ECLI:NL:RBROT:2022:2168

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
10/213729-21; 10/175144-21; 10/233130-21; 10/320826-20; 10/035797-21; 10/279437-20; 10/327507-20 (ttz gevoegd).
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige winkeldiefstallen en andere strafbare feiten met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 8 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan dertien strafbare feiten, waaronder meerdere winkeldiefstallen, diefstal van een personenauto en een bromfiets, en vernieling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 270 dagen, waarvan 71 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd en had een strafblad met eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. De verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan een reeks van diefstallen, waarbij hij geweld en bedreiging heeft gebruikt. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling door een verslavingszorginstelling, om recidive te voorkomen. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot het betalen van de kosten van de benadeelde partij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/213729-21; 10/175144-21; 10/233130-21; 10/320826-20; 10/035797-21; 10/279437-20; 10/327507-20 (ttz gevoegd).
Datum uitspraak: 8 februari 2022
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[nam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. J.N. Hoek, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 18 november 2021 en 25 januari 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 71 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd in het rapport van 12 oktober 2021, met daarbij het bevel dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering (feit 5 in de zaak 10/213729-21)
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de diefstal heeft plaatsgevonden vergezeld van bedreiging met geweld door het tonen een stanleymes. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte heeft verklaard dat hij aan het googelen was met het stanleymes. Dit kan als bedreigend kan worden gezien.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank acht - anders dan door de officier van justitie is gesteld - onvoldoende wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een mes heeft gebruikt om de vlucht te bewerkstelligen. De verdachte zal van dit gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
10/213729-21
1.
hij op 1 juli 2021 te Rotterdam een of meer scheermessen en een of meer tandenborstels, die geheel aan drogisterij Kruidvat, vestiging [adres delict 1] toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 16 juli 2021 te Rotterdam een tassenrek en een of meer tassen, die geheel aan drogisterij Kruidvat, vestiging [adres delict 2] , toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op 17 juli 2021 te Rotterdam een (elektrische) tandenborstel, die geheel aan drogisterij Kruidvat, vestiging [adres delict 2] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk, om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een gebalde vuist te tonen aan die [naam slachtoffer 1] en (daarbij) dreigende woorden toe te voegen: "Ik maak jou dood kanker Turk", althans woorden en handelingen van gelijke dreigende aard en strekking;
4.
hij op 19 juli 2021 te Rotterdam een of meer toiletartikelen en koffie en snoep en bier, althans een of meer goederen (met een totale waarde van € 149,09), die geheel aan supermarkt Coop, vestiging [adres delict 3] , toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
hij op 7 augustus 2021 te Rotterdam boodschappen (met een totale waarde van € 123,00), die geheel aan supermarkt Dirk, vestiging [adres delict 4] , toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen ;
6.
hij op 8 augustus 2021 te Rotterdam wasmiddelen en babyvoeding (met een totale waarde van € 171,20), die geheel aan supermarkt Albert Heijn, vestiging [adres delict 5] , toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/175144-21
hij op 2 juli 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, 12, althans één of meer, potten oploskoffie, die geheel aan Albert Heijn (filiaal [adres delict 6] te Rotterdam), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld
tegen [naam slachtoffer 2] (werkzaam als beveiliger) en [naam slachtoffer 3] (medewerker Albert Heijn), gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
-zich los te rukken uit de greep van die [naam slachtoffer 2] en
-in de nabijheid van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] zijn arm te reiken naar de achterzijde van zijn broeksband alsof hij een voorwerp uit zijn broeksband wilde pakken en
-te worstelen met [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 2] en
-een gebroken glazen pot oploskoffie bovenhands vast te houden en daarbij die [naam slachtoffer 2] de woorden toe te voegen: "als je nu niet aan de kant gaat, maak ik je af", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
-een stekende beweging te maken met voornoemde gebroken glazen pot in de richting van het hoofd, althans het lichaam, van die [naam slachtoffer 2] ;
10/233130-21
hij in de periode van 29 juni 2021 tot en met 30 juni 2021 te Rotterdam
een of meer computers en een geldkist (met een geldbedrag van ongeveer € 250,00), die geheel aan [naam slachtoffer 4] , toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
10/320826-20
hij, op 18 december 2020 te Leiden, een personenauto met kenteken [kentekennummer] , die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/035797-21
hij op 8 februari 2021 te Rotterdam, althans Nederland opzettelijk en wederrechtelijk één prullenbak die geheel aan een ander, te weten aan het Leger des Heils Rotterdam toebehoorde, heeft vernield, ;
10/279437-20
hij, op 5 november 2020 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een (hotel)kamer (waaronder muren en tv-kastje en een lamp en bed en rookmelder en wastafel), in elk geval enig goed, dat geheel aan een ander, te weten aan Days Inn Rotterdam City toebehoorde, heeft beschadigd en/of, onbruikbaar gemaakt;
10/327507-20
1.
hij op 29 december 2020 te Rotterdam een bromfiets, die geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan Shabu To Go, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Rotterdam op de [plaats delict] ,
op 29 december 2020 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist, aan een ander (te weten [naam slachtoffer 6] ) schade was toegebracht;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/213729-21

