Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
- (partiële) vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde, wat betreft de periode van 1 mei 2018 tot en met 3 januari 2019;
- bewezenverklaring van het overige onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 50 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
- [nummer 1] vraagt bijvoorbeeld wat de ander nodig heeft, waarop de ander antwoordt met ‘wit’ en/of ‘bruin’, aantallen noemt (zoals 50, 20 of 10) en vraagt hoe lang het gaat duren. Verder is gebleken dat het telefoonnummer - [nummer 1] op 11 januari 2019 in gebruik is genomen en dat vanaf dat moment met dit nummer in slechts een maand tijd 8000 keer contact is geweest met 300 verschillende telefoonnummers, waarvan er veel toebehoorden aan bij de verbalisanten ambtshalve bekende drugsgebruikers. Meerdere personen die contact hebben gehad met het nummer - [nummer 1] zijn als getuige gehoord. Uit die verklaringen volgt dat zij bij [naam persoon] cocaïne (‘wit’) en/of heroïne (‘bruin’) bestelden, dat zij dat in ieder geval in januari en februari 2019 via dit nummer deden en dat verschillende loopjongens de drugs kwamen afleveren.
- [nummer 4] , de verdachte dus, instructies gaven. [naam medeverdachte 1] zegt bijvoorbeeld dat de verdachte reclame moet maken voor hem ‘
door te zeggen als je een nieuwe klant regelt, krijg je gratis’. En [naam medeverdachte 2] geeft aan de verdachte namen door van personen ‘
die nog moeten’. Kort na de aanhouding van [naam medeverdachte 2] ontstond er paniek onder [naam medeverdachte 1] , de verdachte en [naam medeverdachte 3] , omdat ze ‘hem’ (kennelijk zijnde [naam medeverdachte 2] ) telefonisch niet meer te pakken kregen. [naam medeverdachte 1] zegt dat hij naar ‘zijn’ woning in Breda rijdt en even later dat hij heeft gezien dat er een inval is geweest. [naam medeverdachte 1] geeft - [nummer 5] de opdracht om nieuwe telefoons en simkaarten met beltegoed erop te kopen en het moet snel. Ook instrueert hij de verdachte en [naam medeverdachte 3] om met een eigen auto bij iedereen langs te gaan, het nieuwe nummer aan hen te geven en pen en papier mee te nemen om de nummers van de afnemers op te schrijven ‘
want we gaan door’. Vervolgens moeten ze bij elkaar komen en de huidige telefoons ‘
breken’.
- de drugshandel via de bestellijn [naam bestellijn] werd uitgevoerd door een groep personen, onder wie de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] en de verdachte;
1 februari tot en met 15 april 2019 tezamen en in vereniging met anderen in cocaïne en heroïne heeft gehandeld.
1 februari 2019 tot en met 15 april 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, handels- en/of gebruikers-hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
Nadat de verdachte met deze activiteiten was gestopt, is hij samen met een ander een eigen drugshandel begonnen. Na anderhalve week is de verdachte door de politie aangehouden.
2 december 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 dagen;