Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres verdachte] te ( [postcode verdachte] ) [woonplaats verdachte] ,
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- (partiële) vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde feit, voor wat betreft de periode
- (partiële) vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit, voor wat betreft de periode tussen 1 mei 2018 en 14 april 2019, zodat alleen 15 april 2019 resteert als pleegdatum;
- (partiële) vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit, voor wat betreft het witwassen van de twee horloges, geluidsapparatuur, drie paar damesschoenen en een tas;
- bewezenverklaring van de overige onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, te weten het medeplegen van drugshandel en witwassen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis;
- ten aanzien van het beslag de beslissingen te nemen, zoals de officier van justitie heeft vermeld op de door haar overgelegde beslaglijst d.d. 28 oktober 2021.
4..Waardering van het bewijs
- [nummer 1] vraagt bijvoorbeeld wat de ander nodig heeft, waarop de ander antwoordt met ‘wit’ en/of ‘bruin’, aantallen noemt (zoals 50, 20 of 10) en vraagt hoe lang het gaat duren. Verder is gebleken dat het telefoonnummer - [nummer 1] op 11 januari 2019 in gebruik is genomen en dat vanaf dat moment met dit nummer in slechts een maand tijd 8000 keer contact is geweest met 300 verschillende telefoonnummers, waarvan er veel toebehoorden aan bij de verbalisanten ambtshalve bekende drugsgebruikers. Meerdere personen die contact hebben gehad met het nummer - [nummer 1] zijn als getuige gehoord. Uit die verklaringen volgt dat zij bij [naam bestellijn] cocaïne (‘wit’) en/of heroïne (‘bruin’) bestelden, dat zij dat in ieder geval in januari en februari 2019 via dit nummer deden en dat verschillende loopjongens de drugs kwamen afleveren.
je moet wel(de rechtbank leest: rijden naar afnemers),
want het is jouw ding ook’, antwoordt ‘
ik laat dat door werkers doen, daarom zijn ze aangenomen’ en ‘
en als het soms mis gaat dan is het zo en dan help ik, dat is geen probleem’. Deze omstandigheden en uitspraken duiden op een leidinggevende positie.
5maart 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, handels- en/of gebruikers-hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
2 december 2021. Daaruit blijkt dat de verdachte wel eerder tot een forse gevangenisstraf is veroordeeld voor het medeplegen van cocaïnehandel in de periode 2016/2017, maar dat die veroordeling pas op 29 oktober 2019 onherroepelijk werd. Dat is na de in dit geval bewezen verklaarde periode. De rechtbank zal deze veroordeling daarom niet strafverzwarend laten meewerken.
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden;
- gelast de teruggave aan de verdachte van alle overige in beslag genomen goederen;