1..diefstal

2..diefstal

3. diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren

4..diefstal

5..diefstal

6..diefstal

10/175144-21
diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
10/233130-21
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
10/320826-20
diefstal
10/035797-21
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
10/279437-20
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen en/of onbruikbaar maken
10/327507-20

1..diefstal

2..overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte worden opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan dertien strafbare feiten. Allereerst heeft hij zich schuldig gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen, winkeldiefstal met (bedreiging met) geweld en diefstal van een personenauto en een bromfiets. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal door middel van inklimming bij een advocatenkantoor. Diefstal is een hinderlijk feit dat niet alleen materiële schade veroorzaakt, maar ook ongemak en hinder bij het slachtoffer. Door het plegen van deze diefstallen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van anderen.
Daarbij heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan beschadiging van een hotelkamer en vernieling van een prullenbak van het Leger des Heils. Hieruit blijkt dat de verdachte zich niet bekommert om de eigendommen van anderen. Dergelijke feiten brengen een gevoel van onveiligheid en overlast mee voor de samenleving.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het verlaten van de plaats van ongeval. De verdachte is, nadat hij tegen het verkeer in reed, betrokken geraakt bij een verkeersongeval met een personenauto. Na het verkeersongeval is de verdachte weggerend,
ondanks dat hij wist dat hij een ongeval veroorzaakt had. De rechtbank rekent dat de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 december 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Stichting Verslavingsreclassering GGZ Antes (Rotterdam) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 oktober 2021. Dit rapport houdt – kort gezegd – in dat op vrijwel alle leefgebieden problemen worden gezien, die van invloed zijn op het delictgedrag van de verdachte. Er zijn meerdere redenen om aan te nemen dat er sprake is van overmatig alcohol- en drugsgebruik. Daarnaast ervaart de verdachte agressieproblematiek en lijkt er sprake te zijn van gebrekkige oplossingsvaardigheden. De verdachte staat open voor behandeling en begeleid wonen, waarvoor hij reeds is aangemeld bij RIBW De Hoop. Gezien de bij de verdachte aanwezige persoonlijke- en verslavingsproblematiek wordt behandeling daarvoor geïndiceerd om het risico op recidive te verminderen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het
opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf die veel langer is dan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De door de officier van justitie geëiste straf wordt - gelet op de hiervoor vermelde persoonlijke omstandigheden van de verdachte - passend en geboden geacht.
De rechtbank merkt in dat verband nog het volgende op. Het voorwaardelijk strafdeel dient
ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank acht het daarbij van belang dat de verdachte begeleid en behandeld
zal worden en dat de verdachte de afspraken die - in dit kader - worden gemaakt ten
behoeve van deze begeleiding en behandeling, zal nakomen. Derhalve zullen de hierna te noemen bijzondere voorwaarden worden opgelegd. De rechtbank verklaart die voorwaarden dadelijk uitvoerbaar. De rechtbank vreest dat de verdachte, indien op vrije voeten en zonder kader, gelet op de snelheid waarmee hij maatschappelijk is afgegleden, zal terugvallen in alcoholgebruik en zich al snel opnieuw schuldig zal maken aan (winkel)diefstallen met geweld.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam slachtoffer 4] ter zake van het in parketnummer 10/233130-21 ten laste gelegde feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 521,55 aan materiële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat nu de vordering niet is onderbouwd de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat nu de verdachte dient te worden vrijgesproken van het in parketnummer 10/233130-21 ten laste gelegde feit, de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet is onderbouwd en dat deze om die reden dient te worden afgewezen.
8.3.
Beoordeling
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De behandeling van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 310, 311, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 7 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

