eerder een coffeeshop was gevestigd, met de bedoeling daar een niet-commerciële coffeeshop te vestigen. De gemeente had echter een inschrijfprocedure ingesteld voor de toekenning van een gedoogverklaring, waar de verzoeker te laat op had gereageerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was, omdat de inschrijfperiode voor de vergunning inmiddels was verstreken en de verzoeker niet meer kon deelnemen aan de selectieprocedure.
Daarnaast oordeelde de voorzieningenrechter dat het bestreden besluit niet evident onrechtmatig was. De verzoeker had niet voldaan aan de voorwaarden voor de aanvraag, waaronder het ontbreken van een ondernemingsplan. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.