10..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 270 (tweehonderdzeventig) dagen,
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 71 (eenenzeventig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
  • de veroordeelde meldt zich bij het ingaan van de opname in de begeleid wonen instelling (gelijk aan het ingaan van de proeftijd) binnen drie dagen bij Antes Reclassering op het adres Marconistraat 2, 3029 AK te Rotterdam. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Binnen dit toezicht werkt veroordeelde aan bewustwording van de levensstijl en middelenproblematiek. Hiertoe volgt veroordeelde de begeleidingsmodule Stap voor Stap;
  • de veroordeelde laat zich behandelen door De Waag waar een onderzoek aan voorafgaat, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start nadat veroordeelde door de toezichthouder hiervoor aangemeld is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- de veroordeelde laat zich behandelen door Antes verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start nadat veroordeelde hier door de toezichthouder voor aangemeld is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het
psychiatrische toestandsbeeld, ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, of stabilisatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- de veroordeelde verblijft in RIBW De Hoop of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op detentie en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van 9 februari 2022;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. J.L.M. Boek en F.W.H. van den Emster, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.T.C.J.M. de Jongh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 februari 2022.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/213729-21
1.
hij op of omstreeks 1 juli 2021 te Rotterdam een of meer scheermessen en/of een of meer tandenborstels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan drogisterij Kruidvat, vestiging [adres delict 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 16 juli 2021 te Rotterdam een tassenrek en/of een of meer tassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan drogisterij Kruidvat, vestiging [adres delict 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op of omstreeks 17 juli 2021 te Rotterdam een (elektrische) tandenborstel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan drogisterij Kruidvat, vestiging [adres delict 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een gebalde vuist te tonen aan die [naam slachtoffer 1] en/of (daarbij) dreigend de woorden toe te voegen: "Ik maak jou dood kanker Turk", althans woorden en/of handelingen van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 19 juli 2021 te Rotterdam een of meer toiletartikelen en/of koffie en/of snoep en/of bier, althans een of meer goederen (met een totale waarde van € 149,09), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan supermarkt Coop, vestiging [adres delict 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
hij op of omstreeks 7 augustus 2021 te Rotterdam boodschappen (met een totale waarde van € 123,00), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan supermarkt Dirk, vestiging [adres delict 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 7] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een stanleymes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [naam slachtoffer 7] ;
6.
hij op of omstreeks 8 augustus 2021 te Rotterdam wasmiddelen en/of babyvoeding (met een totale waarde van € 171,20), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan supermarkt Albert Heijn, vestiging [adres delict 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/175144-21
hij op of omstreeks 2 juli 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, 12, althans één of meer, potten oploskoffie, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn (filiaal [adres delict 6] te Rotterdam), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [naam slachtoffer 2] (werkzaam als beveiliger) en/of [naam slachtoffer 3] (medewerker Albert Heijn), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
-zich los te rukken uit de greep van die [naam slachtoffer 2] en/of
-in de nabijheid van [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] zijn arm te reiken naar de achterzijde van zijn broeksband alsof hij een voorwerp uit zijn broeksband wilde pakken en/of
-te worstelen met [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 2] en/of
-een gebroken glazen pot oploskoffie bovenhands vast te houden en/of daarbij die [naam slachtoffer 2] de woorden toe te voegen: "als je nu niet aan de kant gaat, maak ik je af", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
-een stekende beweging te maken met voornoemde gebroken glazen pot in de richting van het hoofd, althans het lichaam, van die [naam slachtoffer 2] ;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/233130-21
hij in of omstreeks in de periode van 29 juni 2021 tot en met 30 juni 2021 te Rotterdam
een of meer computers en/of een geldkist (met een geldbedrag van ongeveer € 250,00), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/320826-20
hij, op of omstreeks 18 december 2020 te Leiden, een personenauto met kenteken [kentekennummer] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 5] , althans aan een ander dan aan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/035797-21
hij op of omstreeks 8 februari 2021 te Rotterdam, althans Nederland opzettelijk en wederrechtelijk één of meer prullenbakken, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan het Leger des Heils Rotterdam toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/279437-20
hij, op of omstreeks 5 november 2020 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een (hotel)kamer (waaronder muren en/of tv-kastje en/of een lamp en/of bed en/of rookmelder en/of wastafel), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan Days Inn Rotterdam City toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 10/327507-20
1.
hij op of omstreeks 29 december 2020 te Rotterdam een bromfiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Shabu To Go, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Rotterdam op/aan de [plaats delict] ,
op of omstreeks 29 december 2020 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [naam slachtoffer 6] ) letsel en/of schade was toegebracht;